Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Jøtul I 150 FL Montageanleitung Mit Technischen Daten Seite 38

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 32
NEDERLANDS
3.3 Luchtcirculatie - Zie afb. 2
De lucht tussen de inzethaard en het metselwerk moet kunnen
circuleren. De voorgeschreven openingen voor luchttoevoer in
de onderkant en luchtafvoer in de bovenkant.
De vereiste grootte van luchtroosters voor Jøtul I 150 FL (voor
luchtcirculatie) is:
Onderkant:
Minimaal 350 cm
Bovenkant:
Minimaal 500 cm
Dit is een voorzorgsmaatregel om te voorkomen dat de warmte
zich ophoopt binnen de ombouw en om voor voldoende
warmteafgifte in de kamer te zorgen.
Als de ventilatie in het huis slecht is, moet de ruimte worden
voorzien van extra frisse lucht, bijvoorbeeld door middel van een
apart kanaal onder de haard. Het kanaal voor frisse lucht moet
zo recht mogelijk zijn, net als het kanaal zelf. Het kanaal moet
kunnen worden afgesloten met een keerklep om de koude lucht
buiten te houden als de haard niet wordt gebruikt. Jøtuls keerklep
voor frisse lucht zou een goede keus zijn. Bestelnr.: 340654.
3.4 Plafond
Jøtul I 150 FL kan worden gemonteerd met de bovenrand van de
opening voor hete lucht minstens 300 mm onder een plafond
van brandbaar materiaal.
3.5 Schoorstenen en kachelpijpen
De haard kan worden aangesloten op een schoorsteen en
kachelpijp die zijn goedgekeurd voor brandstofgestookte
haarden met rookgastemperaturen die zijn opgegeven in
«2.0 Technische gegevens».
De doorsnede van de schoorsteen moet ten minste even groot
zijn als de doorsnede van de kachelpijp. Zie «2.0 Technische
gegevens» voor informatie voor het berekenen van de
doorsnede van de schoorsteen.
Er kunnen meerdere brandstofgestookte haarden worden
aangesloten op dezelfde schoorsteen als de doorsnede van
de schoorsteen groot genoeg is.
D e s c h o o r s t e e n m o e t w o r d e n a a n g e s l o t e n i n
overeenstemming met de installatievoorschriften van de
schoorsteenleverancier.
Voordat u een opening in de schoorsteen maakt, moet de
haard als proef worden geplaatst om te zorgen voor de juiste
positie ten opzichte van de schoorsteen. Zie afb. 1 voor de
minimale afmetingen.
Zorg dat de kachelpijp omhoog wijst in de richting van de
schoorsteen.
Gebruik een kachelpijpbocht met een veegluik, zodat de pijp
kan worden geveegd.
Houd er rekening mee dat de aansluitingen enigszins flexibel
moeten zijn om te voorkomen dat kleine verplaatsingen tijdens
de installatie schade veroorzaken.
Opmerking! Een juiste en luchtdichte aansluiting is van groot
belang voor het goed functioneren van de haard.
Opmerking! Er mag geen gewicht worden overgedragen van de
haard naar de schoorsteen. De haard mag niet verhinderen dat de
schoorsteen kan bewegen. De haard mag niet op de schoorsteen
worden vastgezet.
Aanbevolen luchtstroom van schoorsteen, «2.0 Technische
gegevens». Als de luchtstroom te sterk is, kunt u een luchtklep
installeren en gebruiken om de luchtstroom te regelen.
38
2
vrije ventilatie.
2
vrije ventilatie.
3.6 Voorbereiding/installatie
Controleer of de inzethaard geen transportschade heeft
opgelopen voordat u de haard installeert.
NB! Dit onderdeel is zwaar. Daarom hebt u bij het monteren en
bij het plaatsen van de haard hulp nodig.
De poten bevestigen (afb.3)
1. Maak na het uitpakken van de inzethaard de hendel aan de
bovenkant los. Haal de doos met inhoud eruit, keerplaat en de
aslade, de klepdeksel en het luchtrooster. Sluit de deuren.
2. Plaats de kartonnen verpakking op de grond en leg de haard
voorzichtig op zijn achterkant.
3. Bevestig de 3 poten (A) aan de verstelbare verbindingsstukken
(B) met behulp van de 3 schroeven M6 x 25 mm en ringen in
het plastic zakje.
4. Bevestig de verbindingsstukken aan het product met behulp
van 3 platkopschroeven (A) van het type M6x25mm en 3
ringen.
5. Monteer het hitteschild (D) onder de onderkant van de haard
met 1 schroeven.
6. Plaats de remplaat in de groeven aan bovenkant van de
vlamplaten.
7. De afstelling van de inzethaard mag alleen gedaan worden
wanneer deze een proefmontage heeft ondergaan. De
onderplaat moet altijd onder de schroefkoppen worden
geplaatst om het oppervlak te beschermen en te voorkomen
dat de inzethaard van zijn plaats schiet.
8. Het definitieve bijstellen geschiedt met behulp van schroeven
van het type M10 x 45 mm die aan de verbindingsstukken
zijn bevestigd (C).
Het hittescherm voor de kachelpijp (afb. 4)
Het hittescherm voor de kachelpijp is aan de achterzijde van het
achterste hittescherm bevestigd door middel van twee schroeven
die u in het zakje met schroeven kunt vinden.
Als er een bocht nodig is in de kachelpijp die rechtstreeks van
de kachel naar de schoorsteen achter de kachel loopt, zit dit
hittescherm mogelijk in de weg. Aangezien er zich normaal
gesproken geen brandbaar materiaal bij de muur achter de kachel
bevindt, kan het hittescherm in dat geval worden verwijderd.
3.7 Zet op/installatie
Montage van de schoorsteen
De kachelpijp moet aan de voorkant worden bevestigd aan de
rookafvoer aan de voorkant met een M-schroef (6D). Gebruik
een boor van 5,5 mm Ø en maak een gat in de kachelpijp,
voor de schroef.
NB! Het is van belang dat de verbinding volledig luchtdicht wordt
afgesloten. Lekkage van lucht en dergelijke kan de goede werking
van de haard belemmeren.

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis