Onderhoud Van De Accu; Veiligheidsvoorschriften Voor Onderhoud; Onderhoud En Inspectie - Manutan A170148 Bedienungsanleitung

4.4. Accu verwijderen en installeren
Parkeer de palletwagen veilig (zie 3.2.4: De palletwagen veilig parkeren) en schakel de stroomvoor-
ziening uit voordat u de accu verwijdert of plaatst.
Stappen voor verwijderen en installeren van accu:
Hef de vorken door de bedieningsstang (1) omhoog en omlaag te bewegen tot het hoogste
a:
punt. Draai dan de bedieningsstang (1) een paar graden naar links of rechts.
b: Verwijder de twee schroeven (2) voordat u de afdekking (3) verwijdert.
c: Verwijder de kabelboom en de accukabel. Verwijder de accu (4).
Waarschuwing!
Zorg dat de kabels correct zijn gepositioneerd om beschadiging te voorkomen bij het verwijderen
en installeren van de accu.
De accu wordt geïnstalleerd door de instructies voor verwijdering in omgekeerde volgorde uit te
voeren. Let goed op de kabelaansluiting en de positie van de accu. Zorg dat de kabels correct zijn
gepositioneerd om beschadiging te voorkomen bij het verwijderen en installeren van de accu.
a: Verwijder twee schroeven (1) en verwijder de afdekking.
b: Verwijder vier schroeven (2).
c: Verwijder de drie accukabels (3) zoals aangegeven in de afbeelding.
d: Beweeg de roterende bedieningshendel (4) zo ver mogelijk.
e: Trek het elektrische paneel (5) een beetje naar buiten.
Draai het elektrische paneel (5) in de richting die in de afbeelding getoond wordt, totdat
f:
de accu volledig blootligt.
g: Draai de klemschroeven van de accu los. Plaats de accu (6) of verwijder de accu (6).
Voor de instructies in omgekeerde volgorde uit voor de installatie. Let bij de installatie met name
goed op de positie van de accu en de kabelaansluiting. Zorg ervoor dat de kabels juist zijn gepositio-
neerd om te voorkomen dat ze beschadigd raken tijdens het verwijderen en installeren van de accu.
Waarschuwing!
Zorg dat de kabels correct zijn gepositioneerd om beschadiging te voorkomen bij het verwijderen
en installeren van de accu.
A170148
A170149

4.5. Onderhoud van de accu

Maak geen overmatig gebruik van de accu:
• Als u de accu blijft gebruiken totdat u de palletwagen niet meer kunt bewegen, vermindert u de
tijd dat de accu zijn spanning kan vasthouden.
• Als het accusymbool wordt weergegeven, moet de accu worden opgeladen. Laad de accu dan
snel op.
Onderhoud van de accu:
De accucelafdekkingen moeten droog en schoon worden gehouden. De aansluitingen en kabel-
schoenen moeten schoon, beveiligd en bedekt met een dunne laag diëlektrisch vet zijn. Accu's met
niet-geïsoleerde aansluitingen moeten worden bedekt met een isolerende antislip-mat.
Waarschuwing!
1. Gebruik geen droge doek of glasvezeldoek om de accu schoon te maken om te voorkomen dat
er statische elektriciteit ontstaat die een explosie kan veroorzaken.
2. Verwijder de accustekker.
3. Reinig deze met een vochtige doek.
4. Voor uw veiligheid moeten beschermende rubberen overschoenen, rubberen handschoenen en
een veiligheidsbril om uw ogen te beschermen gedragen worden.
4.6. Accu afvoeren
Accu's moeten worden afgevoerd in overeenstemming met de nationale milieuvoorschriften of afval-
verwerkingswetten. De instructies van de fabrikant voor het afvoeren moeten gevolgd worden.
Accu's bevatten een zuuroplossing die giftig en corrosief is. Daarom moet er altijd beschermende
kleding en oogbescherming gedragen worden bij het werken met accu's. Vermijd bovenal contact
met accuzuur.
Als kleding, huid of de ogen in contact komen met accuzuur, spoel de getroffen gebieden dan met
veel schoon water. Raadpleeg onmiddellijk een arts als de huid of de ogen zijn getroffen. Neutraliseer
gelekt accuzuur onmiddellijk.
Alleen accu's met een verzegelde accubehuizing mogen worden gebruikt.
Het gewicht en de afmetingen van de accu hebben een aanzienlijke invloed op de operationele vei-
ligheid van de palletwagen. Accumateriaal mag uitsluitend worden vervangen met toestemming van
de fabrikant.
------------------------------------------------------------------------------------------------
5. ONDERHOUD PALLETWAGEN
5.1. Operationele veiligheid en milieubescherming
• De onderhouds- en inspectiewerkzaamheden in dit hoofdstuk moeten worden uitgevoerd in
overeenstemming met de intervallen aangegeven in de onderhoudscontrolelijsten.
• Wijzigingen aan de samenstelling van de palletwagen, met name de veiligheidsmechanismen, zijn
verboden. De bedrijfssnelheden van de palletwagen mogen onder geen beding worden gewijzigd.
• Alleen originele reserveonderdelen zijn gecertificeerd door onze afdeling kwaliteitscontrole. Voor
een veilige en betrouwbare werking van de palletwagen mogen uitsluitend reserveonderdelen
van de fabrikant worden gebruikt. Gebruikte onderdelen, oliën en brandstoffen moeten worden
afgevoerd in overeenstemming met de relevante milieuvoorschriften. Neem voor olieverversingen
contact op met de gespecialiseerde afdeling van de fabrikant.
• Na voltooien van inspectie en onderhoud moeten de activiteiten in het hoofdstuk "Weer in bedrijf
nemen" worden uitgevoerd.

5.2. Veiligheidsvoorschriften voor onderhoud

Onderhoudspersoneel:
Industriële palletwagens mogen uitsluitend worden gerepareerd en onderhouden door opgeleid per-
soneel van de fabrikant.
De serviceafdeling van de fabrikant beschikt over technici die speciaal zijn opgeleid voor deze taken.
Wij adviseren daarom een onderhoudscontract af te sluiten met het lokale servicecentrum van de
fabrikant.
Optillen en opkrikken:
Als een industriële palletwagen moet worden opgetild, mag de hefinrichting uitsluitend worden vast-
gezet op de punten die hiervoor zijn bedoeld.
Als de palletwagen moet worden opgekrikt, neem dan passende maatregelen om te voorkomen dat
de palletwagen wegglijdt of kantelt (bijv. wiggen of houten blokken).
Er mag alleen worden gewerkt onder een geheven voorzetstuk als dit wordt ondersteund door een
voldoende sterke ketting.
Reinigen:
Gebruik geen ontvlambare vloeistoffen voor het reinigen van de palletwagen.
Voor het reinigen moeten alle veiligheidsmaatregelen worden getroffen die nodig zijn om vonkvorming
(bijv. door kortsluiting) te voorkomen. Bij palletwagens met accu-aandrijving moet de aansluitkabel
van de accu worden verwijderd.
Gebruik alleen zwakke zuigkracht of perslucht en niet-geleidende antistatische borstels voor het
reinigen van elektrische of elektronische units.
Als de palletwagen wordt schoongemaakt met een waterstraal of een hogedrukreiniger moeten alle
elektrische en elektronische onderdelen van tevoren zorgvuldig worden afgedekt, omdat vocht kan
leiden tot storingen. Niet reinigen met water onder druk.
Voer na het reinigen van de palletwagen de activiteiten uit het hoofdstuk "Weer in bedrijf nemen" uit
Elektrisch systeem:
Alleen personeel met een geschikte opleidingsniveau mag aan het elektrisch systeem van de pallet-
wagen werken.
Voordat werkzaamheden aan het elektrische systeem worden uitgevoerd, moeten alle voorzorgsmaat-
regelen worden getroffen om elektrische schokken te voorkomen.
Voor palletwagens met accu-aandrijving moet de palletwagen spanningsvrij worden gemaakt door
de sleutel te verwijderen.
Instellingen:
Noteer tijdens het repareren of vervangen van hydraulische, elektrische of elektronische onderdelen
of samenstellen altijd de specifieke instellingen van de palletwagen.
Banden:
De kwaliteit van de banden is van invloed op de stabiliteit en prestaties van de palletwagen. Gebruik
bij het vervangen van de door de fabriek geplaatste banden alleen originele reserveonderdelen van
de fabrikant, anders kloppen de specificaties op het gegevensplaatje niet meer.
Als u wielen en banden verwisselt, zorg er dan voor dat de palletwagen geen afwijkingen krijgt (bijv.
als u de wielen verwisselt, vervang dan altijd het linker-en het rechterwiel tegelijk).

5.3. Onderhoud en inspectie

Grondig en deskundig onderhoud is een van de meest belangrijke vereisten voor een veilig gebruik van
de palletwagen. Het niet uitvoeren van periodiek onderhoud kan leiden tot uitval van de palletwagen
en een mogelijk gevaar voor personeel en uitrusting.
De vermelde onderhoudsintervallen zijn gebaseerd op bediening tijdens één dienst onder normale
bedrijfsomstandigheden. De intervallen moeten daarom verkleind worden als de palletwagen
onder extreme omstandigheden gebruikt wordt met grote hoeveelheden stof, extreme
temperatuurschommelingen of tijdens verschillende diensten.
In de volgende onderhoudscontrolelijst staan de taken en intervallen vermeld waarna onderhoud moet
worden uitgevoerd. Onderhoudsintervallen worden als volgt gedefinieerd:
W = Elke 50 bedrijfsuren, ten minste wekelijks
A = Elke 500 bedrijfsuren
B = Elke 1000 bedrijfsuren, of ten minste jaarlijks
C = Elke 2000 bedrijfsuren, of ten minste jaarlijks
W-onderhoudsintervallen moeten worden uitgevoerd door de klant.
Tijdens de inloopperiode, na circa 100 bedrijfsuren, of na het uitvoeren van reparaties, dient de
eigenaar de wielmoeren/-bouten te controleren en indien nodig aan te draaien.