Elektrische Veiligheid - Makita DFJ212A Betriebsanleitung

Bewaar alle waarschuwingen en
instructies om in de toekomst te
kunnen raadplegen.
Gebruik de ventilatorjas nooit wanneer de tem-
1.
peratuur hoger is dan 50°C. Vermijd gebruik
ook bij hoge luchtvochtigheid. Als u dit toch
doet, kunnen brandwonden ontstaan.
2. Draag de jas niet op de blote huid.
3. Gebruik de jas niet terwijl u onder invloed bent
van drugs, alcohol of medicijnen.
4. Slaap niet met de ventilatorjas aan. Een sterke
daling van de lichaamstemperatuur kan schadelijk
zijn voor uw gezondheid.
5. Kinderen, gehandicapte personen en iedereen
die ongevoelig is voor temperatuur, bijvoor-
beeld een persoon met een slechte bloedsom-
loop, mogen de jas niet gebruiken.
6. Dit apparaat is niet bedoeld voor medisch
gebruik in ziekenhuizen.
7. Gebruik de jas voor niets anders dan zijn
gebruiksdoeleinden.
8. Als u iets ongebruikelijks opmerkt, schakelt
u de jas onmiddellijk uit en verwijdert u de
accuhouder.
9. Als een abnormaliteit wordt opgemerkt, neemt
u contact op met uw plaatselijk servicecen-
trum voor reparatie.
10. Ga niet op de jas staan, gooi er niet mee en
mishandel de ventilatorjas op geen enkele
andere manier.
Steek uw vinger of een vreemd voorwerp niet
11.
in de ventilatoreenheid.
12. Blaas geen perslucht naar de ventilator. Steek
geen dunne stokjes in de ventilatoreenheid.
Als u dat doet, kunnen de ventilator en de motor
worden beschadigd.
13. Schakel de ventilatorjas niet in als u hem niet aan hebt.
14. Gebruik de ventilatorjas niet op plaatsen waar
een vlam of vonk kan worden gegenereerd. De
ventilatoreenheid kan vlam vatten of vonken produ-
ceren, en een brand of brandwonden veroorzaken.
15. Kies een geschikt ventilatortoerental aan de hand
van de gebruiksomgeving voor continu gebruik.
16. Draag geen kleding over de ventilatorjas.
17. Laat het typeplaatje op de ventilatoreenheid
zitten. Als dit onleesbaar is geworden of ver-
loren is gegaan, neemt u contact op met uw
plaatselijk servicecentrum.
18. Maak de ventilatoreenheid en accuhouder los
en verwijder de accu alvorens te wassen. Was
uitsluitend de jas zelf.
19. Laat de ventilatorjas niet liggen op een plaats
die is blootgesteld aan grote hitte, zoals in een
auto die in de zon geparkeerd staat. Als u dat
doet, kunnen kunststoffen onderdelen smelten en
beschadigd raken.
20. Voor langdurige bewaring, verwijdert u de
accuhouder en accu uit de jas, en verwijdert u
de accu uit de accuhouder.
21. Bij bewaring houdt u de ventilatorjas, venti-
latoreenheden, accuhouder en accu buiten
bereik van kinderen.
22. Gebruik de ventilatorjas niet tijdens laswerk-
zaamheden of tijdens het gebruik van een
slijpmachine. Als een vonk in de ventilatoreen-
heid terechtkomt, kan brand ontstaan.
23. Houd uw haar en kleding uit de buurt van de ven-
tilatoreenheid. Deze kunnen door de bewegende
delen van de ventilatoreenheid worden gegrepen.

Elektrische veiligheid

Stel de jas niet bloot aan regen of natte omstan-
1.
digheden. Houd water uit de buurt van elektri-
sche onderdelen. Als water binnendringt in de jas,
kan de kans op een elektrische schok toenemen.
Raak het snoer en de accu niet aan met natte
2.
of vette handen.
3. Gebruik de ventilatorjas niet als het snoer of
de stekker beschadigd is.
4. Behandel het snoer voorzichtig. Gebruik het snoer
niet om de jas aan te dragen, eraan te trekken, of
de stekker ermee los te koppelen. Houd het snoer
uit de buurt van hitte, olie en scherpe randen.
5. Laat geen enkel snoer losgekoppeld terwijl
accuvoeding wordt geleverd. Kleine kinderen
kunnen de stroomvoerende stekker in hun mond
stoppen en letsel oplopen.
Gebruik het bijgeleverde snoer niet met andere
6.
apparaten dan de ventilatoreenheid.
7. Steek geen spijkers, draden of andere voor-
werpen in de USB-voedingspoort. Als u dit doet,
kan kortsluiting worden veroorzaakt, waardoor
rook en vuur kan ontstaan.
8. Sluit de voedingsbron niet aan op de USB-
poort. De USB-poort is uitsluitend bedoeld
voor het opladen van laagspanningsapparaten.
Plaats altijd de afdekking over de USB-poort
wanneer geen laagspanningsapparaat wordt
opgeladen. Anders bestaat de kans op brand.
9. Voorkom onbedoeld inschakelen. Controleer of
de schakelaar in de uit-stand staat alvorens de
accu aan te brengen, het apparaat op te pakken
of te dragen. Door het apparaat te dragen met uw
vinger op de schakelaar, of door het apparaat op
een voeding aan te sluiten terwijl de schakelaar
aan staat, neemt de kans op ongevallen sterk toe.
10. Koppel de accu los van het apparaat of zet de
schakelaar in de vergrendelde stand of uit-
stand voordat u enige afstelling maakt, een
accessoire vervangt of het apparaat opbergt.
Dergelijke preventieve veiligheidsmaatregelen
verkleinen de kans dat het apparaat per ongeluk
wordt ingeschakeld.
11. Laad alleen op met de acculader aanbevolen door
de fabrikant. Een acculader die geschikt is voor
een bepaald type accu, kan brandgevaar opleve-
ren indien gebruikt met een ander type accu.
12. Gebruik uitsluitend met de specifiek opgege-
ven accu's. Gebruik van een andere accu kan
gevaar voor letsel of brandgevaar opleveren.
13. Als de accu niet wordt gebruikt, houdt u deze
uit de buurt van metalen voorwerpen, zoals
paperclips, muntgeld, sleutels, spijkers,
schroeven en andere kleine metalen voorwer-
pen die een kortsluiting kunnen veroorzaken
tussen de accupolen. Kortsluiting tussen de
accupolen kan leiden tot brandwonden of brand.
49 NEDERLANDS