Toxische Effecten - Interlogix TX-6310-03-1 Benutzerhandbuch

apparaten. Zet deze indien mogelijk uit door bij een gastoestel
bijvoorbeeld het noodkraantje dicht te draaien;
2) verlaat de woning als het signaal blijft klinken. Laat de
ramen en de deuren open staan en ga de woning pas weer
binnen als het signaal is gestopt. Zorg er in gebouwen met
meerdere bewoners en meerdere verdiepingen voor dat
iedereen op de hoogte wordt gebracht van het risico;
3) roep medische hulp in
verschijnselen van koolmonoxidevergiftiging (zie Tabel 1) en
meldt dat koolmonoxidevergiftiging wordt vermoed;
4) neem telefonisch contact op met de partij die onderhoud
aan het apparaat kan plegen of, indien nodig, de betreffende
brandstofleverancier op zijn noodnummer, of, indien van
toepassing, het nationale gasalarmnummer, zodat de bron van
koolmonoxide-uitstoot kan worden vastgesteld en
gecorrigeerd. Tenzij het duidelijk om een vals alarm gaat (zie
item c) hieronder), dient u de brandstofstokende toestellen
niet meer te gebruiken totdat deze zijn gecontroleerd en
vrijgegeven voor gebruik door een bevoegd persoon in
overeenstemming met de landelijke voorschriften.
Tevens kunnen de volgende items van invloed zijn op de
hierboven aanbevolen maatregelen en deze dienen dan ook,
waar van toepassing, in overweging te worden genomen bij het
installeren van het apparaat.
a) Wees er van bewust dat meer ventilatie onder bepaalde
omstandigheden paradoxaal genoeg kan leiden tot hogere
concentraties koolmonoxide in huis. Voorbeelden van een
dergelijke omstandigheid zijn een geparkeerd voertuig met
draaiende motor in de buurt of een verkeersopstopping, met
name bij koud weer. De omstandigheden buitenshuis kunnen
daarmee een rol spelen bij het activeren van een CO-alarm
binnenshuis.
b) Er kunnen andere bronnen van koolmonoxide-uitstoot zijn
die een CO-alarm activeren, zoals bijvoorbeeld
•
een grote hoeveelheid tabaksrook,
•
stadsgas,
•
uitstoot van een smeulend vuur.
c) De melder kan worden geactiveerd door andere stoffen.
Sommige sensors kunnen reageren op gewone huishoudelijke
stoffen, zoals oplosmiddelen. In de instructies van de fabrikant
moet zijn aangegeven welke stoffen een alarm kunnen
activeren.
d) Bijzondere situaties kunnen leiden tot blootstelling aan
uitstoot van naburige panden, vooral in gebouwen met
meerdere bewoners en meerdere verdiepingen. Er kunnen
zich bijzondere problemen voordoen bij bijvoorbeeld gedeelde
of slecht aangelegde rookgaskanalen. Deze kunnen leiden tot
het binnendringen van koolmonoxide afkomstig van elders in
hetzelfde gebouw. Dergelijke eventualiteiten dienen grondig
onderzocht te worden bij het installeren van het apparaat.
e) Omdat dit een batterij-gevoed apparaat is, dient men zich
altijd te realiseren dat het stoppen van een alarm ook het
gevolg kan zijn van een lege batterij in plaats van het naar een
veilig niveau terugvallen van de CO-concentratie. Het pand
moet na een alarm met zorg opnieuw worden betreden en
uitsluitend na controle van de koolmonoxideconcentraties om
er zeker van te zijn dat het gevaar is geweken.
Wat een CO-alarmapparaat wel en niet kan doen
Een CO-sensor waarschuwt reeds voor de aanwezigheid van
koolmonoxide bij een concentratie waarbij een gezonde
P/N 3102145 (ML) • REV C • ISS 15JUL15
voor een ieder die last heeft van de
volwassene doorgaans nog geen symptomen vertoont. Een
dergelijk vroegtijdige waarschuwing is echter alleen mogelijk
als uw CO-sensor is geplaatst, geïnstalleerd en onderhouden
zoals beschreven in deze handleiding.
Omdat koolmonoxide een cumulatief gif is, kan zowel een
langdurige blootstelling aan lage concentraties als een korte
blootstelling aan hoge concentraties symptomen veroorzaken.
Dit apparaat is uitgerust met een tijdgewogen sensor. Hoe
hoger de concentratie van de aanwezige CO, hoe sneller de
sensor wordt geactiveerd.
Deze CO-sensor kan u alleen waarschuwen voor de
aanwezigheid van CO. Deze CO-sensor is niet in staat CO-
uitstoot te voorkomen en niet in staat een bestaand CO-
probleem te verhelpen. Als uw apparaat een alarm heeft
afgegeven en u de ruimte vervolgens hebt geventileerd door
ramen en deuren open te zetten, dan kan de CO-opbouw zijn
verdwenen tegen de tijd dat hulp arriveert. Hierdoor lijkt uw
probleem op dat moment opgelost, maar het is cruciaal dat de
bron van de CO-uitstoot wordt gevonden en de benodigde
reparaties worden verricht.
CO-sensors hebben beperkingen. Net als elk ander
elektronisch apparaat, zijn CO-sensors niet fool-proof. CO-
sensors hebben een beperkte levensduur. U moet uw CO-
sensor wekelijks testen omdat deze op elke moment niet kan
blijken te werken.
Als uw CO-sensor niet goed door de test komt of als de
zelfdiagnosetest een storing geeft, dan moet het apparaat
onmiddellijk worden vervangen. Bewaking van CO-
concentraties is uitgeschakeld als het apparaat in
probleemconditie is.
De CO-sensor kan alleen CO detecteren die in contact komt
met de sensor van het apparaat. Het is mogelijk dat CO
aanwezig is op andere plekken zonder in contact te komen met
het apparaat. De mate waarin en de snelheid waarmee CO het
apparaat bereikt, kan worden beïnvloed door:
•
Deuren of andere obstakels.
•
Frisse lucht uit een ventilatieopening, een open raam of
een andere bron.
•
CO aanwezig op de ene verdieping van een woning en
een CO-alarm geplaatst op een andere verdieping. (CO in
de kelder bijvoorbeeld kan mogelijk het CO-alarmapparaat
niet bereiken dat op de bovenverdieping bij de
slaapkamers is geïnstalleerd).
Om deze redenen raden wij u aan voor een volledige dekking
te zorgen door een CO-sensor op elke verdieping van het huis
te installeren.
De CO-sensor mag niet worden gebruikt voor het detecteren
van de aanwezigheid van aardgas (methaan), propaan, butaan
of andere brandstoffen.
Instrueer kinderen de melder nooit aan te raken of er iets
anders mee te doen. Waarschuw kinderen voor de gevaren
van koolmonoxidevergiftiging.

Toxische effecten

Koolmonoxide (CO) is een kleurloos, reukloos, niet-irriterend
gas geclassificeerd als chemisch verstikkend en waarvan de
toxische werking een direct gevolg is van de hypoxie
veroorzaakt door een bepaalde blootstelling aan het gas.
CO wordt snel geabsorbeerd door de longen, diffundeert door
het alveolaire capillaire membraan en wordt als
47 / 72