Voorbereidingen Voor Het Gebruik; Hogedruk-Ademluchtaansluiting (Hp); Middendruk-Ademluchtaansluiting (Lp); Potentiaalvrije Contacten Aansluiten - Dräger Air Guard 6500 HP Gebrauchsanweisung

4.2

Voorbereidingen voor het gebruik

AANWIJZING
Als de ademluchtvoorziening wordt ingeschakeld, kan een
verhoogde CO -concentratie optreden. Dit gebeurt vooral na
2
een langere stilstand van de compressor. In dit geval de
Air Guard spoelen om deze weer bedrijfsklaar te maken.
4.2.1

Hogedruk-ademluchtaansluiting (HP)

VOORZICHTIG
De maximale ingangsdruk van 300 bar mag bij de
hogedrukuitvoering van de Air Guard niet worden
overschreden, omdat de Air Guard bij hogere druk beschadigd
kan raken.
1. De Air Guard met het T-stuk op het lokale systeem
aansluiten. Het T-stuk is alleen handvast voorgemonteerd,
zodat het gemakkelijk kan worden gedraaid voor de
eindmontage. Na de montage moet het T-stuk worden
vastgezet.
2. Leidingsysteem onder druk zetten.
4.2.2

Middendruk-ademluchtaansluiting (LP)

VOORZICHTIG
De maximale ingangsdruk van 10 bar mag bij de
middendrukuitvoering van de Air Guard niet worden
overschreden, omdat de Air Guard bij hogere druk beschadigd
kan raken.
1. De Air Guard met een CEJN-aansluiting (346-serie) op het
lokale systeem aansluiten.
2. Leidingsysteem onder druk zetten.
4.2.3

Potentiaalvrije contacten aansluiten

De Air Guard beschikt over 2 potentiaalvrije contacten. Deze
contacten kunnen bijv. een ademluchtcompressor
uitschakelen. De contacten zijn aangesloten op de interne
klemmenstrook (X2 klemmen 23 en 24 en X2 klemmen 26 en
27) en zijn bij normaal bedrijf gesloten. De contacten worden
geopend in het geval van een alarm, een storing of wanneer
de Air Guard wordt uitgeschakeld.
Als de ademluchtvoorziening wordt ingeschakeld, kan een
verhoogde CO -concentratie optreden. Dit gebeurt vooral na
2
een langere stilstand van de compressor. In dit geval de
Air Guard spoelen om deze weer bedrijfsklaar te maken. Om
de leiding door te spoelen, moet de spoeling worden
geactiveerd via de touchscreen van de Air Guard. Bij
geactiveerde spoeling wordt een van de potentiaalvrije
contacten (X2 klemmen 21 en 23) weer gesloten. Op deze
klem moet de compressor worden aangesloten, om de
compressor tijdens het spoelen opnieuw te kunnen starten.
AANWIJZING
De technische gegevens voor het gebruik van potentiaalvrije
contacten in acht nemen (zie hoofdstuk 9).
1. Het potentiaalvrije contact op het externe alarmsysteem of
onderdeel aansluiten.
4.2.4

Elektrische aansluiting

WAARSCHUWING
De elektrische installatie mag alleen door gekwalificeerde
elektriciens worden geïnstalleerd.
1. Indien nodig, potentiaalvrije contacten aansluiten.
2. De netstekker van de Air Guard in het geaarde stopcontact
steken.
AANWIJZING
De beveiligingsschakelaar van de netvoeding dient bij
voorkeur over de volgende eigenschappen te beschikken:
16 A, B-karakteristiek.
3. Beveiligingsschakelaar inschakelen.
4. Deur van de Air Guard sluiten en vergrendelen.
4.2.5

Kalibratie

Gasmeetinstrument
VOORZICHTIG
De Air Guard moet voor gebruik worden gekalibreerd, anders
kunnen er onjuiste metingen optreden.
► De kalibratie mag alleen worden uitgevoerd door Dräger
of door Dräger geautoriseerd deskundig personeel.
De elektrochemische gassensoren voor de Polytron
gasmeetinstrumenten worden los meegeleverd met de
Air Guard om de levensduur te verlengen en moeten voor het
kalibreren worden geplaatst. Zie de gebruiksaanwijzing van
het betreffende gasmeetinstrument en de sensor voor de te
volgen werkwijze.
De betreffende gassensor moet na het plaatsen in het
gasmeetinstrument nog een bepaalde tijd inlopen. De exacte
inlooptijd staat in de betreffende gebruiksaanwijzing vermeld.
De gasmeetinstrumenten kunnen vervolgens worden
gekalibreerd. Het is raadzaam de Air Guard in te schakelen
voordat de kalibratie wordt uitgevoerd, zodat de wachttijd voor
de kalibratie door DrägerService of geautoriseerd deskundig
personeel zo kort mogelijk kan worden gehouden. De PIR
7200 is een optisch gasmeetinstrument waarvoor geen sensor
geplaatst hoeft te worden.
1. Het nulpunt conform de betreffende gebruiksaanwijzing
instellen.
2. De gevoeligheid conform de betreffende
gebruiksaanwijzing instellen.
Om de gevoeligheid in te stellen, moet voor de betreffende
sensor het juiste kalibratiegas worden gebruikt. De
concentratie conform het meetbereik van de sensor selecteren
(zie hoofdstuk 10).
Oliesensor
De oliesensor met isobuteen kalibreren conform de
meegeleverde gebruiksaanwijzing. Deze werkzaamheden
mogen alleen door Dräger of door geautoriseerd deskundig
personeel worden uitgevoerd.
Gebruik nl
67