- Bij de serieschakeling van de uitgangen van meerdere voedingen
worden er contactgevaarlijke spanningen (> 35 VDC) opgewekt.
- U mag de ventilatiegleuven van de regelbare netvoeding nooit
afdekken! De koeling van deze voeding geschiedt hoofdzakelijk
door convectie.
- U mag de regelbare netvoeding en de aangesloten verbruikers
nooit onbewaakt achterlaten na het inschakelen. U dient maatre-
gelen te treffen ter bescherming en beveiliging van de aangeslo-
ten verbruikers tegen uitwerkingen van de voeding (b.v. over-
spanning, het uitvallen van de voeding) en tegen uitwerkingen en
gevaren die van de verbruikers zelf uitgaan (b.v. ongeoorloofd
hoog stroomverbruik).
- Zelfs indien de opgegeven uitgangsspanning van de toestellen
lager is dan 50 V, kunnen voedingen bij fouten spanningen
opwekken die groter zijn dan 50 V gelijkspanning. Van dergelijke
spanningen gaan gevaren uit.
- Indien de regelbare netvoeding op het stroomnet aangesloten is
en u werkzaamheden wenst uit te voeren, mag u enkel gereed-
schap gebruiken dat hiervoor uitdrukkelijk toegelaten is.
- U dient het leggen van metalen kabels en contacten die ongeïso-
leerd zijn te vermijden. Dergelijke onderdelen dienen door
geschikt, moeilijk ontvlambaar isolatiemateriaal of andere
maatregelen beveiligd te worden om gevaren bij directe aanra-
king te voorkomen. De geleidende onderdelen van de aangeslo-
ten verbruikers dienen tevens door passende maatregelen tegen
directe aanraking te worden beveiligd.
- Indien blijkt dat het niet (meer) mogelijk is de regelbare netvoe-
ding op een veilige manier te gebruiken, dient u het toestel buiten
werking te stellen en onopzettelijk gebruik te voorkomen.
32
Anschluß, Inbetriebnahme
A Netzgeräte-Anschluß und Inbetriebnahme
Verbinden Sie die Kaltgeräteanschlußleitung zuerst mit dem Netz-
gerät und anschließend mit der Netzsteckdose (einer Schutzkon-
taktsteckdose). Drehen Sie vor dem Einschalten des Netzgerätes
den Stellknopf für die Ausgangsspannung "VOLTAGE" auf Linksan-
schlag. Schalten Sie nun das Netzgerät über den Schalter
"POWER" auf "1" ein; der Schalter leuchtet grün. Leuchtet das
Lämpchen im Schalter nicht, so ist entweder die Netzleitung unter-
brochen oder die Netzsicherung defekt (oder keine Netzspannung
anliegend => Haussicherung).
B Verbraucheranschluß
Verbinden Sie Ihren ausgeschalteten Verbraucher (Last, Schaltung,
usw.) polungsrichtig mit den Ausgangsklemmen. Verwenden Sie
dazu entweder eine ca. 1,5 cm abisolierte Leitung mit ausreichen-
dem Leitungsquerschnitt (< Spannungsverluste) oder 4-mm-Labor-
büschelstecker.
Achtung!
Achten Sie beim Anschluß eines Verbrauchers unbedingt dar-
auf, daß dieser im ausgeschalteten Zustand angeschlossen
wird. Ein eingeschalteter Verbraucher kann beim Anschluß an
die Ausgangsklemmen des Netzgerätes zu einer Funkenbildung
an den Anschlußklemmen führen, welche wiederum die
Anschlußbuchsen
bzw.
und/oder deren Klemmen beschädigen können.
C Einstellen der Ausgangsspannung
Die Ausgangsspannung ist mit dem Stellknopf "VOLTAGE" einstell-
bar von ca. 1,5 VDC (VDC = "Gleichspannung") bis ca. 15 VDC,
wodurch viele Anwendungen abgedeckt sind. Dabei darf die Strom-
aufnahme des angeschlossenen Verbrauchers max. 1500 mA
(=1,5A) nicht überschreiten.
die
angeschlossenen
Leitungen
9