Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Afstelling Van Het Apparaat En Inrichting Van De Werkplek - RIDGID micro CA-25 Bedienungsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für micro CA-25:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 33
micro CA-25 inspectiecamera
7. Controleer of het waarschuwingsplaatje
aanwezig is en of het stevig vastzit en
leesbaar is.
Figuur 6 – Waarschuwingsplaatje
8. Gebruik de inspectiecamera bij eventu-
ele problemen tijdens de inspectie niet
totdat deze adequaat verholpen zijn.
9. Installeer de batterijhouder met droge
handen opnieuw in het toestel en zorg
ervoor dat hij helemaal naar binnen
wordt gedrukt.
10. Houd de aan/uit-knop gedurende 1 se-
conde ingedrukt. Zodra de camera klaar
is voor gebruik, wordt er een beeld weer-
gegeven. Als het toestel niet goed werkt,
probeer dan eerst de batterijen te ver-
vangen.
11. Houd de aan/uit-knop gedurende 1 se-
conde ingedrukt om het toestel uit te
schakelen.
Afstelling van het
apparaat en inrichting van
de werkplek
WAARSCHUWING
Stel de micro CA-25 inspectiecamera op en
richt de werkplek in volgens onderstaande
instructies om het risico op letsel door een
elektrische schok, verstrikking of een an-
dere oorzaken te beperken en beschadi-
ging van het apparaat en het systeem te
voorkomen.
50
1. Controleer de werkplek op:
• Aangepaste verlichting.
• Aanwezigheid van ontvlambare vloei-
stoffen of dampen, of stof dat kan ont-
branden. In aanwezigheid van deze
stoffen mag u niet aan de slag gaan
voordat de bronnen geïdentificeerd en
afgesloten werden. De micro CA-25 in-
spectiecamera is niet explosieveilig en
kan vonken produceren.
• Een opgeruimde, effen, stabiele, droge
plaats voor de operator. Gebruik de
inspectiecamera niet terwijl u in water
staat.
2. Onderzoek de te inspecteren zone of ruim-
te om te bepalen of de micro CA-25 inspec-
tiecamera het juiste gereedschap is om de
klus te klaren.
• Bepaal de toegangspunten tot de ruimte.
De kleinste opening waar de camerakop
door kan, bedraagt ongeveer 19 mm in
diameter – de camerakop heeft een dia-
meter van 17 mm.
• Controleer of er obstakels zijn die erg
scherpe bochten in de kabel noodza-
kelijk maken. De inspectiecamera kan
bochten met een straal tot 2" (50 mm)
nemen zonder gevaar voor beschadi-
ging.
• Controleer of de te inspecteren zone
van stroom wordt voorzien. Als dat het
geval is, moet de stroomvoorziening
van die zone worden uitgeschakeld
om het risico van elektrocutie te be-
perken. Gebruik aangepaste lockout-
procedures om te voorkomen dat de
stroom opnieuw wordt ingeschakeld
tijdens de inspectie.
• Ga na of er eventueel chemicaliën aan-
wezig zijn, zeker als het om afvoerlei-
dingen gaat. Het is belangrijk dat u de
specifieke veiligheidsmaatregelen be-
grijpt die noodzakelijk zijn om te wer-
ken in aanwezigheid van chemicaliën.
Contacteer de chemicaliënfabrikant
voor de vereiste informatie. Chemica-
liën kunnen de inspectiecamera be-
schadigen of aantasten.
• Bepaal de temperatuur van de zone en
de voorwerpen in de zone. De bedrijfs-
temperatuur van de inspectiecamera
bedraagt 32°F (0°C) tot 122°F (50°C).
Gebruik bij temperaturen buiten dit
bereik of contact met hetere of koude-
re voorwerpen of stoffen kan schade
aan de camera veroorzaken.

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis