SATEL
De draadloze BE WAVE apparaten die geïnstalleerd worden dienen binnen het bereik van de
radiocommunicatie van de controller zijn. Houd hier rekening mee bij het kiezen van een installatieplaats voor
de controller. Onthoud dat dikke muren, metalen gedeeltes, etc. het draadloze signaal zal reduceren.
Als de controller dient te voldoen aan de EN 50131 grade 2, monteer deze dan aan de muur.
Bevestig de controller niet aan de muur met de kabels naar boven gericht.
Als de controller op de tafel dient te blijven, sla dan stap 2, 3 en 5 over en breng zelfklevende antislip
pads aan op de onderkant van de behuizing (Afb. 13). De pads worden meegeleverd met de controller.
1. Open de controller behuizing (Afb. 1).
14. Plaats de behuizing op de muur en teken de locaties voor de gaten af (Afb. 3). Als de controller verwijdering
van
het
oppervlak
sabotagebeveiligingselement - aangegeven met het symbool
2).
15. Boor gaten in de muur voor de pluggen. Gebruik altijd de juiste pluggen voor de juiste ondergrond (voor
beton of bakstenen muren is anders dan voor gipswanden, etc.).
16. Voer de kabel(s) in door de opening van de behuizing (Afb. 4).
17. Gebruik schroeven om de basis van de behuizing aan de muur te bevestigen (Afb. 5).
18. Plaats een mini simkaart in de SIM1-sleuf (Afb. 6) [Smart HUB Plus].
19. Als er twee simkaarten dienen te worden gebruikt, plaats dan de tweede mini simkaart in de SIM2-sleuf
(Afb. 7) [Smart HUB Plus].
2. Als de controller dient te worden aangesloten op het bekabelde LAN-netwerk, sluit de kabel aan op de LAN-
poort (Afb. 8). Gebruik een kabel die voldoet aan de 100Base-TX standaard met de RJ-45 stekker (dezelfde
als voor het aansluiten van de computer op het netwerk).
De controller kan alleen werken in lokale netwerken (LAN). Deze mag niet direct verbonden
worden met publieke netwerken (MAN, WAN). Aansluiting op een publiek netwerk mag alleen op
een router of xDSL modem.
3. Sluit de voedingskabel aan op de voedingskabelpoort in de controller (Afb. 9) en zet de kabelbevestiging
vast met schroeven (Afb. 10).
4. Verwijder het kunststof isolator plaatje van de batterij (Afb. 11). De controller wordt ingeschakeld (de led
indicator van de controller begint te knipperen).
5. Sluit de behuizing en zet deze vast met schroeven (Afb. 12).
6. Steek de voedingskabel in het stopcontact.
7. Start de Be Wave app om de controllerinstellingen te configureren en BE WAVE apparaten toe te voegen.
De app kan worden gedownload van "Google Play" (apparaten met een Android-systeem) of "App Store"
(apparaten met een iOS-systeem).
De oplaadbare batterij vervangen
Wees voorzichtig bij het vervangen van de batterij. De fabrikant is niet aansprakelijk voor de
consequenties van het niet juist plaatsen van de batterij.
De gebruikte batterijen mogen niet worden weggegooid, maar moeten worden ingeleverd in
overeenstemming met de bestaande regels voor milieubescherming.
De batterij wordt niet opgeladen bij temperaturen onder 0°C.
Wanneer de Be Wave app aangeeft dat de oplaadbare batterij vervangen dient te worden:
1. Start de diagnosemodus in de Be Wave app.
2. Open de behuizing van de controller.
3. Verwijder de oude batterij (Afb. 14).
4. Plaats de nieuwe batterij (Afb. 15).
5. Sluit de behuizing en schroef deze dicht.
6. Sluit de diagnosemodus in de Be Wave app.
Hierbij verklaart SATEL sp. z o.o. dat de draadloze apparatuur van het type Smart HUB Plus / Smart HUB
voldoet aan Richtlijn 2014/53/EU. De volledige tekst van de EU conformiteitsverklaring is beschikbaar
Smart HUB Plus ● Smart HUB
dient
te
detecteren,
op het volgende internetadres: www.satel.pl/ce
markeer
dan
de
locatie
in Afb. 3 (vereiste voor EN 50131 grade
van
het
gat
in
het
17