therm-ic SmartPack rc 1600 Gebrauchsanweisung Seite 96

G E B R U I K S A A N W I J ZI N G / N E D ER LA N D S
Laadproces (Global laadapparaat en standaard
laadapparaat)
1. Sluit het laadapparaat aan op een stopcontact.
De laadindicatie (afb. 4.2) brandt groen. Sluit
vervolgens de beide SmartPacks aan op het
laadapparaat. De SmartPacks kunnen in elke
willekeurige bedrijfstoestand worden geladen.
Het laadproces start automatisch en de
laadindicatie (afb. 4.2) brandt tijdens het
laadproces rood.
2. Als de accu's volledig opgeladen zijn wordt het
laadproces automatisch beëindigd en schakelt
de LED van de laadindicatie (afb. 4.2) weer op
groen.
3. Beide SmartPacks van het laadapparaat
loskoppelen.
4. Na het laden en loskoppelen van het
laadapparaat van de SmartPacks bevinden deze
zich automatisch in de modus die voor het begin
van het laadproces ingesteld was. Indien de
SmartPacks na het laden niet uitgeschakeld
worden, dan gaan ze pas na 24h automatisch
naar de POWER-OFF modus. Om de volle
laadcapaciteit te houden, adviseren we daarom,
de SmartPacks na het einde van het laden uit te
schakelen.
Belangrijke aanwijzingen:
 Laad de SmartPacks na elk gebruik. Dit is goed
voor de levensduur van de accu; het apparaat is
zo altijd gebruiksklaar.
 De accu bestaat uit lithium-ionen cellen en kan in
elke toestand worden geladen. Derhalve is het
volledig ontladen vóór het opladen niet vereist.
 Het SmartPack mag zich dus bij de start van het
laadproces in om het even welke toestand
bevinden. (POWER OFF, STANDBY, BEDRIJF)
 De volle laadcapaciteit van de SmartPacks kan
pas dan behouden blijven, als de SmartPacks na
het einde van het laadproces worden
losgekoppeld van het laadapparaat.
Laadtijden:
– 96 –