Neem de inhoud van het hoofdstuk
"Bedieningselementen van het
dockingstation" door, met name
wanneer de LED niet zoals
beschreven brandt. (
Til de robotmaaier aan de handgreep (1)
iets op en ontlast de aandrijfwielen. Schuif
het apparaat op de voorwielen in het
dockingstation.
Na het aandokken mag er op het
dockingstation geen LED
branden. (
12.1)
Druk daarna op de
bedieningsconsole op de OK-toets.
238
All manuals and user guides at all-guides.com
9.8 Robotmaaier en dockingstation
koppelen
De robotmaaier kan pas in gebruik
12.1)
worden genomen als hij het door
het dockingstation verzonden
signaal goed ontvangt. (
De test van het draadsignaal kan
meerdere minuten duren. Met de rode
STOP-toets op de bovenkant van het
apparaat wordt het koppelen afgebroken,
de vorige stap van de installatiewizard
verschijnt.
Draadsignaal OK:
Op het display verschijnt de
tekst "Draadsignaal OK". De
robotmaaier en het
dockingstation zijn goed gekoppeld.
Ga door met de eerste installatie
door op de OK-toets te drukken.
Geen draadsignaal:
Op het display verschijnt de
tekst "Geen draadsignaal". De
robotmaaier ontvangt geen
draadsignaal.
10.15)
Sluit het dockingstation aan op het
elektriciteitsnet of steek de
begrensingsdraad in het dockingstation en
controleer de LED-lampjes op het
dockingstation. (
Na het indrukken van de OK-toets
wordt het koppelen herhaald.
Draadsignaal omgepoold:
Op het display verschijnt de
tekst "Aansluiting omgewisseld
of iMow buiten het maaivlak".
De robotmaaier ontvangt een omgepoold
draadsignaal.
Zet de robotmaaier in het dockingstation of
sluit de uiteinden van de
begrensingsdraad juist op het
dockingstation aan.
Na het indrukken van de OK-toets
wordt het koppelen herhaald.
Draadsignaal testen:
Op het display verschijnt de
tekst "Draadsignaal testen". De
robotmaaier ontvangt een
verstoord draadsignaal.
Mogelijke oorzaken zijn een
stroomgeleidende aardingskabel,
gewapend beton of storende metalen in de
bodem onder het dockingstation. Ook een
opgewikkeld netsnoer in de buurt van het
dockingstation of externe signalen (b. v.
signaal van een ander dockingstation)
kunnen het draadsignaal storen.
Indien mogelijk, de interferentiebron
elimineren, of anders het dockingstation
op een andere positie plaatsen.
12.1)
0478 131 9920 C - NL