Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Candy ONE DOOR LARDER Bedienungsanleitung Seite 36

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 23
Houd bij plaatsing naast een andere koelkast of vriezer minimaal 2 cm ruimte
over tussen de apparaten om condensatie te voorkomen.
Er moet 50 mm ruimte boven het apparaat vrij worden gehouden. Als dit niet
mogelijk is, moet u ervoor zorgen dat er 25 mm ruimte is aan alle zijden van
het apparaat.
Bevestig de plastic wandafstandstukken op de condensator aan de achterkant
van het apparaat. Dit zorgt ervoor dat er ruimte tussen het apparaat en de
wand blijft.
Plaats geen zware voorwerpen op dit apparaat.
Zorg ervoor dat het apparaat op een stevige, vlakke vloer staat.
Dit apparaat moet waterpas staan. Zet het waterpas door de stelpootjes
omhoog of omlaag te schroeven (met uw vingers of een geschikte
schroefsleutel).
Zorg ervoor dat het apparaat rechtop staat en dat beide poten stevig contact
maken met de vloer, zodat de kast stabiel staat.
Sluit de stekker aan op een stopcontact van 13 amp. in de buurt en zorg
ervoor dat het apparaat niet op de voedingskabel staat.
Deel 3. Het apparaat bedienen
3.1 Het apparaat inschakelen
Laat het apparaat minstens 4 uur rechtop staan voordat u het inschakelt.
Steek de stekker van het apparaat in het stopcontact en schakel de
hoofdvoeding in.
Zet de thermostaat op de vereiste instelling, volgens de beschrijving in het
gedeelte De temperatuur regelen (3.2.).
Het duurt ongeveer 4 uur voordat het apparaat de juiste temperatuur heeft
bereikt.
3.2 De temperatuur regelen
De temperatuurselectieknop zit op de lampunit in de koelkast.
Instelling „0": Eenheid uit.
Instelling „MIN" Eenheid aan - Hoogste temperatuur.
Instelling „NORMAL" Normale werking (geschikt voor de meeste
omstandigheden).
Instelling „MAX" Laagste temperatuur.
Belangrijk!
Bij hoge omgevingstemperaturen, zoals op hete zomerdagen, kan het nodig zijn om
de thermostaat op de koudste stand te zetten. Hierdoor kan de compressor
voortdurend blijven werken om een lage temperatuur in de kast te behouden.
3.3 Normale geluiden tijdens de werking
U kunt zacht gorgelende of borrelende geluiden horen wanneer het koudemiddel
naar het koelsysteem en door de spoelen of leidingen op de achterkant van het
apparaat wordt gepompt. Wanneer de compressor werkt, kunt u een licht zoemend
of pulserend geluid horen. De thermostaat regelt de werking van de compressor. U
kunt een zachte klik horen als deze in en uit wordt geschakeld.
3.4 Advies voor energiebesparing
Plaats het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen, zoals een fornuis,
vaatwasmachine of radiator.
Plaats het apparaat in een koele, goed geventileerde ruimte en zorg ervoor
dat de luchtgaten vrij zijn.
Probeer te vermijden dat de deuren lang open staan; er komt dan warme
lucht de kast binnen, waardoor er ijs gevormd kan worden en het
energieverbruik kan stijgen. Zorg ervoor dat er geen belemmeringen zijn
waardoor de deuren niet goed sluiten.
Zorg ervoor dat de afdichtingen van de deuren schoon zijn en dat er geen
scheuren of gaten in zitten.
Bewaar de meest bederfelijke levensmiddelen (met een beperkte
houdbaarheid, zoals bereid vlees) in het koudste gedeelte van de koelkast. De
groentelade is het warmste gedeelte van uw koelkast en moet worden
gebruikt voor groenten, salades, fruit, enz. (zie de Beschrijving van het
apparaat op pagina 2).
Zorg ervoor dat de koelkast niet te vol is: de koelende lucht die circuleert om
de koelkast koud te houden, raakt dan geblokkeerd en er vormen zich warme-
luchtzakken.
Plaats geen heet voedsel in de koelkast of vriezer. Laat het eerst afkoelen.
3.5 Bij een stroomstoring
Houd de deuren gesloten als er een stroomstoring is. Als de stroom weer terug is,
gaat het apparaat weer werken, maar het kan even duren voordat de ingestelde
bedrijfstemperatuur is bereikt. Controleer de staat van uw opgeslagen etenswaren
en vloeistoffen.
Deel 4. Onderhoud
KOPPEL het apparaat LOSvan de ELEKTRISCHE voeding voordat u onderhouds- of
reinigingswerkzaamheden gaat uitvoeren.
4.1 De binnenkant reinigen
Reinig de binnenkant en de accessoires van het apparaat met warm water met
zuiveringszout (5 ml op 0,5 liter water). Goed afspoelen en droogmaken. Gebruik
geen reinigingsmiddelen, schurende poeders, sterk geparfumeerde
reinigingsproducten, was-glansmiddelen of reinigingsmiddelen die chloor of alcohol
bevatten.
4.2 De buitenkant reinigen
Reinig de buitenkant van de kast met warm zeepwater. Gebruik GEEN schurende
producten. De onderkant van het product kan scherpe randen hebben; wees
daarom voorzichtig bij het reinigen. Stof een- of tweemaal per jaar de achterkant
van het apparaat en de compressor op de achterkant van het apparaat af, met een
borstel of een stofzuiger, omdat een ophoping van stof invloed heeft op de
prestaties van het product en ervoor zorgt dat het energieverbruik toeneemt.
4.3 Ontdooien
Het koelkastgedeelte ontdooit zichzelf automatisch. U moet de vriezer echter wel
regelmatig ontdooien. Als het opgebouwde ijs in de vriezer dikker wordt dan 3-5
mm, leeg dan de vriezer en schakel het apparaat uit, laat de deur open staan en laat
het ijs smelten. Doe de bevroren levensmiddelen in een koeltas of wikkel ze in dikke
lagen krantenpapier. Schraap het ijs niet weg met scherpe voorwerpen. Reinig en
droog de binnenkant, sluit de deur en schakel de voeding van het apparaat in. Als de
stroom weer terug is, gaat het apparaat weer werken, maar het kan even duren
voordat de ingestelde bedrijfstemperatuur is bereikt.
4.4 Wanneer het apparaat niet wordt gebruikt.
Wanneer het apparaat een lange periode niet wordt gebruikt, maak het dan leeg,
koppel het los van de elektrische voeding en reinig het. Laat de deur op een kier
staan totdat
u het apparaat weer wilt gebruiken.
4.5 Het lampje vervangen (met uitzondering van
vriezergedeelte)
Schakel de voeding naar het apparaat uit.
Verwijder de plastic kap van de verlichting.
Verwijder de lamp uit de verlichtingsunit.
Vervang de lamp door een geschikte nieuwe lamp.
Plaats de kap terug en schakel het apparaat weer in.
4.6 Wat te doen als er iets misgaat
Het apparaat krijgt geen stroom:
Controleer of er geen stroomonderbreking is.
Controleer of het stopcontact/apparaat voeding ontvangt.
Controleer de zekering in de stekker (moet 13 amp zijn).
Controleer of de thermostaat op de stand MIN of hoger staat (zie deel 3.2).
De compressor draait voortdurend:
Zijn de deuren goed gesloten?
Zijn er kortgeleden grote hoeveelheden voedsel in het apparaat gelegd? - als
dat het geval is, laat de binnentemperatuur zich dan herstellen.
Zijn de deuren van het apparaat vaak geopend? - als dat het geval is, laat de
binnentemperatuur zich dan herstellen.
Controleer of de thermostaat niet op het maximum is gezet.
Er wordt overmatig veel ijs opgebouwd:
Controleer of de deuren goed zijn gesloten.
Controleer of de afdichtingen van de deur schoon zijn en de deuren goed
afdichten.
Controleer of de thermostaat niet op het maximum is gezet.
Het apparaat maakt geluid:
Raadpleeg Normale geluiden tijdens de werking, deel 3.4.
Controleer of het apparaat juist is geïnstalleerd (zie deel 1).
Als er na de bovenstaande controles nog steeds een storing is, neem dan contact op
met uw verkoper.
Verzekering
! Alle eventuele garanties die bij dit product worden geleverd, !
gelden niet voor het verlies van de inhoud van de koelkast/vriezer.
Eventuele claims voor verlies, schade, kosten of uitgaven voor indirecte of
gevolgschade, inclusief economische verliezen of schade aan levensmiddelen of
andere goederen zijn uitgesloten.
We raden u aan om uw koelkast/vriezer regelmatig te controleren om er zeker van
te zijn dat hij goed werkt; verliezen kunnen het gevolg zijn van bederf na een defect
of onopgemerkte storing van het apparaat, zekeringen, stekkers of de openbare
elektriciteitsvoorziening; deze kunnen gedekt zijn door uw standaard huishoudelijke
verzekering of kunnen extra dekking nodig hebben. Controleer dit bij uw
verzekeringsmaatschappij.
Deel 5. ENERGIEBESPARING
Voor meer energiebesparing raden we het volgende aan:
Het apparaat uit de buurt van warmtebronnen te installeren, niet bloot te
stellen aan direct zonlicht en in een goed geventileerde ruimte te plaatsen.
Te vermijden om warm voedsel in de koelkast te zetten om te voorkomen dat
de interne temperatuur stijgt waardoor de compressor doorlopend blijft
werken.
Niet teveel voedsel te plaatsen om een goede luchtcirculatie te garanderen.
Het apparaat te ontdooien als er ijsvorming is om de koude-overdracht te
vergemakkelijken.
De koelkastdeur gesloten te houden als er stroomuitval is.
De deuren van het apparaat zo weinig mogelijk te openen en ze zo kort
mogelijk open te houden.
De thermostaat niet op een te lage temperatuur in te stellen.
Stof van de achterkant van de koelkast te verwijderen.
36

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis