Monacor HPB-240/SW Montageanleitung Seite 17

Aanbevolen kabeldoorsnede*
Totale kabellengte HPB-240/..
max. 14 A
2 m
4 m
6 m
10 m 10 mm
*Bij de aanbevolen doorsnede is er een maximale
spanningsval van 0,25 V in de voedingskabels. Indien
een kleinere doorsnede gebruikt wordt, dan stijgt de
spanningsval en vermindert het uitgangsvermogen.
De doorsnede van de kabels kan berekend worden
met de volgende formule:
I (l l
+
max x a
q =
15
q
= aanbevolen doorsnede in mm
I
max = maximale stroom in A
l
= lengte van de +12 V-kabel in m
a
l
= lengte van de massageleider in m
b
5.1.4. Aansluiting GND (6)
Verbind de GND-aansluiting via een kabel met een
geschikte doorsnede (zelfde doorsnede als de
+12 V–kabel) met de massa van de auto of rechtstre-
eks met de negatieve pool van de autobatterij. Om
aardlussen te vermijden moeten de massaverbindin-
gen van de autoradio en de booster op dezelfde plaats
liggen.
5.2 Ingangen
Verbind de beide ingangen (4) van de booster via
cinch-kabels met de overeenkomstige lijnuitgangen
van de autoradio.
Indien de radio geen lijnuitgangen heeft, dan moe-
ten de luidsprekeruitgangen van de autoradio via een
geschikte transformator (bv. de MONACOR FGA-20)
met de ingangen van de booster verbonden worden.
5.3 Luidsprekers
Het maximale uitgangsvermogen verkrijgt men bij
aansluiting van 4 Ω-Luidsprekers. Maar men kan ook
8 Ω-Luidsprekers gebruiken waarbij het uitgangsver-
mogen wordt gereduceerd. Alle luidsprekers moeten
een dubbelpolige aansluiting hebben met de booster,
d.w.z. zonder gemeenschappelijke massa!
De juiste aansluiting van de luidsprekers hangt af
van het aantal gebruikte luidsprekers!
5.3.1. Twee luidsprekers (figuur 3)
Het vermogen van elke luidspreker moet minstens 60
Wrms (HPB-260/..) resp. 40 Wrms (HPB-240/..) zijn.
Aansluiting van de frontluidsprekers op de klemmen
(10):
L+ = + linker luidspreker, vooraan
L- = - linker luidspreker, vooraan
R- = - rechter luidspreker, vooraan
R+ = + rechter luidspreker, vooraan
De keuzeschakelaar SUBWOOFER (2) moet in de
OFF-stand staan.
HPB-260/..
max. 25 A
2 2
2 mm 4 mm
2 2
4 mm 7 mm
2 2
6 mm 10 mm
2 2
20 mm
)
b
2
5.3.2 Eén luidspreker (figuur 4)
Met de aansluiting van een subwoofer kan het uit-
gangsvermogen verdubbeld worden. Voor de subwoo-
fer is een crossover-netwerk geïntegreerd. Deze
schakeling wordt geactiveerd met de SUBWOOFER-
schakelaar (2). De subwoofer moet een vermogen van
minstens 120 Wrms (HPB-260/..) respectievelijk 80
Wrms (HPB-240/..) kunnen verwerken.
Aansluiting van de subwoofer op de klemmen (10):
L+ = niet aangesloten
L- = - subwoofer
R- = niet aangesloten
R+ = + subwoofer
De schuifschakelaar SUBWOOFER (2) moet in de
stand 120 Hz of 80 Hz geplaatst worden. Deze instel-
ling is afhankelijk van de subwoofer. Kies de frequen-
tie waarop de subwoofer optimaal werkt.
6 Aanpassing van volume en klank
Alvorens in te schakelen en het geluidsniveau aan
te passen, moet de volledige aansluiting van de
booster nogmaals gecontroleerd worden. Verbind
pas nadien de positieve klem opnieuw met de auto-
batterij.
Voor een optimale aanpassing van het niveau van de
booster op het niveau van de autoradio is een LEVEL
CONTROL-regelaar (3) voorzien. Met de BASS/
TREBLE-regelaars (1) kunnen de lage frequenties
met 18 dB versterkt worden en de hoge frequenties
met 12 dB.
7 Fout opsporing
Indien er geen klank is na het inschakelen van het
autoradiosysteem, dan kan de fout precies gelocali-
seerd worden door in de eerste plaats op de LED (9)
van de booster te letten.
7.1 De LED licht niet op
1) Controleer de zekering (5) van de booster en de
extra zekering aan de autobatterij. Vervang defecte
zekeringen.
2) Controleer de kabels van de batterij op juiste aan-
sluiting en op onderbrekingen.
3) Controleer of er een +12 V-spanning is aan de
RMT-aansluiting (8) van de booster. Is dit niet het
geval verwijder dan de kabel van de RMT-aansluit-
ing en verbind kort de aansluitingen RMT (8) en
+12 V (7). Schakelt de booster nu wel in dan ont-
stond de fout door de afwezige regelspanning.
Controleer de +12 V-uitgang van de autoradio (of
van de aparte schakelaar of van het startcontact)
en de overeenkomstige verbindingskabel naar de
booster.
7.2 De LED licht groen op maar eris geen geluid
1) Controleer de luidsprekers, de luidsprekerkabels
en hun correcte aansluiting. Speciaal bij een brug-
geschakelde versterker is de juiste luidspreker-
aansluiting zeer belangrijk.
2) Controleer de aansluitingen aan de ingangen van
de versterker.
NL
B
17