Gereedschap erop steken / wegnemen
Steek het benodigde steeksleutelelement op de
vierkante adapter (1).
Om het weg te nemen trekt u het steeksleutelele-
ment van de vierkante adapter (1) af.
6.7 Omschakelaar trap 1-2-3-A
(afbeelding 7, pos. 2)
De accu slagschroevendraaier kan worden inge-
zet in 4 trappen. Zo kunnen toerental en draaimo-
ment worden aangepast aan de schroefgrootte.
Om om te schakelen tussen de verschillende
trappen drukt u eenmaal kort op de omschakelaar
trap 1-2-3-A (2).
In welke trap de slagschroevendraaier zich be-
vindt ziet u aan de hand van de drie 4 LEDs (f).
Stand 1: laag toerental / koppel
Stand 2: gemiddeld toerental / koppel
Fase 3: maximaal toerental / koppel
Stand A: autostop
Stand A (autostop) rechtsdraaiend
(schroeven vastdraaien):
Stopt het apparaat zodra een hogere weerstand
wordt gedetecteerd. Hierdoor voorkomt u dat de
schroefverbinding te vast wordt aangedraaid.
Dit betekent dat de schroefverbinding met een
momentsleutel kan worden aangedraaid tot het
gewenste koppel.
Stand A (autostop) linksdraaiend
(schroeven losdraaien):
Stopt het apparaat zodra geen weerstand
meer wordt gedetecteerd. Dit betekent dat de
schroeven/moeren niet uit de dop worden geslin-
gerd bij het losdraaien.
6.8 Werken met de slagschroevendraaier
Losdraaien:
•
Steek het steeksleutelelement op de slag-
schroevendraaier (zie punt 6.6).
•
Zet de slagschroevendraaier op de schroef/
moer en druk op de Aan-/Uitschakelaar (4)
om de schroef/moer los te draaien.
•
Bij stevig vastzittende of verroeste schroeven/
moeren moeten deze eerst met een wiels-
leutel of draaimomentsleutel al iets worden
losgedraaid.
Anl_TP-CW_18-260-C_Li_BL_SPK13.indb 69
Anl_TP-CW_18-260-C_Li_BL_SPK13.indb 69
NL
Aandraaien:
•
Waarschuwing! De slagschroevendraaier
mag alleen worden gebruikt voor het losdraai-
en van schroeven/moeren. Als daarentegen
schroeven/moeren met de slagschroeven-
draaier moeten worden vastgedraaid, dan
moet een daartoe voorziene draaimomentbe-
grenzer worden ingezet, aangezien dit anders
beschadigingen van de schroefverbinding tot
gevolg kan hebben. Deze zijn verkrijgbaar in
de speciaalzaak en niet meegeleverd.
•
Opmerking! In stand A (autostop) is dit niet
nodig (zie punt 6.7).
•
Vóór het vastdraaien leidt u de schroef/moer
zorgvuldig in de schroefdraad.
•
Draai schroeven/moeren waarvoor een
draaimoment is voorgeschreven (bijv. bij voer-
tuigen door de fabrikant van het voertuig), ab-
soluut alleen aan met een daartoe voorziene
draaimomentbegrenzer.
Gevaar!
Schroeven/moeren met een draaimomentsleutel
aandraaien resp. controleren op het door de fabri-
kant voorgeschreven draaimoment!
7. Reiniging, onderhoud en
bestellen van wisselstukken
Gevaar!
Trek altijd de accu eruit, voordat u instellingen aan
het apparaat uitvoert.
7.1 Reiniging
•
Hou de veiligheidsinrichtingen, de ventila-
tiespleten en het motorhuis zo veel mogelijk
vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met een
schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
•
Het is aan te bevelen het toestel direct na elk
gebruik te reinigen.
•
Reinig het toestel regelmatig met een vochti-
ge doek en wat zachte zeep. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het toestel kun-
nen aantasten. Let er goed op dat geen water
in het toestel terechtkomt. Door binnendrin-
gen van water in een elektrische apparatuur
verhoogt het risico van een elektrische schok.
7.2 Onderhoud
In het toestel zijn er geen andere te onderhouden
onderdelen.
- 69 -
16.10.2024 11:31:34
16.10.2024 11:31:34