Vaisala CARBOCAP MGP260 Serie Installation Und Sicherheit Seite 53

Richtlijnen voor veilig gebruik in gevaarlijke
omstandigheden
Procesaansluiting en scheidingswand
1
Gb
Figuur 10 MGP260 divisie Ga/Gb
1 Het gedeelte buiten het proces (tot aan de 1,5-inch NPT-aansluitingsdraad) voldoet aan
het materieelbeschermingsniveau (EPL) Gb.
2 Het gedeelte binnen het proces (te beginnen bij de 1,5-inch NPT-draad) voldoet aan EPL
Ga.
De scheidingswand is gemaakt van roestvast staal, saffierglas en silicone hechtmiddel. Het
belastingslimiet-temperatuurbereik van het silicone hechtmiddel is -40 - +60 °C (-40 -
+140 °F).
ATTENTIE
het risico van het vrijkomen van ontvlambaar gas of het binnendringen van
vlammen.
Bedradingsvereisten
• De bedrading van de optionele, intrinsiek veilige (Ex ia) ingangsaansluiting voor een
externe druk- of temperatuursensor moet gescheiden worden gehouden van de analoge
uitgang, de ingang van de voedingseenheid en de RS-485-bedrading.
• Zie het installatieoverzicht en de installatie-instructies voor meer informatie.
• De kabelpakkingen en kabels die worden gebruikt voor de bedrading van het apparaat
mogen de Ex-bescherming niet verzwakken.
• VS/CAN: De kabels die worden gebruikt voor de bedrading, moeten
brandbaarheidsclassificatie UL 2556 VW-1 of equivalent hebben.
• Niet-gebruikte kabeldoorvoeren moeten worden verzegeld met stoppen die aan de
Ex-vereisten voldoen.
• Zie Tabel 14 (pagina 50)
• Gebruik een 18 - 30 V DC voedingseenheid voor de probe.
• Toegestane kortsluitstroom van de voeding (I
• VS/CAN: gebruik uitsluitend een UL-gecertificeerde 18 - 30 V DC (min. 6 W)
voedingseenheid. De voedingseenheid moet zijn gecertificeerd volgens UL/CSA
60950-1.
• De analoge uitgangen van de MGP260 vereisen externe voeding.
Tijdens het installeren of deïnstalleren van het apparaat bestaat
voor de vereisten aangaande schroefaansluitingen.
2
Ga
): 50 A.
k
49