Topcom PowerLan 100
4 CONFIGURATIE
Het hulpprogramma starten:
Om het hulpprogramma te starten, dubbelklikt u op het pictogram
PowerPacket Configuration Utility op uw bureaublad.
Dialoogvenster Device:
In de keuzelijst vindt u alle toestellen die lokaal zijn aangesloten
op de computer waarop het hulpprogramma draait. In de meeste
gevallen staat er maar één toestel in de lijst.
Indien er meer in staan, selecteert u er één van en klikt u op
Connect. Zorg ervoor dat het vak State aanduidt dat uw PC is
aangesloten op hetzelfde toestel. Nu kunt u het powerline-
netwerk beheren dat is aangesloten op dit toestel, de privacy
ervan verzekeren en de datasnelheid meten.
Topcom PowerLan 100
21