Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Batterijen Vervangen - Sygonix 2520087 Bedienungsanleitung

Funk-rauchwarnmelder
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

Montageplaats voor minimale
bescherming:
1. Slaapkamer
3. Slaapkamer/andere woonruimte
(bijv. kinderkamer)
Montageplaats voor maximale
bescherming:
1. Slaapkamer
2. Gang
3. Slaapkamer/andere woonruimte
(bijv. kinderkamer)
4. Trappenhuis
5. Woonkamer
6. Trappenhuis
Voor een optimale bescherming moet in elke ruimte een rookmelder worden geïnstalleerd.

Uitgesloten zijn ruimtes zoals keukens, badkamers of andere ruimtes waar tijdens gebruik
stoom wordt ontwikkeld.
Plaats de rookmelder in de buurt van slaapkamers. Probeer bovendien de vluchtroutes

uit de slaapkamers veilig te maken, omdat deze ruimtes zich meestal het verst van de
uitgang bevinden. Als er meer dan een slaapkamer is, brengt u in iedere slaapkamer nog
een rookmelder aan.
Dit geldt ook voor ander kamers met slaapgelegenheid (zoals kinderkamers, logeerkamers

enz.).
Plaats rookmelders om trappen te beveiligen, omdat trappen gemakkelijk kunnen dienen

als schoorstenen voor rook en vuur en om verspreiding te voorkomen.
Houd er rekening mee dat op elke verdieping minimaal één rookmelder moet worden ge-

plaatst.
Plaats een rookmelder in elke kamer waar elektrische apparaten of apparatuur zijn (bijv.

televisie in de woonkamer). Juist bij dergelijke apparaten bestaat vaak het gevaar van
sterke, giftige rookontwikkeling.
In grotere ruimtes is het raadzaam om meer dan één rookmelder te installeren.

Rook en andere verbrandingsresten stijgen naar boven naar het plafond en verspreiden

zich horizontaal. Breng de rookmelder op het plafond in het midden van de kamer aan,
omdat dit punt het dichtst bij alle andere punten in de ruimte ligt.
De montage aan het plafond wordt aanbevolen voor normale woningen. In caravans of

campers kan montage op de verticale wanden echter nuttig zijn om een warmtebarrière te
vermijden die zich bij het plafond kan vormen.
Als de rookmelder aan het plafond wordt gemonteerd, zorg er dan voor dat deze minimaal

50 cm van de zijmuur en 60 cm van elke hoek verwijderd is.
De rookmelder moet indien mogelijk in het midden van het plafond worden geïnstalleerd.

De rookmelder moet worden bevestigd op een steunbalk van het plafond of een vergelijk-

baar punt. Let goed op de minimale afstand naar de hoeken van de kamer en de muren. In
ruimtes met schuine plafonds (bovenste verdieping) is het raadzaam om op elk schuin dak
een rookmelder te monteren.
De rookmelder moet op minimaal 150 cm afstand van lampen, afzuigventilatoren, aircondi-

tioners en luchtinlaat/-uitlaat worden gemonteerd.
6.3 Afgeraden montageplaatsen voor rookmelders
U moet de volgende montageplaatsen vermijden:
Keuken/badkamer en wc: De in deze ruimtes aanwezige kook- en waterdampen kunnen

een vals alarm veroorzaken.
Garages: In garages kunnen de uitlaatgassen van voertuigen een vals alarm veroorzaken.

In de buurt van verwarmingen of airconditioners.

In de buurt van (< 1,5 m) TL-armaturen.

Ruimten waarin de temperatuur onder +5 °C daalt of boven +38 °C stijgt.

Dakgevel: Hier kan zich warme lucht ophopen (bijv. in de zomer of bij verwarming van het

huis), wat voorkomt dat de rook van een gevaarlijke smeulende brand bij de rookmelder
kan komen.
Plafonds in caravans enz: Zonlicht verwarmt het dak van de ruimte en daarmee ook de

lucht in het bovenste deel van de caravan. Door de warme lucht kan de rook van een
gevaarlijke smeulende brand niet bij de rookmelder komen.
Muren in permanente woongebouwen: Hierbij wordt de rook laat waargenomen, wat de

alarmering vertraagt.
Hoeken in gebouwen: Hierbij wordt de rook laat waargenomen, wat de alarmering vertraagt.

7 Bedieningselementen
1. Toets „Test" met rode LED
2. Opening van de signaalgever
(opening van de geluidsuit-
gang)
3. Rookdetector
4. Batterijvak
7.1 Montage en batterijen plaatsen
De draadloze rookmelder kan niet werken zonder

batterijen of met lege batterijen.
Gebruik voor de veiligheid nooit oplaadbare accu's,

maar alleen niet-oplaadbare batterijen.
De draadloze rookmelder kan om veiligheidsredenen

niet zonder geplaatste batterijen op de montageplaat
worden bevestigd.
Maak de montageplaat door deze te draaien los van

de draadloze rookmelder en verwijder deze (draai
het bovenste gedeelte linksom tegen de klok in).
Gebruik de montageplaat als boorsjabloon en teken

de boorgaten in de twee buitenste verzonken ope-
ningen af.
Bevestig de montageplaat met geschikte schroeven

en eventueel pluggen. Zorg er bij het vastschroeven
of boren voor dat er geen kabels of leidingen bescha-
digd worden.
Vanwege het hoge gewicht raden wij om veilig-
heidsredenen af te monteren met een kleefpad.
Plaats de batterij met de juiste polariteit. Let op de betreffende markeringen in het bat-

terijvak.
Plaats de draadloze rookmelder op de montageplaat en vergrendel deze door deze naar

rechts te draaien (draai het bovenste gedeelte met de klok mee naar rechts).
Controleer de functie van de draadloze rookmelder na installatie door kort op de toets

„Test" te drukken in het midden van de draadloze rookmelder. De draadloze rookmelder
geeft daarna 2x drie pieptonen en de toets knippert rood. Lees ook de paragraaf „Func-
tietest".

7.2 Batterijen vervangen

Als de batterij leeg raakt, knippert de rode LED-indicator tweemaal per 40 seconden. Ge-

lijktijdig klinkt er tweemaal een korte pieptoon. Vervang direct de lege batterij door een
nieuwe.
Test de draadloze rookmelder eenmaal per week en na elke batterijwissel door kort op de

toets „Test" te drukken in het midden van de draadloze rookmelder. De draadloze rook-
melder geeft daarna 2x drie pieptonen en de toets knippert rood. Raadpleeg het hoofdstuk
„Functietest".
Ga als volgt te werk:
Maak de montageplaat door deze te draaien los van de rookmelder en verwijder deze

(draai het bovenste gedeelte linksom tegen de klok in).
Vervang de batterij. Plaats de nieuwe batterij met de juiste polariteit. Let op de betreffende

markeringen in het batterijvak.
Plaats de rookmelder op de montageplaat en vergrendel deze door deze naar rechts te

draaien (draai het bovenste gedeelte met de klok mee naar rechts). De rookmelder kan
om veiligheidsredenen niet zonder geplaatste batterijen op de montageplaat worden be-
vestigd.
7.3 Meerdere draadloze rookmelders koppelen
Meerdere identieke draadloze rookmelders kunnen met elkaar worden verbonden. Als later
een van de draadloze rookmelders alarm slaat, geven kort daarop ook de andere draadloze
rookmelders alarm (als deze zich binnen het bereik bevinden).
Op deze manier wordt niet alleen rook in de woonkamer door de draadloze rookmelder in de
woonkamer geactiveerd, maar ook door alle andere draadloze rookmelders in de hele woning
(indien aangesloten).

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis