9. Audioanschluss
Die PA-Box ist mit einem Mikrofoneingang, einem Line-Ein/Ausgang und einem MP3-Player ausgestattet, der MP3-
Dateien von USB-Medien oder SD-Speicherkarten wiedergeben kann.
Benutzen Sie zum Anschluss nur hierfür geeignete abgeschirmte Audioleitungen. Bei Verwen-
dung anderer Kabel können Störungen auftreten.
Um Verzerrungen oder Fehlanpassungen zu vermeiden, die zur Beschädigung des Gerätes
führen können, dürfen an den Mikrofoneingang nur dynamische Mikrofone bzw. Kondensator-
mikrofone mit eigener Spannungsversorgung angeschlossen werden. An den Line Ein/Aus-
gang dürfen ausschließlich Geräte mit Cinchanschlüssen (Line-Pegel) angeschlossen werden.
Achten Sie darauf, dass keine der Leitungen durch scharfe Kanten beschädigt werden kann.
Beachten Sie auch die Anschlusswerte in den „Technischen Daten".
Schalten Sie das Gerät mit dem Schalter POWER (17) aus, bevor Sie Anschlussleitungen an-
bzw. abstecken.
•
Verbinden Sie Ihr Mikrofon mit dem Anschluss MIC (7). Der Anschluss verfügt über eine Kombibuchse, in die
sowohl Klinkenstecker als auch XLR-Stecker gesteckt werden können.
•
Verbinden Sie den Ausgang Ihres Audioquellgerätes (z.B. CD-Player) mit dem Anschluss LINE IN (9).
•
Verbinden Sie den Eingang Ihres Aufnahmegerätes oder Ihres externen Verstärkers mit dem Anschluss LINE
OUT (8). Über diesen Ausgang kann das Signal der PA-Box aufgezeichnet oder an einen externen Verstärker
zum Anschluss zusätzlicher Lautsprecher weitergeleitet werden.
•
Stecken Sie Ihr USB-Speichermedium in den Anschluss USB (1).
•
Stecken Sie Ihre SD-Karte in den Kartenslot SD INPUT (2).
Stecken Sie die Speichermedien immer nur bei eingeschaltetem Gerät ein bzw. ziehen Sie sie immer
nur bei eingeschaltetem Gerät heraus.
12
8. Opladen van de ingebouwde accu
In de PA-Box zijn twee loodaccu's ingebouwd, die bedrijf, onafhankelijk van het net, mogelijk maken.
Voor het eerste gebruik moeten de accu's worden opgeladen.
Om de accu's te ontzien, moeten deze na elk gebruik worden opgeladen. Bovendien wordt de levensduur van de
accu's door regelmatig gebruik en een opslag en lading bij kamertemperatuur verlengd.
De accu's mag uitsluitend met het meegeleverde laadapparaat worden opgeladen. Een wijze
van laden kan tot beschadiging van de accu's, explosies of brandgevaar leiden.
Laad de accu's alleen op bij kamertemperatuur in een goed geventileerde ruimte.
Stel de accu's niet bloot aan hoge temperaturen (>50°C), omdat hierdoor de levensduur wordt
verkort.
Het stopcontact waarop de PA-Box wordt aangesloten, moet gemakkelijk bereikbaar zijn zodat
het apparaat in geval van storingen snel en zonder gevaren van de netspanning kan worden
gescheiden.
•
Verbind het meegeleverde netsnoer met de netaansluiting (19) op de achterzijde van het apparaat.
•
Steek de stekker in een contactdoos.
•
Van zodra de PA-Box met het net is verbonden, worden de accu's geladen.
•
De indicatie CHARGING (18) knippert tijdens het laden. Nadat de accu's volledig geladen zijn licht de indicatie
CHARGING (18) doorlopend op.
De PA-Box kan ook tijdens het laden worden gebruikt.
•
Laad de accu's bij de eerste ingebruikneming en na langere bedrijfspauzen gedurende ca. 48 uur op, zodat ze
terug hun volledige capaciteit bereiken.
•
Koppel de PA-Box los van het stroomnet om het laadproces te beëindigen.
•
De PA-Box kan na het laden meteen in bedrijf worden genomen. De bedrijfsduur met volle accu's bedraagt
afhankelijk van het volume ca. 3-5 uur.
•
Bij normale werking brandt de LED naast de schakelaar POWER (17) als het apparaat is ingeschakeld. Als de
LED rood begint te knipperen, moeten de accu's worden bijgeladen. Indien het apparaat verder wordt gebruikt,
schakelt een beveiligingsschakeling tegen diepontladen het terug uit.
•
De accu's beschikken over een kleine zelfontlading, d.w.z. dat de accu's zichzelf ontladen, ook al is het apparaat
niet in bedrijf. Daarom dient u de accu's om de 2 maanden op te laden als ze niet worden gebruikt.
65