Installatieoverzicht - Vaisala CARBOCAP MGP260 Serie Installation Und Sicherheit

Installatieoverzicht

Figuur 11 (pagina 53) toont een kogelklepinstallatie bij een MGP260-probe. De afbeelding
toont de juiste bedradingsroutes en de aanbevolen installatiediepte en oriëntatie.
3
1
2
Figuur 11 Voorbeeldinstallatie van een MGP260-probe met bedradingsroutes en aanbevolen
oriëntatie en diepte
1 Optionele ingangsbedrading voor externe druk- of temperatuursensor (Ex ia): gebruik de
M16x1,5 doorgang en leid de kabel rechtstreeks naar de aansluiting. Gebruik de
spanningsontlastingsklem bovenaan op de printplaat.
2 Standaardbedrading voor analoge uitgang, ingang voedingseenheid en RS-485-
communicatie: gebruik de M20x1,5 doorgang en leid de kabels naar de aansluitingen vanaf
de onderkant van de printplaat. Gebruik de spanningsontlastingsklem onderaan op de
printplaat.
3 Metalen scheiding tussen de intrinsiek veilige optionele ingangsaansluitingen voor externe
sensoren en de analoge uitgang, ingang voedingseenheid en RS-485-aansluitingen op de
printplaat.
4 1,5-inch NPT-buitendraad op de probe: installeer nooit op een ander draadtype dan een
1,5-inch NPT-binnendraad
5 U krijgt de beste resultaten als u de probe horizontaal installeert en de punt van de probe
binnen 1/3 van het midden van de pijplijn plaatst. In kleinere pijpen kan de installatiediepte
worden aangepast met behulp van een adapter (bijvoorbeeld een kogelklep).
LET OP! Gebruik altijd een afzonderlijke kabel voor de ingangsbedrading van
de optionele (Ex ia) externe druk- of temperatuursensor (1) en zorg ervoor dat
de bedrading gescheiden blijft van de aansluitingen en bedrading (2) aan de
andere kant van de metalen afscheiding (3) op de printplaat.
4
5
53