Vóór Het Gebruik; Het Gebruik Van De Ladder - Toya Vorel 17730 Originalanleitung

NL
Vóór de aanvang van werkzaamheden op de ladder de bedieningshandleiding lezen en bewaren. Geef bij het doorgeven
van een ladder de gebruiksaanwijzing mee door.
Let op! Nummers T1.1.enz. geven uitleg over de pictogrammen die zichtbaar zijn op de ladder en in de gebruiksaanwijzing, als-
mede waarschuwingen zonder grafi sche voorstelling. De nummering is in overeenstemming met EN 131-3:2018, waarbij T1.1.
staat voor tabel 1, punt 1 van deze norm.
VÓÓR HET GEBRUIK
T1.1. Waarschuwing, van de ladder vallen.
T1.2. Maak kennis met de inhoud van de instructie.
T1.3. Controleer de ladder na de levering. Controleer vóór elk gebruik visueel of de ladder niet beschadigd en veilig in gebruik is.
Gebruik geen beschadigde ladder.
T1.4. Maximale totale belasting.
T1.8. Maximaal aantal gebruikers.
T1.13. Draag geen ongeschikt schoeisel bij het beklimmen van een ladder.
T1.14. Gebruik de ladder niet als u niet fi t genoeg bent. Bepaalde ziekten of medicijnen, alcohol of drugs kunnen het gebruik van
de ladder onveilig maken.
T1.15. Breng geen lange tijd op een ladder door zonder regelmatig te pauzeren (vermoeidheid is een gevaar).
T1.16. Voorkom beschadiging van de ladder tijdens het transport, bijvoorbeeld door deze te bevestigen en te zorgen dat de ladder
op de juiste plaats staat om schade te voorkomen.
T1.17. Zorg ervoor dat de ladder geschikt is voor het werk dat gedaan wordt.
T1.18. Gebruik de ladder niet als deze verontreinigd is, bijvoorbeeld met verse verf, modder, olie of sneeuw.
T1.19. Gebruik de ladder niet buiten in slechte weersomstandigheden, zoals harde wind.
T1.20. Voor professioneel gebruik moet een risicobeoordeling worden uitgevoerd, rekening houdend met de wetgeving in het land
waar de ladder wordt gebruikt.
T1.25. Wijzig de ladderstructuur niet.
T1.28. Als een ladder wordt geleverd met een stabilisatorbalk, die vóór het eerste gebruik moet worden geïnstalleerd, volg dan de
installatie-instructies in de gebruikershandleiding.
Vóór het eerste gebruik moeten stabilisatorbalken worden bevestigd aan de onderste delen van de ladder. Als de ladder is
uitgerust met veiligheidsvoorzieningen, moeten deze worden verwijderd door de borgplaat met een schroevendraaier te breken
en vervolgens de veiligheidsvoorzieningen (II) eruit te trekken. Schuif de balken in de openingen zodat de laddervoeten naar
beneden gericht zijn en de gaten in de verticale stijlen en balken elkaar kruisen (III). Zet de balk vast met een bout en moer (IV).
LET OP! Het is verboden de ladder te gebruiken zonder correct geïnstalleerde stabilisatiebalken.
T1.29. Ladder voor thuisgebruik.
T1.30. Ladder voor professioneel gebruik.
DE LADDER PLAATSEN EN OPHEFFEN
T1.5. Gebruik de ladder niet op oneff en of zachte ondergrond.
T1.7. Til geen ladder op een vervuilde ondergrond op.
T1.21. Bij gevaar voor botsingen met de ladder op de plaats waar de ladder wordt geplaatst, bijvoorbeeld door voetgangers,
voertuigen of deuren, moeten de deuren (met uitzondering van de branduitgangen) en de ramen op de werkplek zoveel mogelijk
worden beveiligd.
T1.22. Waarschuwing, gevaar voor elektrische schokken. Identifi ceer elektrische gevaren op de werkplek, zoals bovengrondse
leidingen of andere blootgestelde elektrische apparatuur.
T1.23. Gebruik een niet-geleidende ladder in geval van onvermijdelijk werk aan onder spanning staande apparatuur.
T1.24. Gebruik een ladder niet als brug.
T3.2. Open de ladder volledig voor gebruik.
T3.3. Gebruik de ladder alleen met correct geplaatste veiligheidsvoorzieningen.
T3.4. Geschraagde ladders mogen niet als enkelvoudige ladder worden gebruikt, tenzij ze voor een dergelijk gebruik zijn ontworpen.

HET GEBRUIK VAN DE LADDER

T1.6. Reik niet te ver.
T1.9. Houd het gezicht bij het beklimmen of het afdalen van een ladder gericht op de ladder.
T1.10. Houd een veilige grip tijdens het beklimmen en afdalen. Houd uw grip tijdens het werken op een ladder of neem extra
veiligheidsmaatregelen als u dat niet kunt.
T1.11. Vermijd werkzaamheden die een zijdelingse belasting van de ladder vereisen, zoals het boren in harde materialen.
T1.12. Draag geen zware of moeilijk vast te houden apparatuur bij het gebruik van een ladder.
O O R S P R O N K E L I J K E I N S T R U C T I E S
32