6
Plaats de printkop.
●
Lijn de printkop zodanig uit dat het omcirkelde gebied in de
tekening naar u toe is gericht, duw voorzichtig de printkop
stevig in de printer en let er daarbij op dat het gedeelte dat
wordt afgedekt door de beschermkapjes de wagen niet raakt.
8
Duw de printkopvergrendeling helemaal tot het eind.
10
Sluit de bovenklep.
Opmerking
●
Is de roleenheid geïnstalleerd, dan wordt automatisch de
kalibratie van de roleenheid gestart nadat de printkop is
bevestigd. Als op dat moment de rolhouder op de roleenheid
is gemonteerd, dan kan de kalibratie niet worden uitgevoerd.
Monteer de rolhouder pas op de roleenheid wanneer de
installatie is voltooid.
7
Trek het sluitklepje van de printkop omlaag naar u toe
zodat de printkop op z'n plaats wordt vergrendeld.
9
Controleer of het driehoekje op de hendel voor
hoekaanpassing is uitgelijnd met de rode ■. Als
deze niet zijn uitgelijnd, beweeg dan de hendel voor
hoekaanpassing omhoog of omlaag om deze uit te lijnen
met de ■.
9
Rode ■
Driehoekje