5.
Selecteer Curve weergeven en druk op
6.
De eerder ingestelde karakteristiek van de Blindver-
mogen wordt nu grafisch weergegeven, zoals in het
voorbeeld weergegeven.
7.
Druk op
.
7.1.1.8 Eerste inbedrijfstelling afsluiten
1.
Open Afsluiten.
Voorwaarde: De menupunten van de installatieassistent zijn onvolledig in-
gesteld.
▶
De melding De instellingen zijn onvolledig! verschijnt.
▶
Druk dan op
om de instellingen te corrigeren.
▶
Sluit de Eerste inbedrijfstelling opnieuw af.
Voorwaarde: De menupunten van de installatieassistent zijn volledig inge-
steld.
▶
Open Afsluiten.
▶
De controlevraag Zijn alle instellingen juist?
verschijnt.
Voorwaarde: De menupunten van de installatieassistent zijn niet correct
ingesteld.
▶
Om verkeerde instellingen te corrigeren, drukt u op
▶
Corrigeer de verkeerde instelling in de installatieassis-
tent.
▶
Sluit vervolgens de Eerste inbedrijfstelling opnieuw af.
Voorwaarde: De menupunten van de installatieassistent zijn correct inge-
steld.
▶
Druk minstens 1 seconde lang op
◁
De ondulator start opnieuw en synchroniseert met
het net.
▶
Schakel de lastscheider op positie (1), om de ondulator
onder gelijkstroom te schakelen.
▶
De Eerste inbedrijfstelling is afgesloten en de ondula-
tor is in bedrijf.
7.2
Instellingen voor dataverbindingen
(optioneel)
▶
Neem de informatie van de fabrikant van extern aange-
sloten producten in acht.
7.2.1
Instellingen voor ethernetaansluiting
1.
Zorg ervoor dat de ondulator met een internetrouter of
een ander toegestaan product aan de ethernetinterface
verbonden (→ Pagina 146) is.
Aanwijzing
Wijzig instellingen van uw ondulator alleen
als de gewenste verbinding niet automatisch
tot stand kan worden gebracht.
Voorwaarde: Netwerkverbinding met internetrouter wordt niet automatisch
tot stand gebracht (geen DHCP).
▶
Open Hoofdmenu → Instellingen → Netwerk.
▶
Neem de informatie m.b.t. de menupunten in het
Overzicht van de exploitant- en weergavefuncties
(→ Pagina 126) in de gebruiksaanwijzing in acht.
0020273406_01 VPV I Installatie- en onderhoudshandleiding
▶
Stel de ondulator in voor de dataverbinding via de ether-
.
netinterface met het verbonden product, bijv. een inter-
netrouter.
Voorwaarde: Netwerkverbinding met pc of notebook is tot stand gebracht.
▶
Houd er rekening mee dat wijzigingen in de interne ser-
ver directe effecten hebben op de instellingen van de
ondulator.
▶
Lees het IP-adres van de ondulator bij een bestaande
netwerkverbinding linksonder in de basisweergave van
de ondulator af.
▶
Voer het IP-adres van de ondulator in de adresbalk van
uw webbrowser in en open de interne server van de
ondulator.
7.2.2
.
1.
Zorg ervoor dat met de ModBus van de ondulator een
toegestaan product correct verbonden (→ Pagina 147)
is.
Open Hoofdmenu → Instellingen → Energiemanage-
2.
ment → Mode.
3.
Selecteer Energiemeter.
4.
Om bijv. een energieteller in te stellen, opent u Confi-
.
guratioin.
5.
Neem de informatie m.b.t. de menupunten in het
Overzicht van de exploitant- en weergavefuncties
(→ Pagina 126) in de gebruiksaanwijzing in acht.
6.
Stel de ondulator in voor de dataverbinding met een
toegestaan product.
7.2.3
1.
Zorg ervoor dat met de RS485-Bus van de ondu-
lator een toegestaan product correct verbonden
(→ Pagina 146) is.
2.
Neem de informatie m.b.t. de menupunten in het
Overzicht van de exploitant- en weergavefuncties
(→ Pagina 126) in de gebruiksaanwijzing in acht.
Open Hoofdmenu → Instellingen → Energiemanage-
3.
ment → Mode.
4.
Controleer of Energiemeter is geselecteerd.
5.
Indien niet, selecteer dan Energiemeter.
6.
Bevestig de keuze.
7.
Ga terug naar het menupunt Energiemanagement.
8.
Pas de Grenswaarde PV-ready overeenkomstig uw
fotovoltaïsche installatie aan.
9.
Neem bij vragen over de instelling van het toegestane
product evt. contact op met het serviceteam.
Ingebruikname 7
Aanwijzing
Als u de ondulator met een pc of notebook
verbindt, dan hebt u toegang tot de interne
server van de ondulator.
Instellingen voor Modbus en dynamische
voedingsregeling
Instellingen voor grenswaarde PV-Ready
149