NOTICE DE MONTAGE
F
POUR LE MONTEUR
Vérification de la pression de l'installation avec 8 bar. Ajustez la pression
de l'eau à 3 - 5 bar. L'installation une fois terminée, il faut impérativement
opérer un rinçage de la conduite d'eau. S'il y a plusieurs installations, l'in-
stallation d'un robinet d'arrêt central devient nécessaire. Celui-ci doit être
facilement accessible côté salon.
La notice d'installation est valable pour la connexion à une unité.
S'il s'agit de plusieurs unités, la section du tuyau doit être agran-
die en conséquence (si nécessaire avec une conduite en boucle).
Important: En cas d'une pression d'eau supérieure à 5 bar, celle-ci doit
être réglée par un réducteur de pression. Comme un réducteur de pression
est nécessaire pour une chaudière, celui-ci peut être installé pour l'alimen-
tation générale en eau.
Pour éviter des différences de température, le volume d'eau ainsi que la
pression de l'eau froide et l'eau chaude doivent être identiques.
Température:
70° C maximum (arrivée d'eau chaude)
60° C sont recommandés (économie d'énergie)
Remarque pour le propriétaire:
Le monteur doit donc procéder aux travaux décrits ici, les vérifier et les
garantir. Le monteur porte l'entière responsabilité pour toute panne surve-
nant pendant ces opérations. Le fournisseur de l'installation ne peut s'en-
gager à aucune forme de garantie concernant ces
travaux.
4
MONTAGEHANDLEIDING VOOR DE
NL
INSTALLATEUR
Drukcontrole van de unit met 8 bar. Waterdruk instellen op 3 - 5 bar.
Na beëindiging van de montagewerkzaamheden in ieder geval de water-
leiding doorspoelen. Bij meerdere units is een centrale afsluitkraan
noodzakelijk. Deze moet vanuit de salon gemakkelijk toegankelijk zijn.
De montagehandleiding geldt voor het aansluiten van één unit. Bij
meerdere units moet de leidingdiameter overeenkomstig worden
vergroot (eventueel ringleiding).
Belangrijk: Bij meer dan 5 bar leidingdruk dient deze door middel van een
reduceerklep te worden geregeld. Aangezien voor de warmwaterboiler een
reduceerklep wordt gebruikt, kan deze meteen bij de algemene watertoe-
voer worden aangebracht.
Om temperatuurschommelingen te voorkomen is het belangrijk dat
de hoeveelheid water en de leidingdruk voor warm en koud water identiek
zijn.
Temperatuur:
maximaal 70 °C (warmwatertoevoer)
aanbevolen 60 °C (energiebesparing)
Opmerking voor de eigenaar:
Tot hier toe moet de installateur de unit monteren, controleren en ervoor
garant staan. Voor hier optredende storingen is alleen de installateur ver-
antwoordelijk. De fabrikant van de unit geeft op deze werkzaamheden
geen garantie.