NL
Accu niet verbranden!
Accu niet in het zonlicht of in verhoogde tem-
peraturen plaatsen!
MAX xx °C
MAX xx °C
Persoonlijke veiligheidsvoorziening
Draag altijd een veiligheidsbril bij werkzaam-
heden met het toestel.
Draag altijd gehoorbescherming bij werk-
zaamheden met het toestel.
Bij werkzaamheden met krachtige stofont-
wikkeling dient u een stofmasker te dragen.
Bij werkzaamheden met het apparaat geen
veiligheidshandschoenen dragen.
Draag altijd nauwsluitende werkkleding bij
werkzaamheden met het toestel.
Lange haren bedekken of evt. een haarnetje
dragen.
Overzicht van het toestel
Aanwijzing: Hoe uw apparaat er daadwer-
kelijk uitziet, kan van de afbeeldingen afwij-
ken.
Li-ion accuboorschroevendraaier
► P. 3, afb. 1
1. Gereedschapopname
2. Draaimomentregelaar
3. Draairichtingsomschakelaar
4. Vergrendelingsknop
5. In- en uitschakelaar
Leveringsomvang
• Handleiding
• Li-ion accuboorschroevendraaier
• Laadapparaat
• Accu
• Extra accu (alleen 351003)
Bediening
Laad de accu op
LET OP! Risico op schade aan het appa-
raat! De accu niet diepontladen.
LET OP! Risico op schade aan het appa-
raat! Druk na de automatische inschakeling
van het apparaat niet nog eens op de in- en
uitschakelaar.
Aanwijzing: De lithium-ion-accu kan altijd
worden opgeladen zonder de levensduur te
verkorten. Een onderbreking van het laad-
proces beschadigt de accu niet.
62
• Voor de eerste ingebruikname moet de accu zijn
opgeladen (laadtijd: ► Technische gegevens –
p. 64).
– Vergrendelingsknop (4) indrukken en accu uit het
apparaat halen (► P. 4, afb. 2).
– Om op te laden de accu met de oplader verbinden
(► P. 4, afb. 3).
De laadtoestand wordt aangegeven door het contro-
lelampje (6):
• Lampje (6) brandt rood = accu wordt opgeladen.
• Lampje (6) brandt groen = accu is volledig opge-
laden.
– Accu in apparaat plaatsen en goed laten inpas-
sen.
Gereedschap verwijderen
LET OP! Risico op letsels Kort na het
werken kan het werktuig zeer heet zijn. Er
bestaat risico op brandwonden! Laat heet
werktuig afkoelen. Reinig heet werktuig
nooit met brandbare vloeistoffen.
► P. 4, afb. 4
– Achter huls van de gereedschapsopname (1)
vasthouden.
– Voorste huls tegen de wijzers van de klok in open-
draaien.
– Werktuig verwijderen.
Werktuig gebruiken
GEVAAR! Risico op letsel! Let er bij het
verwijderen van het werktuig op, dat het
vast zit in de klembus en niet is gekanteld.
– Steek het werktuig tot de aanslag in de gereed-
schapsopname (1).
– Werktuighouder (1) rechtsom dichtdraaien.
Verander de draairichting
LET OP! Risico op schade aan het appa-
raat! Bedien de draairichtingsomschakelaar
enkel bij stilstand.
– Druk de draairichtingsomschakelaar (3) naar
links om de schroeven vast te draaien en te boren
(draarichting met de wijzers van de klok mee).
– Druk de draairichtingsomschakelaar (3) naar
rechts om de schroeven los te draaien (draairich-
ting tegen de wijzers van de klok in).
Als de draairichtingsomschakelaar in het midden
staat, dan is de in-en uitschakelaar (5) geblokkeerd.
Koppelmoment instellen
LET OP! Risico op schade aan het appa-
raat! Bedien de koppelmomentregelaar
enkel bij stilstand.
LET OP! Risico op schade aan het appa-
raat! De instelling [
het vastdraaien van schroeven.
Door de koppelmomentregelaar (2) te draaien kan
het koppelmoment van het apparaat in 20 niveaus
worden ingesteld:
• Instelling 1-11 = zwakkere instelling voor kleinere
schroeven en zachtere materialen.
• Instelling 12-20 = sterkere instelling voor grotere
schroeven en hardere materialen.
] niet gebruiken voor