5.5. Installatie doseerpomp
1. Pak de doseerpomp en de kogelkraan van de inlaat
uit de aparte doos uit.
2. Schuif de pomp en de klep op de uitsparing in de
houder.
3. Breng de meegeleverde pakking aan.
4. Draai het geheel met de hand vast.
5. Maak de stekker van de magneetklep aan de kant van
de inlaat vast.
5.6. Installatie overloop
1. Installeer het bochtstuk (EN1451 Ø 75, inbegrepen).
2. Breng leidingen of slangen aan het bochtstuk aan.
3. Sluit aan op de afvoer.
4. Opmerking Alleen het bochtstuk wordt meegeleverd.
5.7. Wateraansluiting
Raadpleeg paragraaf 3.4 voor technische specificaties
over de watertoevoer.
Installatie:
•
Spoel de aanvoerleiding gronding door vóór het aan-
sluiten.
•
Installeer een filter op de inlaat voor optimale presta-
ties.
•
Gebruik een origineel type en maat slang.
•
Vermijd insluiting van lucht in het leidingwerk.
•
Gebruik klemhulzen voor eenvoudig onderhoud.
Om drukverlies tot een minimum te beperken:
•
Gebruik korte leidingen.
•
Installeer kogelkranen met lage weerstand.
•
Gebruik geen high-loss fittings.
Plaatsing van de zeef in de zuigslang:
•
Hang hem minstens 10 cm (4") boven de bodem
van de container.
•
Zorg dat hij boven de grond blijft.
•
Nooit boven de Dosatron waterinlaat.
Gebruik altijd het originele type slang in de originele
maat van de aansluiting.
110008918B
LET OP
128