3.15
Het alfanumerieke toetsenbord gebruiken
Met uw telefoon kunt u ook alfanumerieke tekens invoeren. Dit is handig om een naam in het
telefoonboek te plaatsen, een naam te geven aan de handset enz.
Om een letter te selecteren, drukt u zo vaak als nodig op de bijbehorende toets.
Bijvoorbeeld: druk eenmaal op "2" om "A" te kiezen. Druk tweemaal op "2" om "B" te kiezen enz.
Druk eenmaal op "2" en wacht totdat de cursor naar het volgende teken gaat en druk tweemaal op
"2" om eerst "A" en vervolgens "B" te kiezen.
De tekens op het toetsenbord zijn als volgt verdeeld:
Toets
Eerste
druk
1
spatie
2
A
3
D
4
G
5
J
6
M
7
P
8
T
9
W
0
0
4
Telefoonboek
Elke handset kan tot 50 telefoonnummers en namen opslaan. Namen kunnen 12 tekens en
nummers 20 cijfers lang zijn.
Voor het invoeren van alfanumerieke karakters, zie sectie "3.15 Het alfanumerieke toetsenbord
gebruiken".
4.1
Een nummer toevoegen aan het telefoonboek
4
5
6
GHI
JKL
MNO
4
5
6
GHI
JKL
MNO
4.2
Een nummer uit het telefoonboek bellen
Druk op "1" om een spatie te kiezen.
Druk op de wissen-toets om een teken te wissen.
Tweede
druk
-
B
E
H
K
N
Q
U
X
1 Kies het menu.
2 Kies "TELEFOONBOEK" (PHONEBOOK) en bevestig.
3 Kies "TOEVOEGEN" (ADD ENTRY) en bevestig.
4 Voer de naam in en bevestig.
Druk op de telefoonboek-toets en verlaat het menu zonder de wijzigingen op te
slaan.
5 Voer het nummer in en bevestig.
6 Kies een belmelodie (1-10) en bevestig.
1 Druk op de telefoonboek-toets.
2 Kies een naam of voer de eerste letter van de naam in. (De lijst scrolt in
alfabetische volgorde.)
Om eerst het telefoonnummer te zien, drukt u op de OK-toets.
Derde
Vierde
druk
druk
1
C
2
F
3
I
4
L
5
O
6
R
S
V
8
Y
Z
Telefoonboek
Vijfde
druk
7
9
43