Husqvarna 390 XP Bedienungsanweisung Seite 109

6. Controleer of de zaagketting gemakkelijk met de
hand kan worden rondgedraaid en of deze niet
doorhangt aan de onderkant van het zaagblad.
Productoverzicht op pagina 80 voor
Let op: Raadpleeg
de positie van de kettingspanschroef op uw product.
Smering van de zaagketting
controleren
1. Start de motor en laat deze op driekwart van het
maximale toerental draaien. Houd het zaagblad
ongeveer 20 cm boven een oppervlak in een lichte
kleur.
2. Als de kettingsmering correct is, ziet u na 1 minuut
een duidelijke olielijn op het oppervlak.
3. Indien de kettingsmering niet correct werkt,
controleer dan het zaagblad. Zie
controleren op pagina 110 voor instructies. Neem
contact op met uw servicedealer als de
onderhoudsstappen niet helpen.
Het kettingaandrijfwiel controleren
De koppelingstrommel heeft een spur-aandrijftandwiel
(A) of een rim-aandrijftandwiel (B). Bij een spur-
aandrijftandwiel is het kettingwiel permanent bevestigd
op de koppelingstrommel. Een rim-aandrijftandwiel kan
worden vervangen.
A
• Controleer het kettingaandrijfwiel regelmatig op
slijtage. Vervang het kettingaandrijfwiel als er teveel
slijtage optreedt.
590 - 002 - 04.06.2020
De geleider
B
• Vervang het kettingaandrijfwiel telkens als u de
zaagketting vervangt.
Het naaldlager smeren
Let op: Smeer het naaldlager wekelijks.
1. Trek de terugslagbeveiliging naar achteren om de
kettingrem uit te schakelen.
2. Draai de zaagbladmoeren los en verwijder het
koppelingsdeksel.
Let op: Sommige modellen hebben slechts één
zaagbladmoer.
3. Plaats het product op de kant met de koppeling naar
boven.
4. Gebruik een smeerpistool om motorolie in het
midden van de koppeling aan te brengen terwijl deze
draait.
Snijuitrusting controleren
1. Controleer op scheurtjes in klinknagels en schakels
en op losse schakels. Vervang indien nodig.
2. Controleer of de zaagketting eenvoudig te buigen is.
Vervang de zaagketting wanneer deze onbuigzaam
is.
3. Vergelijk de zaagketting met een nieuwe om te
bepalen of de klinknagels en schakels versleten zijn.
109