3. EEN WAS DOEN
Voordat u de machine in gebruik neemt, raden wij u aan
een wasgang op 95°C zonder wasgoed uit te voeren
om de kuip schoon te maken.
3.1. Wasgoed in de machine doen
•
Machinedeksel openen.
•
Trommel openen door grendeltoets A in te drukken;
de twee kleppen gaan vanzelf uit elkaar.
•
Wasgoed in de machine doen, trommel sluiten en
machinedeksel sluiten.
A
3.2. Wasmiddel doseren
Deze wasautomaat is ontworpen om water- en was-
middelverbruik zo laag mogelijk te houden, reduceer
daarom de door de fabrikanten van wasmiddel aanbe-
volen hoeveelheid.
Doseer wasmiddel in vak
als u wilt voorwassen. Doseer indien gewenst was-
verzachter in vak
.
Als u een ander type wasmiddel gebruikt lees dan
"Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen".
3.3. Programma kiezen
In de programmatabel ziet u, welk programma geschikt
is voor uw wasgoed.
Waarschuwing: voordat u
het
machinedeksel
dient u te controleren of de
trommel goed gesloten is:
•de twee kleppen goed ges-
loten,
•grendeltoets A niet inge-
drukt.
en voorwasmiddel in vak
Draai de programmakie-
zer op het gewenste pro-
gramma.
0 = Stop
3.4. Centrifugetoerental kiezen
De toerentalkiezer geeft de mogelijke toerentallen voor
katoenprogramma's aan. Deze toerentallen worden
verlaagd voor kreukherstellend goed, fijne was en wol.
sluit,
3.5. Extra functies kiezen
De verschillende extra functies kunt u kiezen nadat u
het programma hebt gekozen en voordat u toets Start/
Pauze indrukt.
Druk de gewenste toets(en) in, de betreffende lampjes
gaan branden. Als u een toets nogmaals indrukt, gaat
het lampje uit. Als een functie niet kan worden gecom-
bineerd met het gekozen programma, gaat het betref-
fende lampje knipperen (zie programmatabel).
3.5.1. Starttijdkeuze
Deze functie stelt de start van het programma uit. Kies
het aantal uren dat u de start wilt uitstellen door de toets
een of meerdere malen in te drukken.
3.5.2. Stil
Deze functie reduceert het geluid van de wasautomaat,
terwijl het wasresultaat gelijk blijft. Zo kunt u uw was-
machine ook 's nachts gebruiken zonder last te hebben
van het geluid. Er wordt niet gecentrifugeerd en het
wasgoed blijft in het laatste spoelwater liggen om
kreukvorming te voorkomen als het niet direct uit de
trommel wordt gehaald.
3.5.3. Spoelen +
Deze functie voegt bij katoen, synthetica en fijne was
twee extra spoelgangen toe.
3.5.4. Kort
Deze functie wast kleine hoeveelheden licht verontrei-
nigd wasgoed in minder tijd.
* afhankelijk van model
5
Kies het centrifugetoerental of
Spoelstop* of Pompen* (of
«0») naargelang het soort was-
goed, de vochtigheidsgraad
die u aan het eind van het pro-
gramma wenst en uw droog-
mogelijkheden.