Veiligheidsinstructies - EINHELL NEW GENERATION NKL 90/4 Bedienungsanleitung

Anleitung NKL 90-4 SPK1:_
1. Beschrijving (fig. 1-3)
1 AAN/UIT-schakelaar
2 Multifunctietoets
3 Laserstraaluitgang
4 Batterijvakdeksel
5 Schroefdraad (1/4") voor fotostatief

2. Veiligheidsinstructies

Achtung Laserstrahlung
Nicht in den Strahl blicken!
Laserspezifikation nach
EN 60825-1: 1994+A1: 2002+A2: 2001
Laser Klasse 2 JG9-635-5L
P: ≤ 5 mW
Ï: 635 nm
Let op!
Laserstraling
Niet in de straal kijken!
Laserklasse 2
Bescherm u en uw omgeving tegen gevaar voor
ongelukken door de gepaste voorzorgsmaatregelen
te nemen.
Niet met blote ogen rechtstreeks in de laserstraal
kijken.
Nooit rechtstreeks in de stralengang kijken.
De laserstraal nooit richten op weerkaatsende
oppervlakken, personen of dieren. Ook een
laserstraal met een gering vermogen kan schade
berokkenen aan het oog.
Voorzichtig – als u anders te werk gaat dan hier
beschreven kan dit leiden tot een blootstelling aan
gevaarlijke straling.
Lasermodule nooit openen.
Als het meetinstrument een tijdje niet wordt
gebruikt, is het aan te raden de batterijen te
verwijderen.
3. Gebruik
De kruislijnlaser wordt gebruikt voor het bepalen en
controleren van horizontale en verticale lijnen.
08.02.2007 13:33 Uhr Seite 11
4. Ingebruikneming
Batterijen installeren en vervangen (fig. 3)
Let op! Vergewis u er zich steeds van dat de
laser uitgeschakeld is voordat u de batterijen
installeert.
Open het deksel (4) van het batterijvak, zoals
getoond in fig. 3 en zet er de bijgeleverde batterijen
in. Let wel op de juiste polariteit van de batterijen.
Gebruik uitsluitend alkali-mangaan-batterijen.
Gebruik bij het vervangen van de batterijen geen
batterijen van verschillende fabrikanten. Let
bovendien op dezelfde capaciteit van de batterijen.
Inschakelen: de Aan/Uit-schakelaar (1) naar de
stand ON brengen. Let op! Het instrument zendt
onmiddellijk na het inschakelen een laserstraal
uit.
Uitschakelen: de Aan/Uit-schakelaar (1) naar de
stand OFF brengen. Het instrument wordt
uitgeschakeld en de lasereenheid wordt vergrendeld.
Werking met automatische nivelleercontrole
Binnen de zelfnivelleerzone heft het instrument
afwijkingen van ±4° automatisch op.
Het nivelleerproces is beëindigd als de laserlijn niet
meer beweegt. Buiten de automatische nivelleerzone
klinkt een waarschuwingssignaal en de laser wordt
uitgeschakeld. Richt het instrument in dit geval
horizontaal uit en wacht tot het zelfnivelleerproces is
beëindigd.
Kruislijnmodus (fig. 4)
Plaats het instrument op een vast horizontaal
oppervlak of maak het vast op een statief. Daarvoor
is aan de onderkant van het instrument een
schroefdraad (5) voorzien. Zet het apparaat dan aan.
De laser bevindt zich dan in de kruislijnmodus met
nivelleercontrole en verwekt een verticale en
horizontale lijn.
Horizontaallijnmodus (fig. 5)
Druk na het inschakelen eenmaal op de
multifunctietoets (2). De laser bevindt zich dan in de
horizontaallijnmodus met nivelleercontrole en
verwekt een horizontale lijn.
Verticaallijnmodus (fig. 6)
Druk na het inschakelen twee keer op de
multifunctietoets (2); de laser bevindt zich dan in de
verticaallijnmodus en verwekt een verticale lijn met
nivelleercontrole.
NL
11