kleminrichting losgezet. Door draaien van de
handgreep met de wijzers van klok mee wordt de
kleminrichting aangehaald.
Zet eerst de kleminrichting van de extra hand-
greep los. Daarna kunt u de extra handgreep
(6) naar de voor u aangenaamste werkpositie
zwenken. Draai dan de extra handgreep in te-
gengestelde draairichting terug dicht tot de extra
handgreep vast zit.
5.2 Diepteaanslag (fi g. 3, pos. 7)
De diepteaanslag (7) wordt door de vastzetschro-
ef (a) op de extra handgreep (6) vastgehouden
dankzij een kleminrichting.
•
Draai de vastzetschroef (a) los en zet er de
diepteaanslag (7) in.
•
Breng de diepteaanslag (7) op het zelfde ni-
veau t.o.v. de boor.
•
Trek de diepteaanslag (7) met de gewenste
boordiepte terug.
•
Haal de vastzetschroef (a) terug aan.
•
Boor dan het gat tot de diepteaanslag (7) het
werkstuk raakt.
5.3 Gereedschap inzetten (fi g. 4)
•
Gereedschap vóór het inzetten schoonmaken
en lichtjes invetten met boorvet.
•
Vergrendelhuls (2) terugtrekken en vast-
houden.
•
Stofvrij gereedschap al draaiend de ge-
reedschapshouder in tot tegen de aanslag
schuiven. Het gereedschap wordt automa-
tisch vergrendeld.
•
Vergrendeling controleren door aan het ge-
reedschap te trekken.
5.4 Gereedschap verwijderen (fi g. 5)
Vergrendelhuls (2) terugtrekken, vasthouden en
gereedschap uitnemen.
Anl_TE_RH_32_E_SPK2.indb 35
Anl_TE_RH_32_E_SPK2.indb 35
NL
6. Bediening
Let op!
Om zichzelf en anderen niet in gevaar te
brengen mag de machine alleen aan de beide
handgrepen (6/8) worden vastgehouden!
Zo niet kan bij het aanboren van kabels een elekt-
rische schok dreigen!
6.1 Bedrijfsindicator (fi g. 1, pos. 11)
Als de netstekker in het stopcontact is gestoken,
brandt de bedrijfsindicator (11).
6.2 In-/uitschakelen (fi g. 1)
Inschakelen: Bedrijfsschakelaar (4) indrukken en
ingedrukt houden.
Uitschakelen: Bedrijfsschakelaar (4) loslaten.
6.3 Toerental instellen (fi g. 1, pos. 4)
•
U kunt het toerental tijdens het bedrijf trap-
loos regelen.
•
U kiest het toerental door de AAN/UIT-scha-
kelaar (4) meer of minder hard in te drukken.
•
Kiezen van het juiste toerental: Het meest
geschikte toerental is afhankelijk van het
werkstuk, van de bedrijfsmodus en van de
ingezette boor.
•
AAN/UIT-schakelaar (4) minder hard inge-
drukt: lager toerental
•
AAN/UIT-schakelaar (4) harder ingedrukt:
hoger toerental
6.4 Klopfunctie stop (fi g. 6)
Voor het zacht aanboren is de boorhamer voorzi-
en van een schakelaar voor het uitschakelen van
de klopfunctie.
•
Draaischakelaar voor klopfunctie stop (5)
naar positie (B) draaien om de klopfunctie uit
te schakelen.
•
Om de klopfunctie terug in te schakelen dient
u de schakelhefboom voor klopfunctie stop
(5) opnieuw terug naar positie (A) te draaien.
6.5 Draaistop (fi g. 7)
•
Om te klopboren de knop (E) op de draai-
schakelaar (3) indrukken en tegelijkertijd de
draaischakelaar (3) naar de schakelstand A
draaien.
•
Om te beitelen de knop (E) op de draaischa-
kelaar (3) indrukken en tegelijkertijd de draai-
schakelaar (3) naar de schakelstand B draai-
en. In de stand B is de beitel niet gearrêteerd.
•
Om te beitelen de knop (E) op de draaischa-
- 35 -
17.12.13 13:34
17.12.13 13:34