Metabo MBS 18 LTX 2.5 Originalbetriebsanleitung Seite 24

nl NEDERLANDS
7.2 Tips voor het werk
Gebruik een zaagblad dat is afgestemd op het
te zagen materiaal.
Werkstuk goed vast zetten, bijvoorbeeld met
behulp van een spaninrichting. Ondersteun
het werkstuk in geen geval met uw hand of voet.
Zware eindstukken zo ondersteunen, dat ze
niet naar beneden vallen en letsel kunnen
veroorzaken.
Houd de machine met beide handen aan de
hiervoor bestemde handgrepen vast, zorg
ervoor dat u stevig staat en werk
geconcentreerd.
Schakel direct de machine uit wanneer het
zaagblad vast komt te zitten. Maak de
zaagvoeg met een daarvoor geschikt gereedschap
iets wijder en haal de machine uit de opening.
- De machine met de werkstukaanslag (13) tegen
het werkstuk drukken.
- Het zaagblad komt niet in aanraking met het
werkstuk. De machine inschakelen en enkele
seconden laten draaien.
- Pas dan het zaagblad langzaam en voorzichtig
tegen het werkstuk bewegen.
- Vermijd overmatige druk op het bandzaagblad -
de kracht van het gewicht van de machine is
voldoende.
- Kantel of draai het bandzaagblad niet.
- Wacht totdat het zaagblad tot stilstand is
gekomen, voordat u de machine weg legt. Het
zaagblad kan vast komen te zitten ,waardoor u de
controle over de machine kunt verliezen.
Aanwijzing:
Overmatige druk of kantelen verkort de levensduur
van het bandzaagblad.
Vermijd dat het bandzaagblad snel en krachtig in
contact komt met het werkstuk. Het bandzaagblad
kan anders beschadigd raken.
Mochten er vibraties optreden, dient u het werkstuk
op een andere manier vast te zetten. Als de
vibraties niet verdwijnen, dient u het zaagblad te
vervangen.
Controleer regelmatig de loop van het zaagblad. Zie
hoofdstuk 8. Onderhoud.
Advies voor het zagen van profielen:
Zie pagina 2, afb. B.
7.3 Ophanghaak
De ophanghaak (18) is alleen bedoeld voor het
ophangen van de machine. Niet belasten met extra
gewicht.
De machine alleen aan componenten ophangen,
die het gewicht kunnen dragen.
7.4 LED-lamp
Voor de verlichting van de zaagsnede schijnt, bij
ingeschakelde machine, de krachtige LED (11).
24
8. Onderhoud, reiniging
Haal het accupack uit de machine, voordat
instel-, ombouw-, onderhouds- of
reinigingswerkzaamheden uitgevoerd worden.
De machine moet regelmatig ontdaan worden van
afgezet stof en spaanders. Daarbij moeten de
ventilatiesleuven bij de motor met een stofzuiger
gereinigd worden. Schroef ook de
zaagbladbeschermplaten (17) met de inbussleutel
(6) los en verwijder vuil en spaanders.
Controleer regelmatig de loop van het
zaagblad. Zie pagina 2, afb. A. Het zaagblad is juist
ingesteld, als het in het midden van de
geleidingsrollen (12) ligt en de tanden van het
zaagblad (14) op een afstand van 4,76 mm (3/16")
van de rand van de geleidingsrol ligt. Indien nodig
de zaagbladpositie instellen.
Overmatig vastdraaien van de
instelschroeven (16) kan schade aan de
machine veroorzaken.
Indien nodig de zaagbladpositie instellen:
1. Machine omdraaien en beide
zaagbladbeschermplaten (17) met de
inbussleutel (6) eraf schroeven en opzij leggen.
2. Spanhendel (1) tot aan de aanslag rechtsom
draaien. Hierdoor wordt de spanning van het
zaagblad opgeheven en de instelschroeven (16)
kunnen worden bereikt.
3. Beide moeren (15) met een 10 mm steeksleutel
los draaien (linksom draaien).
4. Beide instelschroeven (16) met de inbussleutel
(6) elk een kwartslag draaien. AANWIJZING:
Door de instelschroeven (16) rechtsom te
draaien, beweegt het zaagblad in richting van de
geleidingsrol. Door de instelschroeven (16)
linksom te draaien, beweegt het zaagblad weg
van de geleidingsrol.
5. Beide moeren (15) met een 10 mm steeksleutel
vast draaien (rechtsom draaien).
6. Spanhendel (1) tot aan de aanslag linksom
draaien. Hierdoor wordt het zaagblad
gespannen.
7. Het is noodzakelijk de zaag te starten om de
instelling te controleren. Let op de loop van het
zaagblad tijdens het gebruik en herhaal
eventueel stappen 1-7 om de juiste positie van
het zaagblad in te stellen.
8. Beide zaagbladbeschermplaten (17) met de
inbussleutel (6) vast schroeven.
9. Toebehoren
Gebruik alleen origineel Metabo toebehoor.
Gebruik alleen toebehoor dat voldoet aan de in
deze gebruiksaanwijzing genoemde eisen en
kenmerken.
A Laadapparaten: ASC Ultra, ASC 15, ASC 30 e.a.
B Accupacks met verschillende capaciteiten. Koop
alleen accupacks met een spanning die aansluit
bij uw elektrisch gereedschap.