Alde 3020 Gebrauchsanweisung Seite 32

15. *Gasfl es vol/leeg
Deze functie wordt gebruikt in combinatie met
de fl esschakelaar (DuoComfort of DuoCon-
trol) en geeft aan of de gasfl es vol is of leeg.
Is een aftaster gemonteerd op de gasklep
en geactiveerd met de knop On, dan wordt
een gasfl essymbool getoond (vol of leeg) op
het paneel in de ruststand. Wordt een lege
fl es getoond, dan heeft de klep een omslag
gemaakt en wordt de behoefte om de fl es te
vervangen aangetoond. Fabrieksinstelling
is afgezet NB! Flesschakelaar (DuoCom-
fort of DuoControl) met aftaster moet zijn
geïnstalleerd om deze functie te kunnen
gebruiken (zie handboek voor voertuig,
boot of gebouw).
16. *Booster
Deze functie maakt dat twee verschillende
snelheden kunnen worden ingesteld op een
booster (indien geïnstalleerd) en dat het
starten en stoppen van de ventilator wordt
geregeld door de ketel. Als de circulatiepomp
van de ketel start, dan start ook de ventilator
op de booster. Als de circulatiepomp stopt,
gaat de ventilator nog 6 minuten door en stopt
dan ook als de circulatiepomp niet opnieuw is
gestart, d.w.z. een automatische regeling van
de ventilator van de booster. NB: Een booster
moet zijn geïnstalleerd om deze functie
te kunnen gebruiken (zie handboek voor
voertuig, boot of gebouw).
10. Service en Reset van het systeem
1
Service
2
Reset
3
Translator
32
1. Service
Met deze functie kan men bepaalde
waarden van de verwarmingsketel
zien op het scherm. Update van de
waarden vindt iedere seconde plaats.
2. Reset van het systeem
A
Met deze functie kan het paneel weer
4
OK
worden gereset naar de fabrieksin-
stelling. Na reset is het paneel als
volgt ingesteld: verwarmingsketel in
Off-stand, elektrisch gebruik 1 kW,
gaswarmte in On-stand en binnentem-
peratuur 22°C. De overige functies zijn
uitgeschakeld.
17. *Instellingen ruimtesensor
Met deze functie kunt u kiezen welke sen-
sor actief moet zijn. U kunt bv. instellen of de
sensor die is geplaatst in het woongedeelte,
het slaapgedeelte of in het paneel actief moet
zijn. Als Auto wordt gekozen, is de sensor in
het paneel actief en schakelt deze automa-
tisch over naar de afstandsensor als deze is
aangesloten. De instellingen die u kunt kiezen
zijn: Auto, Ext. Sensor 1, Ext. Sensor 2 en
Paneelsensor.
In auto-stand
Geen externe sensor aangesloten
= De sensor van het paneel is actief.
Een externe sensor werd aangesloten (1 of 2)
= Externe sensor is actief.
Twee externe sensors aangesloten (1 en 2) =
Externe sensor nr. 1 is actief.
NB: Een externe ruimtesensor moet zijn
geïnstalleerd (er zit altijd een sensor in het
paneel) om deze functie te kunnen gebruik-
en (zie het handboek voor voertuig, boot of
gebouw)
18. Vergrendeling van het gereedschapsmenu
Het gereedschapsmenu wordt vergrendeld
door het gesloten hangslot te kiezen.
19. Geactiveerde functies (A)
Deze pagina toont de verschillende functies
die geactiveerd werden (bv. Automatische
temperatuurwijziging). Het is ook mogelijk om
te drukken op de knoppen hier om direct naar
de respectieve functie te gaan die geactiveerd
is en nieuwe instellingen te doen of af te
sluiten.
20. OK
OK
Om het gereedschapsmenu te verlaten, drukt
u op OK of Menu.
3. Translator
Deze functie wordt gebruikt in die
gevallen dat een extern hoofdpa-
neel de ketel moet kunnen bedi-
enen. Als er een hoofdpaneel is
aangesloten op het Alde-paneel,
wordt dit met de knop On geac-
tiveerd, anders moet het altijd op
Off staan. De fabrieksinstelling is
Off.
4. OK
Om het gereedschapsmenu te
verlaten, drukt u op OK of Menu