Werbung
l
Snoervak (afb. 2)
Uw koffieautomaat heeft een snoer-
vak. Als het snoer naar de contactdoos
te lang is, kan het niet benodigde snoer
in het vak aan de achterkant van het
apparaat geschoven worden.
Vóór het in gebruik nemen
Voordat voor de eerste keer koffie
gezet wordt, moet twee keer alleen
water verhit worden.
Vul de waterhouder tot aan de boven-
ste kopjesmarkering met koud water en
laat het zonder koffiepoeder en filter-
papier bij ingeschakeld apparaat in de
koffiekan lopen. Druk daarvoor op de
Aan-/Uittoets (Afb. 1/G).
Voorbereiding
1. Water bijvullen (Afb. 3)
Klap de deksel van de waterhouder
(Afb. 1/A) omhoog. Vul de houder met
schoon, koud leidingwater. Kijk voor
het afmeten van de gewenste hoeveel-
heden naar de kopjesmarkeringen
– in de waterhouder en
– op de koffiekan.
De markeringen gelden voor de hoe-
veelheid vers water. De latere hoeveel-
heid koffie is geringer, omdat de
gemalen koffie water opzuigt.
Nooit heet water gebruiken. Doe ook
nooit melk, gezette koffie, thee etc. in
de waterhouder.
2. Leg het papieren filter er in (Afb. 4)
Leg een papierfilter maat 4 in de filter-
houder. Knik tevoren de rand aan de
zij- en onderrand van het filter om. Let
er daarbij op dat het papieren filter
tegen de wand van het filterinzetge-
deelte aanligt.
Opdat bij het malen en zetten van de
koffie geen aroma verloren gaat, heeft
uw koffieautomaat een aromadeksel.
Let steeds op de juiste stand: aan de
onderkant heeft het aromadeksel een
halfronde ribbe die in de passende
voeg op het filterdrager gedaan moet
18
worden. De opening met de afdichtlip
zit daarbij links.
De deksel van de waterhouder weer
sluiten.
3. Koffiekan met deksel op het warm-
houdplaatje zetten (Afb. 5)
Koffiemolen
4. Koffiebonen in de voorraadhouder
(Afb. 6):
De koffiemolen heeft een voorraad-
houder (Afb. 1/K).
Vul de houder geheel en sluit de deksel
stevig.
De voorraadhouder kan ca. 125 gram
koffiebonen bevatten.
5. Maalgraadinstelling (Afb. 7)
Met de stelring (Afb. 1/J) kan de maal-
graad veranderd worden en aan de
bonenroostering aangepast worden.
G
Stand 1 =
G
stand 4 =
raden aan met een medium stand te
beginnen die voor de gangbare koffie-
soorten geschikt is.
Voorbereiding voor het
koffiezetten
U heeft de voorbereidingen van punt
1 – 5 (zie hiervoor) getroffen.
6. Koffie van reeds gemalen koffie
(Afb.8)
Water bijvullen (punt 1), papieren filter
plaatsen (punt 2), koffiepoeder bijvul-
len, koffiekan op warmhoudplaatje
zetten (punt 3), dan toets (Afb. 1/G)
indrukken. De rode bedrijfsindicatie
gaat branden. Het koffiezetten begint.
7. Koffie via de koffiemolen (Afb. 9 / 10)
Water bijvullen (punt 1), papieren filter
plaatsen (punt 2), koffiepoeder bijvul-
len, koffiekan op warmhoudplaatje
zetten (punt 3). Koffiebonen in de
voorraadhouder doen en maalgraad
instellen (punt 4).
Stel nu met de draaitoets (Afb. 1/F) de
gewenste hoeveelheid kopjes in.
is voor lichte bonen,
voor donkere bonen. Wij
Werbung
