Draaifilter (Afb. 9) naar links draaien
tot het niet verder kan.
Toets (Afb. 1/G) indrukken. De rode
bedrijfsindicatie gaat branden. Als het
malen klaar is, draait het filter auto-
matisch op de koffiezetstand (Afb. 10)
en het koffie zetten begint.
Opmerking: met de draaitoets voor de
hoeveelheid kopjes (Afb. 1/F) kunt u
ook de koffiesterkte variëren:
bijvoorbeeld
8 kopjes normaal: draaiknop op 8
8 kopjes sterk: draaiknop op 9
9 kopjes slap: draaiknop op 7
d.w.z.: u heeft drie keer dezelfde hoe-
veelheid water, maar de molen maalt
meer of minder koffie in het draaifilter.
Op stand max. krijgt u 10 kopjes sterke
koffie. Op stand min. varieert u zoals
gebruikelijk de koffiesterkte over de
waterhoeveelheid.
8. Uitschakelen
Met de toets (Afb. 1/G) wordt het
apparaat uitgeschakeld.
9. Warmhoudplaatje (Afb. 1/D)
Na het koffiezetten houdt het warm-
houdplaatje de koffie in de glazen kan
warm. 2 uur na het koffiezetten wordt
het apparaat automatisch uitgescha-
keld.
10. Kan weghalen (Afb. 11)
Als de kan wordt weggehaald, voor-
komt het antidruppelventiel het
nadruppelen.
11. Reiniging van de koffiemolen
(Afb. 13-16) (absoluut opvolgen)
Van tijd tot tijd (uiterlijk na een ver-
stopping) moet het maalkanaal gerei-
nigd worden om het van olieachtige
koffieresten te ontdoen.
Ga als volgt te werk: open de deksel
van de waterhouder. Open de schroef
(bijv. met een munt) op de afdekking
van het maalkanaal "open" (Afb. 13).
Pak de afdekking van het maalkanaal
linksvoor vast en haal het er langzaam
uit (Afb. 14). Leg een papieren filter in
het draaifilter en zet het draaifilter tot
het vastklikt op de maalstand. "Veeg"
de koffieresten (ook van het achterste
deel van het kanaal) met een geschikt
voorwerp (bijvoorbeeld penseel) op het
papieren filter (Afb. 15). Ook met een
stofzuiger kunnen de koffieresten goed
verwijderd worden. Bij sterkere ver-
stoppingen, in het bijzonder in het
achterste gedeelte van het maalkanaal,
de molen gedurende 1 tot 2 seconden
laten draaien, zodat door de vers
gemalen koffie de verstopping naar
buiten wordt gedrukt. Indien nodig
herhalen.
Veeg het maalkanaal daarna af met
een droge doek en draai het draaifilter
weer over de weerstand terug naar de
koffiezetstand. Maak het papieren fil-
ter leeg. Draai de schroef weer op de
stand "close". Controleer of de afdek-
king correct zit. Nu is de koffieauto-
maat weer geheel gereed voor gebruik.
Als donkere, olieachtige koffiebonen
gebruikt worden, moet het maalkanaal
vaker gereinigd worden dan bij lichte
koffiebonen.
Zo voorkomt u verstoppingen in het
maalkanaal:
• Gebruik geen bevroren koffiebonen,
omdat deze bij het ontdooien condens-
water vormen dat tot verstopping kan
leiden.
• Draai het draaifilter niet direct na het
koffiezetten weer in de maalpositie,
omdat de uit de koffie opstijgende
damp tot verstopping kan leiden.
• Zet het apparaat voldoende ver van het
fornuis of van een friteuse, omdat vet
tot verstopping kan leiden.
• Houd steeds de voorraadhouder voor
de koffiebonen gesloten.
De voorraadhouder van de koffiemolen
(Afb. 1/K) geregeld van olieachtige
afzettingen van de koffiebonen met
een droge doek ontdoen.
12. Reiniging van het filterinzetstuk
(Afb. 12/A en Afb. 12/B)
Voor het leegmaken en reinigen kan
het filterinzetstuk er uitgehaald wor-
den.
Haal de glazen kan er af en klap het
deksel van de waterhouder omhoog
(Afb. 1/A), grijp met de vinger in de
achterste greep (Afb. 12/A) en trek de
l
19