`
De toets
indrukken.
2.
Op het display verschijnt het eerste programmanummer.
Met de draaiknop de programmagroep kiezen.
3.
f
De toets
indrukken.
4.
Op het display verschijnt als voorstel voor het gewicht
0,50 kilogram.
Met de draaiknop het gewicht instellen.
5.
n
De toets
indrukken.
6.
Het programma start. Die Dauer [
Anzeige ab.
Het programma is beëindigd
Er klinkt een signaal. Het programma is beëindigd, het
apparaat verwarmt niet meer. Met de toets
uitschakelen of opnieuw instellen.
Programma afbreken:
%
De toets
indrukken.
Het toestel is uitgeschakeld.
Programma wijzigen
Na de start kunnen het programmanummer en het gewicht niet
veranderd worden.
58
r
] läuft sichtbar in der
%
het apparaat
Tijdsduur veranderen
Bij de automatische programma's kunt u de tijdsduur niet
veranderen.
Ontdooien en garen met de automatische
programma's
Aanwijzingen
Neem het product uit de verpakking en weeg het. Kunt u het
■
exacte gewicht niet invoeren, rond het dan naar boven of
beneden af.
Gebruik voor de programma's altijd vormen die geschikt zijn
■
voor de magnetron, bijv. van glas of keramiek, of de
braadslede. Let op de tips over de toebehoren in de
programmatabel.
Zet de levensmiddelen in de onverwarmde binnenruimte
■
Na de tips vindt u een tabel met geschikte levensmiddelen,
■
het betreffende gewichtsbereik en de benodigde toebehoren.
Het is niet mogelijk gewichten in te stellen buiten het
■
gewichtsbereik.
Bij veel gerechten klinkt na enige tijd een signaal. Keer het
■
gerecht of roer het om.
Ontdooien
Aanwijzingen
De levensmiddelen zo vlak mogelijk en verdeeld in porties bij
■
-18 °C invriezen en bewaren.
Leg de diepvriesproducten op een ondiepe vorm van
■
bijv. glas of porselein.
Kwetsbare en uitstekende delen afdekken met kleine stukken
■
aluminiumfolie. Zo voorkomt u dat de gerechten aanbakken.
Let er op dat de aluminiumfolie de wanden van de
binnenruimte niet raakt.
Laat de levensmiddelen na het ontdooien met het oog op een
■
gelijkmatige temperatuurverdeling nog 10 tot 90 minuten
rusten.
Bij het ontdooien van vlees, gevogelte of vis komt vloeistof
■
vrij. U dient deze bij het keren te verwijderen. In geen geval
verder gebruiken of met andere levensmiddelen in aanraking
brengen.
Brood dient u alleen in de benodigde hoeveelheid te
■
ontdooien. Het wordt snel oudbakken.
Verwijder gehakt dat al ontdooid is na het keren.
■
Gevogelte in zijn geheel eerst met de borstzijde en stukken
■
gevogelte eerst met de zijde van het vel op de vorm leggen.
Poten en vleugels afdekken met kleine stukken
aluminiumfolie.
Gekookte aardappels
Aanwijzing: In stukken van dezelfde grootte snijden. Per 100 g
aardappels een eetlepel water en wat zout toevoegen.
Groente
Aanwijzingen
Groente, vers in stukken van dezelfde grootte snijden. Per
■
100 g een eetlepel water toevoegen.
Groente, diepvries: geschikt is alleen geblancheerde, niet
■
voorgebakken groente. Diepvriesgroente met roomsaus is
niet geschikt. 1 tot 3 eetlepels water toevoegen. Bij spinazie
en rode kool geen water toevoegen.
Rijst
Aanwijzingen
Geen rijst in kookbuiltjes gebruiken.
■
Twee tot tweeënhalf keer zoveel water bij de rijst doen.
■
Vis
Aanwijzing: Visfilet, vers: 1 tot 3 eetlepels water of citroensap
toevoegen.