Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Verticale Modus; Waterpasnauwkeurigheid; Nauwkeurigheidsinvloeden; Nauwkeurigheidscontrole - Spectra Precision LL300 Bedienungsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 8

Verticale modus

De laser, op een waterpas gesteld statief, zich allereerst in de horizontale modus waterpas laten stellen.
Met de manuele toets naar de manuele modus omschakelen en d.m.v. de verticale schroefdraadopname op
het statief opbouwen.
Na de verticale opbouw van de laser kan door het verdraaien van de laser het verticale laserstraalvlak uitgelijnd
worden op het midden van de ontvanger.
Om bij deze werkzaamheden offsetfouten te vermijden de ontvanger op ongeveer dezelfde hoogte als de
laser inzetten.
Met de „Omhoog/Omlaag"-pijltjestoetsen van de afstandsbediening kunt u een nauwkeurige uitlijning
uitvoeren.

WATERPASNAUWKEURIGHEID

Nauwkeurigheidsinvloeden

De mogelijke waterpasnauwkeurigheid wordt door vele factoren beïnvloed:
• de door de fabriek ingestelde nauwkeurigheid;
• de temperatuur van het apparaat;
• omgevingsinvloeden zoals regen, wind en temperatuur.
De grootste invloed op de meetnauwkeurigheid heeft de omgevingstemperatuur. Met name verticale
temperatuurverschillen (luchtlagen) in de buurt van de bodem doen zoals het trillen van de lucht boven warme
asfaltwegen de laserstraal afbuigen.
Dit geldt eveneens voor optische meetapparaten, zoals theodolieten of waterpasinstrumenten!

Nauwkeurigheidscontrole

Daarvoor is een vrije afstand van 20 m lengte tussen twee muren nodig (A en B) en wordt een omslagmeting
over beide assen X en Y in de horizontale modus uitgevoerd (4 metingen).
Plaats de laser horizontaal op een vlakke ondergrond of op een waterpas gesteld statief vlak bij een muur (A)
en richt het laserpunt in de X-asrichting naar de dichtstbijzijnde muur (A). Na het waterpas stellen wordt de
hoogte (d.m.v. ontvanger) op de muur aangebracht. Dan het apparaat 180° laten draaien, waterpas stellen
en het midden van de straal op de andere muur (B) markeren.
20m
1
A
B
1.2
1.1
Plaats het apparaat nu dicht bij muur B. Richt de laserstraal van het waterpas gestelde apparaat in de X-
asrichting van muur B, zodat de eerder gemarkeerde hoogte (vanuit de meting van muur A) exact gerealiseerd
is. Draai het apparaat 180°, het waterpas laten stellen en het midden van de straal op muur A markeren. Het
verschil (h) tussen beide hier gemarkeerde punten levert nu de werkelijke apparaatafwijking op.
44

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis