Dual CV 1250 Bedienungsanleitung Seite 17

apparaat naar het andere іп beide richtingen mogelijk, zonder
wijzigingen in de aangesloten aansluitsnoeren. Om dit te berei
ken wordt de keuzeschakelaar SELECTION in de stand geplaatst
van het bandapparaat dat weergeeft.
Het registreren van een bandopname, terwijl u luistert
naar een andere programmabron
Ook is het mogelijk, een grammofoonplaat, een radioprogramma
etc. op te nemen terwijl u naar een andere programmabron
luistert. Bijvoorbeeld een tweede bandapparaat
In dat geval wordt het te beluisteren programma aangesloten
op de ingangen MONITOR INPUT (23) en wordt de toets
MONITOR (11) ingedrukt. De geluidssterkte- еп klankregelaars
werken dan slechts voor de op MONITOR aangesloten pro-
grammabron. Voor de aansluitsnoeren verwijzen wij naar de
artikel nummers genoemd onder "ТАРЕ".
MONITOR
De aansluiting MONITOR (23) maakt een direkte vergelijking
mogelijk van de programmabron en de band-registratie van die
programmabron, zonder onderbreking van de band-opname.
Druk daartoe de toets MONITOR in. Voorwaarde is evenwel,
dat het bandapparaat is voorzien van een gescheiden opname
en weergave sektie, evenals een derde aftastkop. De aanwezig-
heid van de mogelijkheid tot NABAND KONTROLE vindt u
O. alle gevallen beschreven in de gebruiksaanwijzing van het
bandapparaat, indien aanwezig. Nabandcontrole is mogelijk
via een hoofd-telefoon, maar ook via de aangesloten luid-
sprekers.
Ор de aansluitiggen LINE OUTPUT (22) is een signaal aanwezig
met een niveau van ca. 150 mV over 470 Ohm, geschikt voor
bandapparaten met een dergelijk hoog ingangssignaal. Ziet u
daarvoor de technische gegevens van het bandapparaat.
Een verwijzing van alle toe te passen aansluitsnoeren vindt u
aan het slot van het hoofdstuk "ТАРЕ".
Aansluiten van luidsprekers
De luidsprekers worden aangesloten aan de met IT] gekenmerkte
norm-aansluitingen (DIN 41 524), resp. aan de klemmen, alle
aan de achterzijde van dit apparaat.
Alle luidsprekerboxen met een impedantie van 4 — 16 Ohm
kunnen worden toegepast; het grootste rendement haalt u
evenwel met de aansluiting van luidsprekerboxen met een im-
pedantie van 4 Ohm.
Belanrijk!
Aan uw versterker kunnen twee sets luidsprekers tegelijkertijd
jorden aangesloten. In dat geval dient и er op toe te zien, dat
le impedantie van alle vier de luidsprekers niet onder 8 Ohm
komt; boxen met een impedantie van 8 — 16 Ohm zijn dan
aansluitbaar.
Bij aansluiting van twee luidsprekerboxen (1 set) kunnen boxen
met een impedantie van 4 — 16 Ohm worden aangesloten. De
impedantie mag nooit onder 4 Ohm komen. Wilt u meer dan
twee boxen aansluiten, dan verdienen de luidsprekerboxen uit
de Dual Serie 700 aanbeveling daar deze een impedantie hebben
van 4 еп 8 Ohm, met een eigen aansluiting voor 4 Ohm en voor
8 Ohm. Twee luidsprekerboxen uit de serie 700 sluit u aan op
de 4 Ohm klemmen, 4 luidsprekers op de 8 Ohm klemmen.
De luidsprekersnoeren dienen aders te hebben met een door-
snede van ten minste 0,5 mm2. Let erop, dat de beide "plus"
aansluitingen op de aansluitklemmen voor de luidsprekers,
ook naar dezelfde klemmen op de boxen worden geleid.
Met andere woorden: de polariteit van de boxen dient gelijk te
zijn. Wordt hieraan niet voldaan, dan kan de muziekweergave
in negative гіп worden beinvloed.
De luidsprekerbox links van de toehoorder wordt aangesloten
ор de DIN- of klemmen-aansluiting "1", de rechter luidspreker
box op de aansluitingen "В".
Luidsprekerschakelaars
De toetsen SPEAKERS 1 (4) en SPEAKERS 2 (5) dienen voor
het in-en uitschakelen van de aangesloten luidspreker-sets, bijv.
voor het luisteren via een hoofdtelefoon, maar ook voor het in
еп uitschakelen van een van beide luidspreker-sets.
Daarmee is het mogelijk twee aparte ruimten van stereofonische
muziekweergave te voorzien, tegelijk of afwisselend.
Wanneer toets SPEAKERS 1 is ingedrukt is slechts boxen-set 1
hoorbaar
Door indrukken van toets SPEAKERS 2 wordt boxen-set 2
mede ingeschakeld. Wanneer deze beide toetsen niet zijn inge-
drukt, is weergave nog slechts mogelijk via een aangesloten
hoofdte
Hoofdtelefoon
Wanneer de beide luidsprekerschakelaars SPEAKER 1 en 2
beide niet zijn ingedrukt, is muziekweergave nog slechts mogelijk
via een aangesloten hofdtelefoon. Aansluiting: PHONES (3)
Toegepast kunnen worden alle moderne middel- en hoog-ohmige
hoofdtelefoons
Bediening
Na aansluiten van de programmabronnen en de luidspreker-
boxen wordt de versterker ingeschakeld door het indrukken
van de toets POWER (2), waarbij de kontrole-verlichting (licht-
diode) (1) oplicht. De versterker is na inschakeling direkt ge-
bruiksgereed. Door draaien van de keuzeschakelaar SELECTION
(6) op de gewenste programmabron (platenspeler, tuner, band)
wordt het betreffende apparaat (indien ingeschakeld) hoorbaar,
na indrukken van de juiste luidspreker-keuzetoets(en).
VOLUME/Geluidssterkte
LOUDNESS-toets
Met het verdraaien van de knop VOLUME wordt de geluids-
sterkte van beide kanalen ingesteld. De regelaar (13) heeft een
physiologische regelkarakteristiek, die in werking treedt met
het indrukken van toets LOUDNESS (12). Met ingeschakelde
loudness wordt bij kleine geluidssterkten het lage tonen gebied
en — in mindere mate — het hoge tonen gebied enigszins ver-
sterkt weergegeven, hetgeen een aanpassing aan de natuurlijke
eigenschappen van het menselijk oor oplevert.
Wordt de loudness-toets niet ingedrukt, dan is de frekwentie-
weergave in alle gevallen lineair, onafhankelijk van de stand
van de geluidssterkteregelaar.
BASS/Lage tonen regelaar
TREBLE/Hoge tonen regelaar
De versterker is uitgerust met twee klankregelaars, die beide
kanalen tegelijk en evenveel beinvloeden. In het mechanische
midden, herkenbaar door de "klik" is de frekwentieweergave
lineair.
Wordt de lage tonen regelaar BASS (7) geheel rechts-om ge-
draaid, dan dient er rekening mee te worden gehouden, dat bij
ееп grote toename van de geluidssterkte de lage tonen luidspre-
ker in uw luidsprekerboxen beschadigd kunnen worden, on-
danks de juiste keuze van het vermogen van uw boxen.
Hetzelfde geldt voor de geheel rechtsom gedraaide hoge tonen
regelaar, ten aanzien van de hoge tonen luidspreker in uw
luidsprekerbox.
De klankregelaars dienen in hoofdzaak gebruikt te worden
voor een aanpassing уап de weergave aan akoestische omstandig-
heden in de ruimte waarin de boxen staan opgesteld. In veruit
de meeste gevallen is de geluidsweergave zonder klank-kor-
rekties het beste en is een eventuele klank-korrektie van een of
twee streep meer dan voldoende.
BALANS-regeling
De regelaar BALANCE (9) regelt de signaal-sterkte verhouding
tussen de onderlinge kanalen. Ongelijke muziekweergave-niveaus
of een niet-symmetrische luidspreker opstelling is hiermee te
kompenseren. Bij verdraaien van de balans regelaar uit het
mechanische midden (klik) vermindert de geluidssterkte van
een van beide kanalen, afhankelijk van de draairichting.
SUBSONIC filter
Speciaal bij het aftasten van grammofoonplaten kan het op-
treden van storende bijgeluiden in het lage tonen gebied hin-
derlijk zijn. Zelfs frekwenties die weliswaar niet meer hoorbaar
zijn kunnen een stempel drukken op de totale klank-kwalitet.
15