Skylotec G-0910 Gebrauchsanleitung Seite 29

controleren. Documenteer het resultaat van de test schriftelijk
waarbij dit duidelijk aan de betreffende gordel moet worden
toegewezen. Pas de pasvorm van de gordel zodanig aan dat uw
bewegingsvrijheid niet wordt beperkt. Er moet ruimte zijn voor twee
vingers tussen lichaam/kleding en gordel. Maak uzelf vertrouwd
met de soorten gespen en het type lengte/maatverstelling. De
gordelband mag nooit uit de gespen worden geregen. Als dit
gebeurt, moet de gordelband volgens de gebruiksaanwijzing weer
in de gesp worden geregen (afb. 2.1 - 2.5) . Controleer de veilige
sluiting van alle gespen en afstelmogelijkheden voor en tijdens elk
gebruik. Voordat u de gordel voor de eerste keer gebruikt,
controleert u op een veilige plaats de maataanpassing van de
gordel in een hangende test (ca. 10 minuten) (Afb. 3.4).
Harnasgordels volgens EN 12277 type B mogen alleen door
personen tot een maximaal lichaamsgewicht van 40 kg en een
heupomvang van 45-75 cm worden gebruikt (tabel in afb. 3.4, afb.
3.5). Door de zeer verschillende lichaamsvormen is het maatbereik
niet duidelijk te definiëren. Als richtlijn dient de suspensietest,
waarna de gebruiker zelfstandig moet beslissen over de juiste
pasvorm. Wanneer u een kinderheupgordel gebruikt, zorg er dan
voor dat het kind voldoende spierkracht heeft om de gordel alleen
te gebruiken. Gebruik anders een complete gordel of een Dunit-
borstgordel. Het gebruik met andere componenten is alleen
toegestaan als deze componenten aangewezen zijn als
persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM's) ter bescherming
tegen vallen van hoogte en zijn voorzien van het CE-teken. De
harnasgordels mogen alleen worden gebruikt met
energieabsorberende systemen. Controleer uw systeem voor
gebruik op compatibiliteit met alle componenten. De gordel mag
niet worden blootgesteld aan schadelijke invloeden, corrosieve,
agressieve stoffen (zoals zuren, logen, soldeervloeistof, oliën),
extreme temperaturen of rondvliegende vonken. Vermijd tijdens
het gebruik schokken en wrijving op ruwe oppervlakken en scherpe
randen. Zorgvuldigheid tijdens transport en gebruik verhoogt de
veiligheid en levensduur van de uitrusting. De continue
bedrijfstemperatuur van het product in een droog klimaat varieert
van -35° tot +55° C. Bijzondere voorzichtigheid geldt bij natte
uitrusting en temperaturen onder nul. Vochtigheid en ijsvorming
kunnen een negatief effect hebben op de duurzaamheid en sterkte
van gordels en touwen.
2.2 De klimgordel aantrekken
Stap met de benen in de beenlussen zodat de vastbindlus zich
vooraan bevindt. Sluit voor zover aanwezig de gespen op de
heupband. Trek de gordelbanden strak (afb. 1.1).
Stel de gordel zodanig in dat deze vast, maar gemakkelijk zit.
Tussen lichaam en riem moet ruimte voor twee vingers zijn (afb.
1.2, 1.3).
29 29