Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen.
•
Zet de modusdraaiknop op een andere functie dan
•
beelden.
Zet de modusdraaiknop op
•
Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] tijdens het opnemen van bewegende beelden.
•
Doe het volgende:
Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [640(Fijn)].
–
Plaats een "Memory Stick PRO" (blz. 92).
–
Het onderwerp is niet zichtbaar op het scherm.
Zet de modusdraaiknop op een andere functie dan
•
Het opnemen duurt erg lang.
De NR lange-sluitertijdfunctie is ingeschakeld (blz. 25). Dit is normaal.
•
Het beeld is onscherp.
Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Neem op in de close-up (Macro)-opnamefunctie. Zorg
•
ervoor dat u tijdens het opnemen de lens verder van het onderwerp afhoudt dan de minimale
opnameafstand, ongeveer 6 cm voor groothoek (W)/30 cm voor telefoto (T) (
"Lees dit eerst").
(Schemerfunctie) of
•
opnemen van stilstaande beelden.
De scherpstelling-voorkeuzefunctie is gekozen. Kies de automatische scherpstellingsfunctie
•
(blz. 30).
Raadpleeg "Als het onderwerp niet scherpgesteld is" op bladzijde 31.
•
De zoomfunctie werkt niet.
U kunt de zoomvergroting niet veranderen tijdens het opnemen van bewegende beelden.
•
De digitale precisie-zoomfunctie werkt niet.
Stel [Digitale zoom] in op [Nauwkeurig] (blz. 45).
•
Deze functie kan niet worden gebruikt tijdens het opnemen van bewegende beelden.
•
De slimme-zoomfunctie werkt niet.
Stel [Digitale zoom] in op [Slim] (blz. 45).
•
Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer:
•
Het beeldformaat is ingesteld op [7M] (DSC-W7/W17), [5M] (DSC-W5/W15), of [3:2].
–
U opneemt in de [Multi Burst] functie.
–
Opnemen van bewegende beelden.
–
NL
80
wanneer u bewegende beelden wilt opnemen.
(Landschapsfunctie) is gekozen in de Scènekeuzefunctie bij het
of
bij het opnemen van stilstaande
(blz. 24).
stap 5 in
t