Stihl WP 900.0 Gebrauchsanleitung Seite 162

Nederlands
Storing
De motor is moeilijk
te starten of de motor
levert weinig vermo‐
gen.
De motor wordt erg
heet.
De motor draait
onrustig.
De motor stopt tij‐
dens de werking.
Hevige rookontwikke‐
ling.
De vibraties tijdens
gebruik zijn te sterk.
De waterpomp pompt
geen water.
162
Oorzaak
goed op de stekker
aangesloten.
De bougie zit vol roet,
is beschadigd of de
afstand tussen de
elektroden is onjuist.
De motor is verzo‐
pen.
Het luchtfilter is vuil.
Het oliepeil in de
motor is te laag.
Er zit water in de
brandstoftank en de
carburator of de car‐
burator is verstopt.
De brandstoftank is
vuil.
De bougie zit vol roet. ► Reinig of vervang de bougie.
Er is onjuiste brand‐
stof gebruikt.
Het luchtfilter is vuil.
De koelvinnen zijn
vuil.
Er is onjuiste brand‐
stof gebruikt.
Er zit niet genoeg
brandstof in de
brandstoftank.
Het luchtfilter is vuil.
Het oliepeil in de
motor is te laag en de
oliedruksensor stopt
de motor.
Er zit niet genoeg
brandstof in de
brandstoftank.
Het oliepeil in de
motor is te hoog.
Het luchtfilter is vuil.
De trillingsdempers
zijn versleten.
De aanzuigzeef of de
slangen zijn verstopt.
Er is een tekort aan
water.
Er zit geen water in
de waterpomp.
De maximale opvoer‐
hoogte of de maxi‐
male aanzuighoogte
is overschreden.
De aanzuigslang is
ingeklapt.
Oplossing
► Reinig of vervang de bougie.
► Stel de afstand van de elektroden in.
► Draai de bougie los en laat deze drogen; zet de
hoofdschakelaar op 0 en trek de startkabel bij losge‐
schroefde bougie meermaals aan.
► Reinig of vervang het luchtfilter.
► Vul motorolie bij.
► Ledig de brandstoftank en reinig de brandstofleiding
en de carburator.
► Reinig de brandstoftank.
► Controleer het brandstofpeil.
► Reinig of vervang het luchtfilter.
► Reinig de koelvinnen.
► Controleer het brandstofpeil.
► Vul de tank van de waterpomp.
► Reinig of vervang het luchtfilter.
► Vul motorolie bij.
► Vul de tank van de waterpomp.
► Tap motorolie af.
► Reinig of vervang het luchtfilter.
► Vervang de trillingsdempers.
► Reinig de aanzuigzeef en de slangen.
► Zorg ervoor dat er voldoende water beschikbaar is.
► Sluit de waterpomp op een waterbron aan.
► Vul de waterpomp met water.
► Neem de maximale opvoerhoogte of de maximale
aanzuighoogte in acht.
► Gebruik een inherent stabiele aanzuigslang.
17 Storingen opheffen
18.1
0478-701-9909-C