Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Bedieningspersoneel; Elektrische Werkzaamheden; Elektrische Aansluiting; Gedrag Tijdens Het Bedrijf - Homa C250W Originalbetriebsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für C250W:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

De bediener moet elke optredende storing onmiddel-
lijk melden aan zijn leidinggevende.
Een onmiddellijke stilzetting door de bediener is dwin-
gend noodzakelijk wanneer er gebreken optreden die
de veiligheid in gevaar brengen. Hieronder vallen:
Falen van de veiligheids- en/of bewakingscontroles
Beschadiging van belangrijke onderdelen
Beschadiging van elektrische inrichtingen, leidingen
en isolaties.
Gereedschap en andere voorwerpen mogen alleen
op de daarvoor bestemde plaatsen worden bewaard,
om een veilige bediening te waarborgen.
Bij werkzaamheden in afgesloten ruimtes moet wor-
den gezorgd voor voldoende ventilatie.
Bij laswerkzaamheden en/of werkzaamheden met
elektrische apparatuur moet ervoor worden gezorgd
dat er geen explosiegevaar bestaat.
Om verstikking en vergiftigingen uit te sluiten, moet
worden gewaarborgd dat er op de werkplek voldoen-
de zuurstof aanwezig is en dat er geen giftige gassen
voorkomen in het werkbereik.
Meteen na afronding van de werkzaamheden moe-
ten alle veiligheids- en beveiligingssystemen weer
worden aangebracht of in werking gesteld.
De ongevalpreventievoorschriften en de algemeen
erkende regels van de techniek moeten worden na-
geleefd. Wij wijzen u erop dat wij volgens de wet op
de productaansprakelijkheid niet aansprakelijk zijn
voor schade die wordt veroorzaakt door ons appa-
raat, indien de aanwijzingen en voorschriften uit deze
handleiding niet worden nageleefd. Voor toebehoren
gelden dezelfde bepalingen.
Deze aanwijzingen moeten beslist worden nage-
leefd. Niet-naleving kan leiden tot letsel en/of ernsti-
ge materiële schade.

2.4. Bedieningspersoneel

Het voltallige personeel dat aan de installatie werkt, moet
gekwalificeerd zijn voor deze werkzaamheden. Het voltal-
lige personeel moet meerderjarig zijn.
Als basis voor het bedienings- en onderhoudspersoneel
moeten daarnaast ook de nationale ongevalpreventie-
voorschriften in acht worden genomen. Er moet worden
gecontroleerd of het personeel de instructies in deze
handleiding gelezen en begrepen heeft, evt. moet deze
handleiding in de gewenste taal worden nabesteld bij de
fabrikant.

2.5. Elektrische werkzaamheden

Onze elektrische producten worden aangedreven met
wissel- of draaistroom. De plaatselijke voorschriften moe-
ten worden nageleefd. Voor de aansluiting dient het scha-
kelschema in acht te worden genomen. De technische
instructies moeten strikt worden opgevolgd!
Wanneer een machine is uitgeschakeld door een beveili-
ging, mag deze pas weer worden ingeschakeld nadat de
fout is verholpen.
Gevaar door elektrische stroom!
Door ondeskundige omgang met stroom tijdens elek-
trische werkzaamheden dreigt levensgevaar! Deze
werkzaamheden mogen uitsluitend door een gekwa-
lificeerde elektricien worden uitgevoerd.
52 | nEDErlanDS
Pas op voor vocht!
Door het binnendringen van vocht in de kabel raakt
de kabel beschadigd en onbruikbaar. Daarnaast
kan er water in de aansluitruimte of motor binnen-
dringen en schade veroorzaken aan klemmen of de
wikkeling. Dompel het kabeluiteinde nooit onder in
de pompvloeistof of een andere vloeistof.

2.5.1. Elektrische aansluiting

De bediener van de installatie moet geïnstrueerd zijn over
de stroomtoevoer en de uitschakelmogelijkheden ervan.
Bij het aansluiten van de installatie op het elektrische
schakelsysteem, met name bij de toepassing van bijv.
frequentieomvormers en soft starter, moeten voor het
aanhouden van de elektromagnetische compatibiliteit de
voorschriften van de fabrikant van het schakeltoestel in
acht worden genomen. Eventueel zijn voor de stroom- en
stuurkabels aparte afschermmaatregelen nodig (bijv. spe-
ciale kabels).
De aansluiting mag alleen plaatsvinden als de schakel-
toestellen voldoen aan de geharmoniseerde EU-normen.
Mobiele telefoons kunnen storingen in de installatie ver-
oorzaken.
2.5.2. Aardaansluiting
Onze installaties moeten principieel worden geaard. Wan-
neer de mogelijkheid bestaat dat personen met de instal-
latie en de vloeistof in aanraking komen, moet de geaarde
aansluiting daarnaast nog worden beveiligd met een be-
veiliging tegen foutstroom.

2.6. Gedrag tijdens het bedrijf

Bij het bedrijf van het product moeten de op de werkplek
van de machine geldende wetten en voorschriften m.b.t.
beveiliging van de werkplek, ongevallenpreventie en om-
gang met elektrische machines worden nageleefd. In het
belang van een veilig werkproces moet de werkindeling
van het personeel worden vastgelegd door de gebruiker.
Het voltallige personeel is verantwoordelijk voor de nale-
ving van de voorschriften. Tijdens het bedrijf draaien be-
paalde onderdelen (waaier, propeller) om de vloeistof te
verpompen. Door bepaalde bestanddelen kunnen er aan
deze onderdelen zeer scherpe randen ontstaan.
Waarschuwing voor draaiende onderdelen!
De draaiende onderdelen kunnen ledematen beknel-
len en afsnijden. Grijp tijdens het bedrijf nooit in het
installatieonderdeel en raak draaiende onderdelen
niet aan. Schakel de machine vóór onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden uit en laat de draaiende
onderdelen tot stilstand komen!

2.7. Veiligheids- en bewakingscontroles

Onze installaties zijn uitgerust met verschillende veilig-
heids- en bewakingscontroles. Deze inrichtingen mogen
niet worden gedemonteerd of uitgeschakeld. Inrichtingen
moeten vóór de inbedrijfstelling door een elektricien aan-
gesloten en op correcte werking gecontroleerd zijn. Houd
er hiervoor ook rekening mee dat voor bepaalde inrichtin-
gen een analysetoestel of -relais nodig is voor een pro-
bleemloze werking, bijv. PTC-weerstanden en PT100-voe-
lers. Dit analysetoestel is te verkrijgen via de fabrikant of
elektricien.

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis