Inhaltsverzeichnis
Werbung
HPS50 PersonalScope
Marker
DE SIGNAALMARKERS
1 - 2
Via vier verplaatsbare markers heeft men de moge-
lijkheid om metingen op een signaal te verrichten.
Dit kan handig zijn om de tijd te meten tussen
twee punten of om de amplitude van een bepaalde
spanningspiek te meten.
De volgende aanduidingen verschijnen op het
scherm:
1. De tijd tussen de twee verticale markers.
2. De omgerekende frequentie 1/∆t (meestal
gebruikt bij periode meting).
3. De gemeten spanning tussen twee horizontale
markers.
4. Kleine stippen duiden de relatieve marker-
positie aan van het compleet signaal.
De markers kan men verplaatsen d.m.v. de
pijltjestoetsen. Men kan de toets ingedrukt
houden om snel de marker te verplaatsen of kort
indrukken om 1 positie op het scherm te vers-
chuiven. Via de "mark 1-2" toets kiest men
welke marker men gaat verplaatsen.
TM
Marker
LES REPÈRES
1 - 2
Les quatre repères mobiles permettent d'effectuer
des mesures sur un signal. Cela peut être pratique
pour mesurer le temps entre deux points ou pour
mesurer l'amplitude d'une crête de tension donnée.
Les indications suivantes apparaissent à
l'écran:
1. Le temps entre les deux repères verticaux.
2. La fréquence 1/∆t convertie (généralement
utilisée pour la mesure de périodes).
3. La tension mesurée entre deux repères horizon-
taux.
4. Pointillé indiquant la position relative sur le
signal complet.
Les repères se déplacent au moyen des
ches de direction. Maintenez la touche enfoncée
pour déplacer le repère rapidement ou appuyez
brièvement pour le déplacer de 1 position à
l'écran. Choisissez le repère à déplacer au moyen
de la touche "mark 1-2".
Markers / repères / Markierungen
Marker
DIE MARKIERUNGEN
1 - 2
Mittels vier verschiebbaren Markierungen haben
Sie die Möglichkeit, Messungen an einem Signal
durchzuführen. Das kann nützlich sein, um die Zeit
zwischen zwei Punkten zu messen oder um die
Amplitude einer bestimmten Spannungsspitze zu
messen.
Folgende Angaben erscheinen auf dem Bild-
schirm:
1. Die Zeit zwischen zwei senkrechten Markierun-
gen.
2. Die umgerechnete Frequenz 1/∆t (meistens bei
Periodenmessung verwendet).
3. Die gemessene Spannung zwischen zwei waa-
gerechten Markierungen.
4. Kleine Punkte deuten die relative Markierung-
sposition des vollständigen Signals an.
Die Markierungen können verschoben werden
tou-
mittels der Pfeiltasten. Sie können die Taste
eingedrückt halten, um schnell die Markierung zu
verschieben oder Sie können sie kurz eindrüc-
ken, um 1 Position auf dem BildBildschirm zu
verschieben. Mit der "mark 1-2"-Taste wählen
Sie die Markierung die verschoben wird.
41
Werbung
Inhaltsverzeichnis
