Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Hydraulisch Aansluiten Boiler; Overstortventiel Inbouwen; Temperatuursensoren; Elektrische Weerstand (Toebehoren) - Bosch Stora SWS 200 P1 Installations- Und Wartungsanleitung Für Den Fachmann

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für Stora SWS 200 P1:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

In bedrijf nemen

5.3.1

Hydraulisch aansluiten boiler

Installatievoorbeeld met alle aanbevolen ventielen en kranen in de gra-
fiek ( afb. 10, pagina 37)
▶ Gebruik installatiemateriaal dat tot 130 °C(260 °F) temperatuurbe-
stendig is.
▶ Gebruik geen open expansievaten.
▶ Gebruik bij waterverwarmingsinstallaties met kunststof leidingen
metalen aansluitkoppelingen.
▶ Dimensioneer de aftapleiding conform de aansluiting.
▶ Bouw geen bochten in de aftapleiding in, anders kan de installatie
niet goed spuien.
▶ Aanvoerleiding zo kort mogelijk houden en isoleren.
▶ Bij gebruik van een terugslagklep in de aanvoerleiding naar de koud-
wateringang: bouw een veiligheidsventiel tussen terugslagklep en
koudwateringang in. Of installeer een veiligheidsgroep.
▶ Wanneer de rustdruk van de installatie hoger dan 5 bar is, moet een
drukverminderaar aan de koudwaterleiding geïnstalleerd worden.
▶ Sluit alle niet gebruikte aansluitingen.
5.3.2

Overstortventiel inbouwen

▶ Bouw een voor drinkwater toegelaten overstortventiel (≥ DN 20) in
de koudwaterleiding in ( afb. 10, pagina 37).
▶ Installatiehandleiding van het overstortventiel respecteren.
▶ De uitstroomleiding van het overstortventiel moet in het tegen bevrie-
zing beschermde gebied via een afwatering uitmonden, waarbij de
plaats vrij moet kunnen worden geobserveerd.
– De uitstroomleiding moet minimaal overeenkomen met de uitlaat-
diameter van de veiligheidklep.
– De uitstroomleiding moet minimaal het debiet aankunnen, dat in
de koudwateringang mogelijk is ( tab. 23).
▶ Instructiebord met de volgende tekst op het overstortventiel aan-
brengen "Uitstroomleiding niet afsluiten. Tijdens het verwarmen kan
bedrijfsmatig water ontsnappen."
Wanneer de rustdruk van de installatie hoger wordt dan 80 % van de aan-
spreekdruk van het overstortventiel:
▶ Drukreduceerventiel voorschakelen ( afb. 10, pagina 37).
Aansluitdruk
Aanspreekdruk
(rustdruk)
overstortventiel
< 4,8 bar
≥ 6 bar
5 bar
6 bar
5 bar
≥ 8bar
6 bar
≥ 8bar
7,8 bar
10 bar
Tabel 25 Keuze van een geschikt drukreduceerventiel
5.4

Temperatuursensoren

Voor de meting en bewaking van de watertemperatuur een temperatuur-
sensor monteren. Aantal en positie van de temperatuursensor (dompel-
huls), zie productbeschrijving, tab. 21, pagina 19
▶ Monteer de temperatuursensor ( afb. 11 en 12, pagina 38).
Voor een goed thermisch contact moet ervoor gezorgd worden, dat
het sensorvlak over de gehele lengte contact heeft met het dompel-
hulsvlak.
5.5

Elektrische weerstand (toebehoren)

▶ Bouw de elektrische weerstand conform de separate installatiehand-
leiding in.
▶ Voer na afronding van de installatie van de boiler een randaardetest
uit. Betrek daarin alle metalen aansluitkoppelingen.
22
Drukreduceerventiel
in de EU + CH Buiten de EU
Niet
Niet
nodig
nodig
≤ 4,8 bar
≤ 4,8 bar
Niet
Niet
nodig
nodig
≤ 5 bar
Niet
nodig
≤ 5 bar
Niet
nodig
6
In bedrijf nemen
GEVAAR
Beschadiging van de boiler door overdruk!
Door overdruk kunnen spanningsscheuren ontstaan.
▶ Uitblaasleiding van het overstortventiel niet afsluiten.
▶ Voer voor de aansluiting van de boiler de dichtheidstest op de water-
leidingen uit.
▶ Neem cv-ketels, modules en toebehoren conform de instructies van
de
leverancier in de technische documenten in gebruik.
6.1

Boiler in bedrijf nemen

VOORZICHTIG
Gevaar voor de gezondheid door verontreiniging van het drinkwa-
ter!
Voor het vullen van de boiler:
▶ Vervuilingen uit de leidingen en uit de boiler spoelen.
▶ Boiler bij geopend warmwateraftappunt vullen tot er schoon water
uitkomt.
▶ Voer een dichtheidscontrole uit.
Voer de lekdichtheidstest van de boiler uitsluitend met drinkwater uit.
De testdruk mag aan de warmwaterzijde maximaal 10 bar overdruk zijn.
Instelling van de boilertemperatuur
▶ Gewenste boilertemperatuur conform de bedieningshandleiding van
de cv-ketel instellen, rekening houdend met het verbrandingsgevaar
aan de warmwatertappunten ( hoofdstuk 6.2).
6.2

Instrueren gebruiker

WAARSCHUWING
Verbrandingsgevaar aan de tappunten van het warm water!
Tijdens het warmwaterbedrijf bestaat afhankelijk van de installatie en
het bedrijf (thermische desinfectie) gevaar voor letsel door hete vloei-
stoffen aan de warmwatertappunten.
Bij instelling van een warmwatertemperatuur boven 60 °C is de inbouw
van een thermische mengkraan voorgeschreven.
▶ Wijs de gebruiker erop dat hij alleen gemengd water gebruikt.
▶ Werking en gebruik van de cv-installatie en de boiler uitleggen en op
veiligheidstechnische aspecten wijzen.
▶ Leg de werking en controle van het overstortventiel uit.
▶ Overhandig alle bijbehorende documenten aan de gebruiker.
▶ Aanbeveling voor de gebruiker: sluit een onderhouds- en inspectie-
contract af met een erkend vakman. Onderhoud de boiler conform de
gegeven onderhoudsintervallen ( tab. 27) en jaarlijks inspecte-
ren.
Wijs de gebruiker op de volgende punten:
▶ Warmwatertemperatuur instellen.
– Bij opwarmen kan water uit het overstortventiel ontsnappen.
– Uitstroomleiding van het overstortventiel altijd open houden.
– Onderhoudsintervallen naleven ( tab. 27).
– Aanbeveling bij vorstgevaar en kortstondige afwezigheid van
de gebruiker: laat de cv-installatie in bedrijf en stel de laagste
warmwatertemperatuur in.
Stora – 6720883817 (2022/09)

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Stora sws 300 ep1

Inhaltsverzeichnis