Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Cebora POWER PLASMA 3035/M Betriebsanleitung Seite 47

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für POWER PLASMA 3035/M:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

2.4 INBEDRIJFSSTELLING
Het apparaat moet worden geïnstalleerd door
gekwalificeerd personeel. Alle verbindingen moeten
tot stand worden gebracht overeenkomstig de
geldende normen en met volledige inachtneming van
de wet op de ongevallenpreventie (zie CEI 26-23 /
IEC-TS 62081).
Sluit de luchttoevoer aan op verbinding B.
Mocht de lucht in de installatie teveel vocht en olie
bevatten, gebruik dan een droogfilter teneinde te
voorkomen dat er een overmatige oxidatie en slijtage
van verbruiksonderdelen plaatsvindt, dat de toorts wordt
beschadigd en dat de snijsnelheid en snijkwaliteit minder
worden.
In het geval de luchttoevoer afkomstig is van een
drukregelaarvan een compressor of een centrale
installatie, moet de drukregelaar worden ingesteld op een
uitgangsdruk van niet meer dan 8 bar (0,8 MPa). Als de
luchttoevoer afkomstige is van een fles, moet deze
zijn voorzien van een reduceerventiel; sluit nooit een
persluchtfles rechtstreeks aan op de drukregelaar
van het apparaat! De druk zou de capaciteit van de
verminderaar drukregelaar te boven kunnen gaan,
die daardoor zou kunnen ontploffen!
Sluit de voedingskabel A aan: de geel-groene draad van
de kabel moet worden aangesloten op een deugdelijke
aarding van de installatie, de overige draden moeten op
de fase draden worden aangesloten via een schakelaar
die zo mogelijk dichtbij de snijzone is geplaatst, om in
geval van nood een snelle uitschakeling toe te staan.
Het vermogen van de thermische schakelaar of van de
zekeringen in serie met de schakelaar moet gelijk zijn aan
de door het apparaat verbruikte stroom I1.
De verbruikte stroom I1 wordt afgeleid uit de technische
gegevens die op het apparaat worden vermeld onder de
beschikbare voedingsspanning U1.
Eventuele verlengkabels moeten een diameter hebben
die voldoende groot is voor de verbruikte stroom I1.
3 GEBRUIK
Verzeker u ervan dat de startknop niet is ingedrukt.
Schakel het apparaat in met de schakelaar C. Hierdoor
gaat het lampje D branden.
Door even op de toortsschakelaarte drukken, wordt de
persluchtstroom geopend.
Aangezien de boog niet ontstoken is, komt de lucht
slechts gedurende 5 sec. uit de snijtoorts.
Stel in deze toestand de druk, die wordt aangegeven op
de manometer F, op 3,5 bar (0.35 MPA) in door middel
van de knop E van de drukregelaar, en blokkeer de knop
weer door hem omlaag te drukken.
Sluit de massaklem aan op het werkstuk dat gesneden
moet worden.
Het snijcircuit mag niet opzettelijk direct of indirect in
contact worden gebracht met deaardingsdraad, behalve
op het werkstuk dat gesneden moet worden.
Als het te snijden werkstuk opzettelijk met de aarde wordt
verbonden via de aardingsdraad, moet de verbinding
zo rechtstreeks mogelijk zijn en worden uitgevoerd met
een draad met een doorsnede die minstens gelijk is aan
de massakabel van de snijstroom, en op hetzelfde punt
zijn aangesloten op het te behandelen werkstuk als de
massakabel, met behulp van de klem van de massakabel
of met behulp van een tweede massaklem die in de
onmiddelijke nabijheid is geplaatst. Alle mogelijke
voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen om
zwerfstromen te vermijden.
Gebruik de knop M om de snijstroom in te stellen van 5
tot 30 A afhankelijk van het uit te voeren werk.
Zorg ervoor dat de massaklem en het werkstuk goed
elektrisch contact maken, vooral bij gelakt of geoxideerd
metaal of een isolatiedeklaag; sluit de klem zo dicht
mogelijk bij het snijgebied aan.
Verzeker u ervan dat de massaklem en het werkstuk
een goed elektrisch contact maken, in het bijzonder
bij gelakte, geoxideerde staalplaat of staalplaat met
isolerende bekledingen.
Verbind de massaklem niet met het stuk materiaal dat
moet worden weggenomen.
Druk op de toortsschakelaar om de vonkenboog in te
schakelen. Als het snijden na 2 seconden nog niet begint,
gaat de vonkenboog uit en moet de schakelaar opnieuw
worden ingedrukt om de boog weer te ontsteken.
Houd de snijtoorts verticaal gedurende de snede.
Nadat de snede is voltooid en de knop is losgelaten, blijft
er gedurende nog ongeveer 40 seconden lucht uit de
snijtoorts komen om de toorts zelf af te laten koelen.
Zet het apparaat niet uit voordat deze tijd verstreken
is.
Voor het snijden van geperforeerde platen of roosters
moet de functie "Pilot self restart" worden geactiveerd
met de knop P (led O brandt).
Aan het einde van het snijden zal de hoogfrequentboog
automatisch opnieuw ontstoken worden, als de knop
ingedrukt gehouden wordt.
Gebruik deze functie alleen als dat noodzakelijk is, om
te voorkomen dat de elektrode en de snijhuls onnodig
slijten.
Als er gaten moeten worden gemaakt of als de snede moet
worden gemaakt vanuit het midden van een werkstuk,
moet de snijtoorts schuin gehouden worden en langzaam
recht worden geplaatst, zodat het gesmolten materiaal
niet
op
het
mondstuk
terechtkomt (zie fig.2). Dit
is nodig bij het doorboren
van werkstukken die dikker
zijn dan 3 mm.
Indien u door meerdere
lagen metaal moet snijden,
wat normaal het geval is bij
carrosseriewerken, moet u
de snijstroom instellen op
de minimumwaarden.
Voor
stroomwaarden
tussen 5 en 10 A kan het
handig zijn de inlaatdruk
in te stellen op ongeveer 2
bar.
Zet het apparaat uit nadat het werk beëindigd is.
3.1 VERVANGING
VAN
ONDERHEVIGE ONDERDELEN
Schakel het apparaat altijd uit, voordat u de aan slijtage
onderhevige onderdelen gaat vervangen.
Fig. 2
DE
AAN
SLIJTAGE
47

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis