Problemen Oplossen - Kress KG760E.9 Bedienungsanleitung

DRAAG GOEDE OOGBESCHERMING ALS U HET MES
VERWIJDERT, SLIJPT EN MONTEERT. ZORG ERVOOR DAT DE
VEILIGHEIDSSLEUTEL en DE BATTERIJEN zijn VERWIJDERD.
Het is meestal voldoende het mes twee keer tijdens het maai-
seizoen te slijpen. Door zand wordt het mes snel bot. Heeft het
gras een zanderige bodem, dan moet het mes vaker geslepen
worden.
VERVANG EEN VERBOGEN OF BESCHADIGD MES DIRECT.
ALS U HET MES SLIJPT (Zie Fig. K)
1. Zorg ervoor dat het mes gebalanceerd blijft.
2. Slijp het mes op de oorspronkelijke snijhoek.
3. Slijp de randen aan beide kanten van het mes en verwijder
dezelfde hoeveelheid materiaal van weerszijden.
OPMERKING:
1. Zorg dat de maaimachine is uitgeschakeld .Verwijder de
sleutel en batterijen.
2. Plaats de machine rechtop in de opslagstand.
HET MES BALANCEREN (Zie Fig. L)
Controleer de balancering van het mes door het centrale gat van
het mes L-1 over schroevendraaier L-2 te zetten, horizontaal in
een bankschroef geklemdL-3. Als het mes niet in elke stand blijft
staan, vijl dan aan het einde dat naar beneden komt. Het mes is
goed gebalanceerd als het horizontaal blijft staan.
ONDERHOUD VAN HET MES (Zie Fig. M1, M2)
Vernieuw het mes na 50 uur maaien met een minimum vanaf 2
jaar,ongeacht de conditie waarin het mes verkeert. Volg deze
werkwijze voor het verwijderen en vervangen van het mes. Draag
tuinhandschoenen (niet meegeleverd) en gebruik een moersleu-
tel (niet meegeleverd) om het mes te verwijderen. Zorg ervoor
dat de veiligheidssleutel en de batterijen niet zijn geïnstalleerd.
Klem een blok hout vast tussen het mes en het maaidek om te
voorkomen dat het mes draait en schroef de bout linksom met
de moersleutel, en verwijder vervolgens het blad.
Om opnieuw te monteren, plaatst u het blad met de snijranden
naar de grond gericht. Zet daarna de moer stevig vast.

PROBLEMEN OPLOSSEN

Problemen Herstelhandeling
1. De maaier werkt A. Controleer of de
niet wanneer de veiligheidssleutel is
bedieningsbeugel is geïnstalleerd en volledig
geactiveerd. op zijn plaats zit en of de
veiligheidsvergrendelingsknop
volledig is ingedrukt.
B. Laat de bedieningsbeugel
los om de maaier uit te
schakelen. Verwijder de
veiligheidssleutel en de
batterijen,keer de maaier
om en controleer of het blad
vrij kan draaien. Als dat niet
zo is, retourneer dat dan
naar een geautoriseerde
onderhoudsmechanicus. Het
blad moet vrij kunnen draaien.
C. Is de accu volledig
opgeladen? Koppel de oplader
aan op de stroomtoevoer en
wacht tot de groene lamp
oplicht. Druk, om te starten,
tegelijkertijd op zowel de
Veiligheidsvergrendelingsknop
als op de Bedieningsbeugel.
(Zie Afb. E1)
2. De maaier werkt A. Druk, om de
niet wanneer zelfaandrijving te activeren,
de zelfrijdende tegelijkertijd op zowel de
snelheidsregeling- Veiligheidsvergrendelingsknop
hendel is als op de Zelfrijdende
geactiveerd. snelheidsregeling-hendel. (Zie
Afb. F)
3. De motor stopt A. Laat de bedieningsbeugel
tijdens het maaien. los om de maaier uit te
schakelen. Verwijder de
veiligheidssleutel en de
batterijen, keer de maaier
om en controleer of het blad
vrij kan draaien. Als dat niet
zo is, retourneer dat dan
naar een geautoriseerde
onderhoudsmechanicus. Het
blad moet vrij kunnen draaien.
B. Verhoog de maaihoogte
van de wielen naar de hoogste
positie en start de maaier.
C. Is de accu volledig
opgeladen? Koppel de oplader
aan op de stroomtoevoer en
wacht tot de groene lamp
oplicht.
D. Voorkom overbelasting
van de maaier. Ga langzamer
maaien of verhoog de
maaihoogte. Of doe beide.
4. De maaimachine A. Is de accu volledig opgeladen?
werkt maar het Koppel de oplader aan op de
maaien verloopt niet stroomtoevoer en wacht tot de
naar tevredenheid, groene lamp oplicht.
of maait niet het B. Laat de bedieningsbeugel
hele gazon. los om de maaier uit te
schakelen. Verwijder de
veiligheidssleutel en de
batterijen. Keer de maaier om en
controleer: Het blad op scherpte
– houd het blad scherp. Het dek
en de uitwerpgoot op blokkades.
C. De aanpassing van de
wielhoogte kan te laag zijn
ingesteld voor de staat van het
gras. Verhoog de maaihoogte.
5. De maaier is A. Verhoog de maaihoogte
moeilijk te duwen. om de wrijving tussen het dek
en het gras te verminderen.
Controleer of de wielen
allemaal vrij kunnen draaien.
81
NL