Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
2.2 Bevestiging aan de trekker - pivot-
star
Bevestig de maaier in de driepuntshefinrichting. De
1
positie van de hefinrichting moet zo worden aange-
past, dat de dissel ongeveer horizontaal staat en de
disselhoogte 50 cm is.
Kies een trekker die geschikt is om deze maaier te
transporteren en om ermee te werken!
De maaier kan alleen aan trekkers met cat. II-hefinrich-
ting worden bevestigd.
Zorg ervoor dat de trekstangen van de trekker d.m.v.
2
een vrijdraaiende kogel aan de maaier zijn bevestigd.
Borg de trekstangbekken!
Sluit de koppelas aan. De vrijloop van de koppelas
3
moet zich altijd aan de machinezijde bevinden.
Indien nodig, moet de lengte van de koppelas worden
aangepast aan de kleinste afstand, die tussen beide
kruiskoppelingen kan ontstaan (zie fig. en de instructie
aan de koppelas).
Hydraulische slangen van de disselcilinder aan het
4
dubbelwerkend kleppenblok aansluiten.
Hydraulische slang van de wielcilinders aan het enkel-
werkend kleppenblok met zweefstand aansluiten.
Indien slechts één dubbelwerkend kleppenblok aanwe-
zig is, moet een driewegkraan gemonteerd worden
(op bestelling leverbaar, zie 6.5).
a) Draai de steunpoot helemaal omhoog m.b.v. de
5
zwengel (2).
b) Trek de steunpoot (1) tegen veerspanning uit en
draai hem 90° naar links. Zorg dat de zwengel (2) in
de beugel (3) ligt.
Attentie:
De steunpoot moet altijd omhooggeklapt zijn wan-
neer de maaier aan de trekker is bevestigd!
Gebruik steeds stabilisatorstangen of -kettingen om zij-
6
delings uitzwaaien te voorkomen.
G0103MKA3
NL11
Werbung
