•
Monteer de plafondhouder door de meegeleverde schroeven in
de eerder geplaatste pluggen te draaien (zie afbeelding 8).
•
Vóór het plaatsen van de rookmelder in de plafondhouder moet
kort op de bedieningstoets (D) worden gedrukt (zie afbeelding 5).
•
Draai vervolgens de rookmelder rechtsom in de plafondhouder tot
hij voelbaar vastklikt (zie afbeelding 9).
6
Bediening
Na het vastklikken en aanleren staan direct eenvoudige bedieningsfunc-
ties van het apparaat tot uw beschikking:
•
Druk één keer kort (< 4 s) op de bedieningstoets (D) om een
functietest van de rookmelder te activeren ('6.1 Functietest' op
pagina 17).
•
Druk één keer lang (> 4 s) op de bedieningstoets om een com-
municatietest met andere ingeleerde rookmelders te activeren
('6.2 Communicatietest' op pagina 18).
6.1
Functietest
Nadat de rookmelder is gemonteerd en ingeleerd, moet eerst een func-
tietest worden uitgevoerd. Bovendien moet ook na de installatie één keer
per jaar een functietest worden uitgevoerd om te controleren op correc-
te werking.
Ga als volgt te werk om de functietest uit te voeren:
Druk één keer kort (< 4 s) op de bedieningstoets (D).
•
Als het alarmsignaal 3 keer klinkt, de apparaatled (C) snel rood
•
knippert en de noodverlichting (G) tijdens de functietest brandt,
dan werkt de rookmelder correct.
•
Als er na het indrukken van de bedieningstoets geen alarmsignaal
klinkt of als er geen optisch signaal te zien is, dan is het apparaat
defect en moet het worden vervangen.
Na de functietest is de rookherkenning gedurende 10 minuten ge-
deactiveerd. Gedurende deze tijd kan er geen alarm worden geacti-
veerd.
Bediening
17