Automatische Ontdooiing; Aanbevelingen Voor Het Drogen Met De Comedes Demecto 30 Eco - Comedes Demecto 30 eco Bedienungsanleitung

Attentie:
Zorg ervoor dat de slang op geen enkel punt hoger loopt dan de slangaansluiting op het
•
apparaat en dat deze een constante neerwaartse helling heeft, zodat het water
ongestoord kan weglopen.
Zorg ervoor dat het uiteinde van de slang niet onder water staat.
•
Zorg ervoor dat de afvoerslang niet geknikt of geblokkeerd is. Controleer dit regelmatig.
•
Het apparaat moet na elk gebruik worden uitgeschakeld en van het net worden losgekoppeld,
voordat de accessoires worden bevestigd of verwijderd, door de stekker na het uitschakelen uit
de contactdoos te trekken. Laat het apparaat afkoelen tot kamertemperatuur alvorens het te
reinigen en/of op te slaan.

Automatische ontdooiing

De luchtontvochtiger is uitgerust met een temperatuursafhankelijke ontdooifunctie.
Bij een kamertemperatuur tussen 5°C en 10°C begint het apparaat om de 30 minuten te
ontdooien.
Bij een kamertemperatuur tussen 11°C en 18°C begint het apparaat elke 45 minuten te
ontdooien.
Aanbevelingen voor het drogen met de Comedes Demecto 30
eco
Om met de Demecto 30 eco een zo goed mogelijk ontvochtigingsresultaat te bereiken met zo
weinig mogelijk energie, geven wij de volgende instructies:
Aangezien deze handleiding slechts een beperkte hulp kan bieden, raden wij u aan om meer
informatie te verkrijgen op: www. comedes. com.
Basisprincipes van ontvochtiging met de Comedes Demecto 30 eco
De ontvochtiger werkt op dezelfde manier als een koelkast met een koelmachine. Hierdoor
ontstaat een koud oppervlak (bij de verdamper) waarop water condenseert. Afhankelijk van de
luchtvochtigheid en de omgevingstemperatuur condenseert het water bij de
dauwpunttemperatuur. Om de luchtontvochtiger te ontvochtigen moet het koude oppervlak
onder de dauwpunttemperatuur liggen. Aangezien het water bij negatieve
dauwpunttemperaturen zou bevriezen, kan de luchtontvochtiger alleen met positieve
dauwpunttemperaturen werken. Om dit te garanderen is de luchtontvochtiger uitgerust met
een modern, temperatuur gecontroleerd automatisch ontdooisysteem, dat de temperatuur van
de verdamper ongeveer tussen 0 en 5°C houdt. Om verstandig te kunnen ontvochtigen, moet
de dauwpunttemperatuur boven de 5°C liggen. Als de dauwpunttemperatuur onder deze
waarde ligt, is ontvochtiging ofwel helemaal niet mogelijk, ofwel slechts zeer inefficiënt. U kunt
de volgende tabel gebruiken om de dauwpunttemperatuur in uw geval te bepalen.
Als de dauwpunttemperatuur te laag is, wordt verwarming aanbevolen.
Attentie:
Verwarm de ruimte alleen met watergedragen verwarmingsunits, zoals vloerverwarming en
vast geïnstalleerde radiatoren.
Als dit niet mogelijk is, kan de kamer worden voorverwarmd met een andere elektrische ver-
warming. De luchtontvochtiger mag echter niet in deze ruimte staan.
De veiligheids- en bedieningsinstructies in deze handleiding moeten onder alle omstandighe-
den worden opgevolgd.
NL-14