Oase Aquamax ECO Gebrauchsanweisung Seite 12

- NL -
Montage
Let op! Gevaarlijke elektrische spanning!
Bij foutieve elektrische installatie kan er gevaarlijke spanning komen te staan op aansluitingen, vijverwater
en (delen van) apparaten.
Mogelijke gevolgen: overlijden of ernstig letsel indien aansluitingen of (delen van) apparaten worden
aangeraakt of bij contact met het vijverwater.
Veiligheidsmaatregelen: veiligheidstransformator en netcontactdozen moeten een afstand van minstens
2 meter tot de rand van de vijver hebben. Zorg ervoor dat netcontactdozen, elektrische bekabeling en
veiligheidstransformator zo worden geïnstalleerd dat ze beschermd zijn tegen overstroming. Bescherm
netcontactdozen en stekkerverbindingen tegen vocht. Leg de aansluitkabel op een zodanige plaats aan dat
hij beschermd ligt, zodat hij niet beschadigd raakt.
Aansluiting op het waterfilter (B)
Schuif de wartelmoer over de slangpilaar, bevestig de slang (1" - 1½") op de slangpilaar en zet hem eventueel vast
met een slangklem, steek de slangpilaar in de pompuitgang, draai de wartelmoer vast en verbind het andere einde van
de slang met het waterfilter.
Aansluiting op het satellietfilter (C) of de skimmer (D)
Schuif de wartelmoer over de reductieslangpilaar, bevestig de slang naar het satellietfilter op de reductieslangpilaar,
steek deze in de inlaatregelaar van de filterkorf en draai de wartelmoer vast.
Belangrijk! Als u de pomp in de filterkorf onder water gebruikt, moet het satellietfilter c.q. de skimmer op de
inlaatregelaar (B4) zijn aangesloten of de inlaatregelaar moet helemaal gesloten zijn (stand 0)!
Ingebruikneming
Voorzichtig! Beschadiging van het apparaat!
Veiligheidsmaatregelen: gebruik het apparaat nooit zonder dat er water doorheen stroomt!
Het apparaat schakelt zichzelf automatisch in, als u de stroomtoevoer tot stand hebt gebracht. De pomp voert bij het
opstarten automatisch een voorgeprogrammeerde, ca. 2 minuten durende zelftest uit (Environmental Function
Control (EFC)). Hierbij doorloopt de pomp verschillende toerentallen en herkent hij, of hij droogloopt c.q. geblokkeerd
is of dat hij ondergedompeld is. Bij drooglopen of blokkeren schakelt de pomp automatisch na ca. 90 seconden uit. Bij
storingen onderbreekt u eerst de stroomtoevoer en verwijdert u de belemmering, bijvoorbeeld door de pomp met veel
water door te spoelen. Vervolgens kunt u het apparaat weer in bedrijf nemen.
Reiniging en onderhoud
Verwijder de slangen van het apparaat. Druk de vastklikpunten in aan beide zijden van de uitlaat naar het waterfilter en
open de filterkorf, neem de pomp uit de filterkorf, neem de inlaatregelaar uit zijn geleiding, draai het pomphuis eraf en
reinig het schoepenrad met een borstel.
Reinig filterkorven, slangpilaren en inlaatregelaars met behulp van schoon water en een borstel. Monteer het apparaat
nadat het is schoongemaakt in omgekeerde volgorde.
Opslaan en overwinteren (E)
Het apparaat is vorstbestendig tot minus 20 °C. Mocht u het apparaat buiten de vijver bewaren, maak het dan grondig
schoon, controleer het op beschadigingen en bewaar het vervolgens ondergedompeld of gevuld. Houd de netstekker
niet onder water!
Tot afval verwerken
Het apparaat dient volgens de nationale wettelijke bepalingen tot afval te worden verwerkt. Neem voor vragen contact
met uw vakhandel.
Storingen
Storing
Het apparaat zuigt niet
Te weinig waterdebiet
Apparaat schakelt na korte tijd uit
12
Oorzaak
Geen netspanning
Loopwiel blokkeert/loopt droog
Filterkorf/satellietfilter verontreinigd
Slang verstopt
Slang geknikt
Te veel verlies in de slangleidingen
Filterkorf verstopt
Loopt droog
Oplossing
De netspanning controleren
Reinigen/toevoeren controleren
Reinigen
Reinigen, eventueel vervangen
Slang controleren, eventueel vervangen
Slang inkorten op de benodigde minimumlengte
Reinigen
Toevoeren controleren