De volgende verwijzingen (a b c) hebben betrekking op het aansluitvoorbeeld op pagina 136.
4.2 Antenne- / kabeltelevisieaansluiting (analoog en digitaal)
a
Verbind de antenne-ingang van het LCD-televisietoestel met een terrestrische televisieantenne
of met de wandcontactdoos van de antenne- of kabeltelevisieaansluiting.
Let op dat de gelijktijdige ontvangst van DVB-T en DVB-C signalen tot ontvangstproblemen
van sommige kabel- en DVB-T programma's kan leiden.
4.3 Satellietantenne
b
Verbind de LNB ingangen 1/2 met twee afzonderlijke antennekabels,
die identiek gebruikt worden, om de volledige functionaliteit te kunnen gebruiken.
of
Als er slecht één antennesignaal ter beschikking is,
sluit u de betreffende kabel aan op LNB ingang 1 van het apparaat.
4.4 DVD-speler
c
Sluit uw dvd-speler aan met
- een HDMI-aansluitkabel op de HDMI-aansluiting
of met
- een DVI/HDMI-aansluitkabel op de HDMI-aansluiting en daarnaast met een audio-aansluitkabel
op de Audio (VGA/DVI) ingang of de digitale Audio-ingang (SPDIF elektrisch).
of met
- een SCART-kabel op de SCART-aansluiting
of met
- een Cinch-kabel op de component ingangen van het LCD-televisietoestel.
4.5 Hifi/surround versterker
Om de best mogelijke geluidskwaliteit te bereiken kunt u het LCD-televisietoestel aansluiten
op een hifi/surround versterker.
d
Verbind daartoe de cinch-aansluitingen van de analoge audio-uitgang van het televisietoestel
middels een geschikte kabel met een audio-ingang van uw hifi-versterker
(bijv. CD of AUX; Let op! De phono-ingang is niet geschikt!).
of
Als uw versterker voorzien is van een elektrische of optische ingang (SPDIF),
verbind dan de digitale audio-uitgang (elektrisch of optisch) met de ingang van uw versterker.
4.6 Netaansluiting
Het LCD-televisietoestel mag alleen op het lichtnet (230V/50Hz) aangesloten worden
nadat alle kabels van het toestel naar de bijbehorende componenten aangesloten zijn.
Dit voorkomt het defect raken van het televisietoestel of van andere componenten.
137
Aansluiten