Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Märklin 39225 Bedienungsanleitung Seite 5

Elektrolokomotive br 194
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 6
Informations concernant la locomotive réelle
202 motrices lourdes pour trains de marchandises de la
série E 94 ont été construites en Allemagne et en Autriche
entre 1940 et 1956. Cette motrice, connue sous le nom de «Cro-
codile Allemand», compred un châssis-pont qui relie entre
eux les 2 bogies. Les capots sont solidaires avec les bogies.
Le prototype de notre maquette, BR 194 112-9, à été mis en
service le 4.11.1943. Il à été affecté au dépôt d' Augsbourg
jusqu' en 1974 et ensuite au dépôt de Freilassing. La E 94
peut atteindre une vitesse de 90–100 km/h et sa puissance au
démarrage est de 4.670 kW.
En 1960 les avancées du toit ont été prolongées, évitant que le
mécanicien soit ébloui par le soleil. Dans les annés 60, l'avant
des toits des locomotives de la Deutsche Bundesbahn (DB) fut
prolongé pour éviter tout aveuglement des mécani-ciens par
le soleil. A partir de 1968, ces machines portèrent l'appellation
série (BR) 194. Les locomotives des Chemins de fer de la
Deutsche Reichsbahn (DR) sont connues sous l'appellation BR
254 depuis 1970. Elles se distinguent particulière ment par leurs
châssis de bogie de couleur rouge. Les Chemins de fer fédé-
raux autrichiens (ÖBB) qualifient leur machines de série 1020.
Elles diffèrent des locomotives allemandes en raison de modi-
fications des avant-corps et des faces frontales, mais aussi de
la livrée (vert foncé ou orange clair).
La dernière locomotive retirée du service à la Deutsche Bun-
desbahn a été la locomotive portant le matri-cule 194 158-2.
Celle-ci a échappé de peu au chalumeau du ferrailleur et a
été heureusement restaurée et remise en état de marche par
l'asso ciation «Arbeitsgemeinschaft historische Eisenbahnfahr-
zeuge e.V.» Cette machine est maintenant mise régulièrement
en tête de trains spéciaux.
Informatie van het voorbeeld
Van de zware goederentrein-locomotief E 94 werden er in de
jaren 1940–1956 in Duitsland en Oostenrijk 202 exemplaren
gebouwd. De als "Duitse Krokodil" bekende machine is
gebouwd op een brugvormig onderstel, dat geplaatst is op
twee onderstellen, die één geheel vormen met de scharnie-
rende uitbouwen. Het voorbeeld van dit model, de
BR 194 112-9 werd op 4.11.1943 in dienst gesteld en was tot
1974 in het locdepot Augsburg gestationneerd. Later werd
hij naar het locdepot Freilassing overgeplaatst. De E 94
bereikt een maximumsnelheid van 90–100 km/u en een
aanzetvermogen van 4.670 kW.
Bij de lokomotieven van de Deutsche Bundesbahn (DB)
werden in de jaren zestig de daken verlengd, zodat de
machinist niet door de zon verblind kon worden. De DB heeft
deze machines in 1968 in de serie (BR) 194 ondergebracht.
De lokomotieven van de Deutsche Reichsbahn (DR) worden
sinds 1970 met de serie 254 aangegeven. Ze onderscheiden
zich vooral door de rode draaistellen. De Oosterijkse Bonds-
spoorwegen (ÖBB) duiden hun machines als serie 1020
aan. Door veranderingen aan de voorbouwen en fronten
en een andere kleurstelling (donkergroen resp. fel oranje)
onderscheiden zij zich van de Duitse Krokodil.
De laatste locomotief die bij de Deutschen Bundesbahn
buiten dienst gesteld werd had het bedrijfsnummer
194 158-2. Deze loc ontkwam maar net aan de snijbrander en
werd door de "Arbeitsgemeinschaft historische Eisenbahn-
freunde e.V." weer rijklaar gerestaureerd. Hierdoor is deze
loc nu weer beschikbaar voor bijzondere ritten.
5

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis